Het parkeren in Betondorp tijdens wedstrijden van Ajax loopt de spuigaten uit. In 1968 besluit de politie voor de eerste maal de wijk tijdens de wedstrijd Ajax-Benfica volledig voor vreemd verkeer af te sluiten, met uitzondering van de Sikkelstraat/Middenweg en de Sikkelstraat/Onderlangs. De maatregel die in de tweede helft van 1973 wordt ingevoerd is ingrijpender. Voortaan wordt de gehele Middenweg vanaf de Kruislaan tot aan Diemen voor verkeer afgesloten tijdens thuiswedstrijden van Ajax. Ontheffingen kunnen worden overigens verleend voor bezoekers van sportparken Voorland en De Diemen. Het is de bedoeling dat het verkeer voor Ajax wordt geleid naar een groot parkeerterrein nabij Station Amstel. Later wordt een parkeerterrein bij de Wenkebachweg ter beschikking gesteld.
Het gevolg is echter dat de voetbalfans nu massaal hun auto’s in de wijk Jeruzalem gaan parkeren. Verkeerskundige en hoofdinspecteur van de Amsterdamse politie D. Lagerwaard vindt het vervelend voor de bewoners van Jeruzalem in een interview in het Parool van 24 april 1975. Maar het afsluiten van Jeruzalem heeft verder niet zoveel zin, meent hij. Het probleem zal zich dan simpelweg verplaatsen naar andere buurten.
Ook bewoners van Betondorp zijn niet blij en vinden het maar een hoop heisa, gezien de volgende ingezonden brief uit het Parool van 25 september 1973.
Ajax
De regeling die nu is getroffen om de parkeerexcessen bij wedstrijden van Ajax tegen te gaan, is waardeloos. Waarom niet een éénrichtingsysteem met parkeren ook in één richting? Wie dan laat komt moet van armoe maar weer het Betondorp uit en naar het industrieterrein. In geval van onverwachte ziekte kunnen kinderen hun ouders in het Betondorp niet opzoeken, je hebt geen kaart en er volgt dan een eindeloos gepraat vóór je door de afzetting bent. Ik woon zelf in Betondorp, ben ook een Ajaxbezoeker, maar met deze regeling ben ik het niet eens. Ik zie het als een beknotting van je rechten.
Een mens kan veel doen om in Betondorp te kunnen wonen. De 49-jarige Reina W. is uitgekeken op haar 48-jarige man Laurens van Eikelenborg, hartpatiënt. Zij begint een relatie met de 44-jarige schilder Govert S. en trekt al spoedig bij hem in, te Amsterdam Noord. Haar woning in Betondorp laat ze met Laurens achter.
Govert, Laurens en Reina
Al spoedig begint Reina terug te verlangen naar haar woning in Betondorp, waar Laurens nu moederziel alleen in woont. De woning in Amsterdam Noord is veel te klein. Het liefst zou Reina samen met Govert in de woning van Laurens wonen. Daarom stuurt ze Govert in de nacht van 20 op 21 november 1975 naar Betondorp. “Maak die kerel toch dood,” zou ze gezegd hebben, “dan zijn we van hem af en komt zijn woning vrij voor ons.”
Zo trekt Govert in de nacht van donderdag op vrijdag naar Betondorp. Hij is niet alleen. Ook de zoon van Laurens en Reina, Gerard, zit in het complot. Die heeft een vriend, Bart, meegenomen, zodat ze met zijn drieën met een door Reina ter beschikking gestelde huissleutel het pand aan de Egstraat in stilte via de voordeur binnen weten te komen. Laurens ligt te slapen in zijn bed.
Govert begint nu met daartoe meegenomen Japanse vechtstokken op Laurens in te slaan. Het is de bedoeling dat Gerard en Bart na bewusteloosheid van het slachtoffer de werkzaamheden met een mes en een vleesvork aansluitend zullen voltooien. Laurens begint echter na de eerste aanval te schreeuwen als een speenvarken. Het trio weet niet anders te doen dan op de vlucht te slaan. Laurens is door een aantal slagen toegetakeld en meldt zich kortstondig bij het ziekenhuis, dat hij echter snel weer verlaat om de woning te gaan bewaken. Hij is als de dood dat de onverlaten, die immers een sleutel hebben, terugkeren en de woning voor Govert en Reina in bezit zullen nemen.
Wanneer de zaak enige maanden later voor de rechter komt, ontkent Govert dat hij Laurens had willen doden. Hij zou hem slechts een lesje hebben willen leren. Ook Reina verkondigt van niets te weten. Volgens haar ging het om een eenvoudige verzekeringskwestie die opgelost moest worden. De officier eist twee jaar cel en TBR voor Govert. Tegen Reina wordt, vanwege haar gedeeltelijke invaliditeit, slechts een half jaar voorwaardelijk geëist. Dat heeft ongetwijfeld ook te maken met het feit dat Reina zich weer verzoend heeft met Laurens. Een mens doet toch maar alles om in Betondorp te mogen wonen…
Helaas konden wij het vonnis in deze zaak niet meer in oude kranten terugvinden…
De verkrotting slaat in de jaren zeventig toe in Betondorp en bovendien zijn de woningen niet meer van deze tijd. Mevrouw Albers schrijft er op 4 februari 1977 een ingezonden brief over in het Parool.
Gemeentewoningen
Vele gemeentewoningen in het Betondorp laten wat woongenot betreft, veel te wensen, vooral in de Graanstraat en de Schovenstraat. De gebreken zijn te veel om op te noemen: geen sanitair behalve de noodzakelijke closetpot, geen badcel, geen vaste wastafel.
De kleine keukentjes, waar amper een koelkast en wasautomaat geplaatst kan worden, doen niet alleen dienst om te koken, maar ook om je te wassen, want in de wijde omtrek is geen badhuis te bekennen. Om de haverklap hebben de bejaarde bewoners werklui over de vloer om de allernoodzakelijkste gebreken te verhelpen, zoals lekkages, scheuren, plafondreparaties, enz. Maar er is geen eer aan te behalen, een krot is een krot.
Dat voor deze huizen nog huurverhoging wordt geëist is een schande en vele bewoners voelen zich gediscrimineerd ten opzichte van de bewoners van maatschappijwoningen, waar door renovatie alle gerief is aangebracht, o.a. centrale verwarming. Zijn bewoners van gemeentewoningen minder?
Volgens staatssecretaris Schaefer hebben gewone mensen recht op woongenot en zeer zeker op een douche. Hopelijk wordt daar nu eindelijk eens ernstig aandacht aan besteeds.
Aanstaande zaterdag 27 augustus 2022 vindt tussen 13 en 15 uur het laatste optreden in het kader van de Brink op Zaterdag plaats. Muzikanten zijn Kees Closed, een in 2016 bij de gelegenheid van iemand zijn pensioen ontstane gelegenheidsband, die nog steeds optreedt. Kees Closed is in Betondorp bekend van eerdere optreden.
Het is zaterdagochtend 9.30 uur en ik ben op bezoek in de expositieruimte A[rt]10 van Eric Meursing van Stichting SKA, Sociaal Kapitaal Amsterdam. Er hangt op het ogenblik een tentoonstelling van schilderijen van Menno Siegers. Later op de ochtend zal Eric nog een ontmoeting met hem hebben. Het vloerkleed kleurt prachtig bij de schilderijen aan de wand.
We hebben het interview in een oud gymnastieklokaal van de vroegere school aan het Zuivelplein. Eric zit hier met zijn Stichting sinds 2019: eerst als antikraak voor Zwerfkei, en vandaag de dag als officieel huurder van Gemeentelijk Vastgoed, dat het pand in eigendom heeft. Gemeentelijk Vastgoed heeft het gebouw vooralsnog voor een maatschappelijke functie aangewezen en op die manier kan Stichting SKA het pand ook huren. Eric doet in samenspraak met het Stadsdeel maatschappelijke projecten in de buurt en werkt daarbij als kok als ZZP-er, en kan mede daardoor de huur van het pand opbrengen. Dat is een win-win-situatie voor beide partijen en daarmee voor Betondorp.
Ik vraag Eric wat voor projecten hij inmiddels in Betondorp heeft gedaan. “Het eerste was met Valentijnsdag 2020,” herinnert hij zich, maar verwijst me dan naar de website www.madeinbetondorp.nl, waar alle projecten in de juiste volgorde genoemd worden. Dat blijken er heel wat te zijn. Naast samenwerkingen met Betondorp Live van Eugène Weusten en Naomi de Rooy, Tamara Hoovenstat van Kringloopwinkel ’t Hartje, Carleen de Lange van de weggeefwinkel, e.v.a. biedt SKA ook in coronatijd verbindende projecten aan zoals “Parels van Beton”. Een heel bijzonder project, wat ook de aandacht van de nationale media trekt, is de Kunstroute Betondorp, waarbij een kunstroute door het dorp langs werk van maar liefst 18 Betondorpse kunstenaars leidt. Voor meer informatie kan de lezer de website bekijken. Wij beginnen met ons interview met Eric.
Eric is in 1956 geboren in Koog aan de Zaan. Samen met zijn vader, hoofd laboratorium van Cacaofabriek de Zaan, zijn moeder en tweelingzussen woont het gezin vlak naast het fabrieksterrein. Eric heeft daar een prettige jeugd. Wel is hij stronteigenwijs en erg snel afgeleid. Daarom komt hij na de lagere school tijdelijk op het IVO (Individueel Voortgezet Onderwijs) terecht, maar stroomt dan weer door naar MAVO en rondt aansluitend de HAVO af. Eric is in zijn middelbare schooltijd al met kunst bezig. Hij tekent graag en trekt op met veel open minded, creatieve vrienden. Eric luistert naar muziek van o.a Neil Young, David Bowie, Janis Joplin, Rolling Stones en veel “hippie”muziek en krijgt intussen teken- en schilderles van een bekende Zaanse kunstschilder.
Eric herinnert zich het atelier van deze schilder in diens woon/werkkamer in Zaandam nog goed. “Het rook er naar olieverf, terpentine, zweet, koffie die te lang had opgestaan en heel veel weed, er lagen overal opgezette vogels en andere inspirerende prullaria zoals bij 17e eeuwse schilders van stillevens, dus heel anders dan thuis en dat was natuurlijk heel prettig.
Na militaire dienst gaat Eric dan ook naar de Kunstacademie. Maar niet in Amsterdam, zoals voor de hand liggend zou zijn, maar naar Arnhem, Kunstacademie ArtEZ. Dat laatste heeft te maken met een leuke dame die ook naar Arnhem vertrekt, maar dan naar de Modeacademie. De relatie bleek niet blijvend, maar de opleiding aan ArtEZ bevalt uitstekend. Hier studeert hij 3-D design (industriële vormgeving). De opleiding is tegelijkertijd ook een soort ambachtschool. Het is de bedoeling dat de leerlingen in de toekomst volkomen zelfstandig uit de voeten kunnen, dus worden allerlei technieken aangeleerd zoals lassen, spuitgieten, houtbewerking etc. Een geweldige opleiding, maar wanneer Eric in 1982, midden in de ernstigste crisis die Nederland na de oorlog gekend heeft, afstudeert en op de markt komt, blijkt er totaal geen werk te zijn en zeker niet voor net afgestudeerde designers van de kunstacademie. Hij weet nog een paar winkels in te richten met een vriend van de academie maar dan droogt alles op en zit Eric zonder werk en zonder geld.
Werk van Eric
Omdat koken altijd al zijn passie is en het Arbeidsbureau bovendien een gratis omscholing naar het koksvak met baangarantie aanbiedt, wordt Eric kok in 1986. In datzelfde jaar leert hij tijdens een eerste poging tot kok bij een hele kleine pizzeria in Arnhem ook zijn vrouw Marjolein kennen en het is gelijk raak tussen die twee. Marjolein is op dat moment directiesecretaresse op hoog niveau en kan een top baan in Amsterdam krijgen. Er is zoals altijd ook enorm veel werk voor koks in Amsterdam, dus beiden besluiten ze naar de hoofdstad te trekken en vinden een fijne woning aan de Amsteldijk, met uitzicht op het Amstel. Wanneer Marjolein in 1988 bij een snelgroeiend softwarebedrijf in Utrecht aan de slag kan, verhuist het echtpaar die kant op. Er wordt dan keihard samen gewerkt aan een toekomst met meer inhoud en perspectief.
De gelegenheid doet zich voor in 1996. Eric is inmiddels als kok ZZP-er geworden en opeens valt het kwartje bij Marjolein: we beginnen samen een uitzendbureau voor koks. Het blijkt een briljante gedachte. Er zijn in die tijd geen gespecialiseerde uitzendbureaus voor koks en al gauw blijkt het booming business. Maar Eric en Marjolein kiezen voor een zeer kwalitatieve methode: wanneer een opdrachtgever zich meldt gaat Eric zelf altijd even in de keuken kijken en een dagje meewerken om te bepalen welke kok in het bestand het beste past. Al snel blijft de fax ratelen in de woning in de Utrechtse binnenstad en melden zich de bekende chefs en ondernemers van sterrenzaken die zitten te springen om koks op hoog niveau; veeleisende klanten dus. Het is in die dagen “alles voor de zaak”. Het is alleen maar 24/7 werken, er ontstaat stress en een ongezond leven is het gevolg. De koek is op een gegeven moment op. Het is niet leuk meer om iedere dag tussen half zes ’s ochtends en half twee ’s nachts gebeld te worden door koks en opdrachtgevers. Het is tijd voor iets nieuws.
Menu, door Eric
Het geld is er inmiddels wel, maar vooral het zakelijk inzicht van Marjolein is bij de ontwikkeling van het nieuwe plan leidend. Het is 2005 en Eric en Marjolein hebben geen zin meer in het uitzendbureau en ze trekken zich terug in een hutje op de hei. Wat nu? Hier wordt het concept van De Culinaire Werkplaats geboren, http://www.culinairewerkplaats.nl. In De Culinaire Werkplaats, die zijn fysieke locatie in de Staatsliedenbuurt heeft, komen kunst, koken en eten samen. De Culinaire Werkplaats is een eigenzinnige eet-initiatief in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt met een restaurantgedeelte, een ontwerpstudio voor eigentijdse foodconcepten en een artspace voor interactieve food art. Het is een werkplaats om mensen te inspireren anders en bewust naar hun bord eten te kijken, het wordt een internationaal succes en iets geweldigs om samen te doen.
De Culinaire Werkplaats
Maar in 2015 begint Marjolein zich af en toe minder lekker te voelen. Eigenwijs als ze is, gaat ze natuurlijk niet met haar klachten naar de dokter. Regelmatig moeten events en ontmoetingen afgezegd worden. Wanneer in 2017 uiteindelijk de diagnose uitgezaaide baarmoederhalskanker gesteld wordt, is het te laat. Er volgen nog vele bezoeken aan het Anthonie van Leeuwenhoekziekenhuis, maar de kuren slaan niet voldoende meer aan. Wel wordt Marjolein er dood- en doodziek van. Eric besluit deze laatste beproeving met haar aan te gaan en zal niet meer van haar zijde wijken. Na een slopend ziekteproces komt Marjolein in november 2018 in het hospice de Zorgherberg in Oostpoort terecht, waar zij in april 2019 overlijdt. Omdat Eric de zaak met de woning verkocht heeft om bij haar te zijn, staat hij na het overlijden van zijn geliefde dan ook met lege handen. Zelfs geen woning. Vrienden helpen hem zoeken naar een plek in Amsterdam. Hij moet verder. En op die manier komt hij tot het oprichten van Stichting SKA.
Marjolein, door Eric
Het is een heel bijzonder verhaal, waar ik als interviewer diep door getroffen ben. Eric is inmiddels weer helemaal terug. Stichting SKA heeft zich de afgelopen jaren waar gemaakt in Betondorp en Eric heeft als wat ze tegenwoordig “Stadmaker” noemen grote plannen wat betreft zijn inzet voor Betondorp. Tevens is hij Vertrouwenspersoon voor de buurt. Zijn inzet voor Betondorp wordt vooral gemotiveerd doordat hij het een prachtig dorp vindt, een verborgen parel, waar vreemd genoeg bijna niemand langskomt om de prachtige architectuur te bewonderen, terwijl er anderzijds internationaal gezien volop belangstelling bestaat. Daarbij wil hij op allerlei manier proberen bij te dragen aan een prettig woonklimaat in de buurt. Tenslotte vindt Eric het jammer dat Betondorp in de culturele programmering van Amsterdam bijna niet meedoet. Dat is ongelofelijk jammer voor een architectonisch zo indrukwekkend hoogtepunt en zou moeten en ook gemakkelijk kunnen veranderen, alhoewel daar wel wat heilige huisjes voor zouden moeten sneuvelen.
Betondorp, door Eric
Naast het organiseren van Foto-en Kunstexposities die zowel een culturele als sociale functie hebben, staan er meer projecten op het programma om het leven hier [nog] leuker te maken. Een van de volgende grote projecten waar SKA zich voor wil gaan inzetten is de viering van het 100-jarig bestaan van Betondorp. Eric zit zelf ook in het sleutelfigurenoverleg. Daarnaast is hij als vertrouwenspersoon betrokken bij een werkgroep uit de Indische buurt die de samenwerking onderzoekt tussen de formele en informele organisaties in de buurt. Dat laatste vinden wij buitengewoon interessant, omdat het bij elkaar brengen van de diverse initiatieven en de verschillende bewoners in Betondorp ook de doelstelling is van de website www.betondorp100.nl, wellicht met wat minder focus op bestaande organisaties.
Eric, heel hartelijk dank voor dit interview en veel succes gewenst met je inzet voor de buurt!
Zanger Dominik Sprenger, die vorige week zaterdag op de Brink zou optreden, maar zich niet lekker voelde, is deze week volkomen onverwachts overleden, aldus lazen wij bij Betondorp Live!. Als eerbetoon hieronder een andere opname van Dominik dan die wij eerder toonden.
Aanstaande zaterdag 20 augustus 2022 is van 13-15 uur weer Brink op Zaterdag. Dit keer is er een optreden van muzikale alleskunner, zanger en trompettist Marlon Tjon Akon te verwachten, en van het rockabilly trio Juke Joint Jimmies. Het belooft een prachtige middag te worden, dus als het even kan, naar de Brink! En neem alvast even een voorproefje Marlon hieronder met Langa Libie Dreng…
Willeke van Ammelrooy, of Willy Geertje van Ammelrooij zoals ze eigenlijk heet, wordt op 5 april 1944 geboren; we konden niet achterhalen exact waar. Haar vader, Jacobus van Ammelrooij, die eigenlijk typograaf is, maar zich bij de brandweer gemeld heeft om deportatie te ontkomen, is 23 jaar oud als hij in september 1943 met de van hem zwangere 18-jarige Hendrikje Hofman trouwt. Jacobus krijgt van zijn werkgever, de brandweer, na enige tijd een huis in Betondorp toegewezen, waar het echtpaar in september 1944 intrekt, op Ploegstraat 111 huis. De brandweer wordt in eerste instantie goed behandeld door de Duitse bezetter en de buren in de straat zijn dan ook behoorlijk wantrouwend naar het echtpaar, want hoe komen ze aan zo’n mooie woning? Het zullen wel NSB-ers zijn…
Wanneer de brandweermannen aan het eind van de oorlog alsnog naar Duitsland moeten, duikt vader onder en moet moeder alleen met Willeke de hongerwinter in Betondorp zien te overleven. Gelukkig weet het noodcomité onder hulpburgemeester Wagenaar goede diensten te bewijzen. Moeder en dochter overleven de oorlog door beiden gebruik te maken van de gaarkeuken voor jeugdigen tot 21 jaar. Direct na de oorlog is Willeke een gezonde dikke baby.
Willeke met haar ouders
Het gezin van Ammelrooij blijft maar heel kort in Betondorp wonen. In december 1946 verhuizen ze alweer naar Amsterdam West, omdat vader het huis in Betondorp veel te vochtig vindt. Toch blijft Willeke van Ammelrooy voor de bewoners van Betondorp een belangrijke Betondorpse. Wij willen haar hier daarom dan ook eren.
Willeke met haar moeder, op wie ze later sprekend zou gaan lijken.
Uit: Bibliotheek van Amsterdamse herinneringen. Watergraafsmeer.
Het zal ongeveer in 1946/1947 zijn geweest dat ten huize van een lid van de PvdA de eerste bestuursvergadering in Betondorp werd gehouden. Eén van de leden was een Joodse jongeman, die in het algemeen de opmerking maakte dat hij de eerste de beste die tegen hem zou zeggen ‘vuile rotjood’ zijn tanden uit zijn bek zou slaan. Grof, maar begrijpelijk gezien die tijd. Een ander lid stond op, nam zijn gebit uit de mond, voegde hem toe ‘vuile rotjood’ en ging weer zitten. Een seconde bleef het stil en toen lachte iedereen volop, incluis de betrokkene. Dat was dus die goede sfeer!