Het was een hele consternatie vanmiddag op de Brink. De rijdende patatwinkel zat zonder stroom. Toen ik het plein verliet was men al uren bezig de electrische aansluiting in de openbare ruimte weer te laten functioneren, maar was dit nog niet gelukt. Tientallen Betondorpers moesten ditmaal hun patatbehoefte bedwingen bij gebrek aan kokend frituurvet. Is dit nog goedgekomen later op de middag?
Machteloos moeten de bewoners van Betondorp toezien hoe in 1965 de Gemeente Amsterdam struiken en bomen uit hun tuinen verwijdert. Daar is ook wel noodzaak toe: door diverse ophogingen van de straten zijn de tuinen behoorlijk onder het straatniveau terechtgekomen en zijn als het ware een soort putten geworden die niet alleen voor overblijvend water aantrekkelijk zijn, maar ook voor afval. De tuinen moeten dus opgehoogd worden en de struiken en bomen moeten daarvoor volgens de Gemeente wijken.
Wat het meest steekt is dat de bewoners van Betondorp niet zoals die van Tuindorp Oostzaan, bij wie de tuinen ook opgehoogd werden, geen recht hebben op de aanschaf van goedkope bollen en heesters. Dat liep daar namelijk uit de hand, omdat de bollenverkopers in Noord terecht spraken van een oneerlijke concurrentie door de Gemeente. Daarbij komt nog dat de tuinverhoging ook met een huurverhoging gepaard gaat gaan, als gevolg van een schurensanering. Dat zit als volgt. In de loop der tijd hebben veel Betondorpers een schuurtje in hun tuin gebouwd. Die schuurtjes zijn illegaal, aldus de Gemeente. Bij de operatie tuinophoging worden daarom meteen alle aanwezige schuren gesloopt. In plaats van die schuur krijgen nu alle bewoners een uniform betonnen schuurtje. Het nieuwe schuurtje levert echter een huurverhoging van vier gulden per maand op.
Ook dienen ook de zelf ontworpen gebouwde kolenkisten uit de tuinen te verdwijnen volgens de Gemeente. Wel is het mogelijk om op eigen kosten een kolenkist te timmeren volgens een ontwerp dat de Gemeente aan zal reiken. Daarnaast zal een ruilverkaveling plaatsvinden waarbij door de Gemeente nieuwe tuingrenzen zullen worden vastgesteld, waarbij de een een stuk tuin zal kwijtraken aan de buren en de ander een stuk winnen. Tenslotte zal ook de klimop, die sommige bewoners ter versiering aan hun gevel hadden aangebracht, worden verwijderd in verband met de ongunstige werking op de muren van de panden.
Het is nogal een stevige ingreep van de Gemeente, samen met de woningbouwverenigingen eigenaar van practisch geheel Betondorp. Daarom wordt op Graanstraat 68 door de gemeentelijke woningdienst een klachtenbureau gevestigd. Daar wordt vrij druk gebruik van gemaakt. Een aantal bewoners verzet zich sterk tegen de gemeentelijke plannen. Ze voelen zich als onmondige kwajongens behandeld. De ambtenaren van de woningdienst lijden met hen mee, maar zien de opknapbeurt als noodzakelijk.
Het tuinencomplex hier is nu nog een enorme chaos, we hebben foto’s van de oude situatie laten maken. De tuinen waren verkeerd ingedeeld en werden vaak ontsierd door vervallen kolenkisten en schuren van allerlei afmeting. Alles wat we willen, is de zaak herverdelen en opknappen. Als het werk klaar is, is vast iedereen tevreden.
Aldus een bericht in het Parool van 31 mei 1965. Het streven naar uniformisering van het tuinbeeld heeft op de lange termijn toch niet overal het gewenste resultaat opgeleverd. Dat zien we als we om ons heen kijken naar de tuinen van Betondorpse straten. De diversiteit die deze te zien geven is vaak wederom enorm. Gelukkig maar. Een tuin blijft mensenwerk.
Andy Knijpinga stopt met Stichting Maatwerk. Wel blijft hij voorlopig actief als adviseur, via Andy’s Advies en Bemiddelings Bureau, en blijft hij ook politiek bij Amsterdam Oost betrokken via de Partij van de Dialoog. Daarnaast zal de sympathieke buurtgenoot uit de Veeteeltstraat zich meer met Den Haag gaan bemoeien, maar zal hij zich ook op allerlei manieren blijven inzetten voor verbinding in de buurt.
De zaterdagochtend verloopt voortdurend anders dan verwacht en ik besluit even langs te gaan bij Sarton Records op de Brink, mijn favoriete platen- en vooral CD-zaak in Amsterdam Oost. Het is tegen elf uur en de huurder van de ruimte van de voormalige A-Markt staat zijn gevel te boenen alvorens de winkel open gaat. Dat is voor mij een prettig ouderwets gezicht. Ik besluit te vragen of ik Greg Sarton mag interviewen. Dat mag.
“Greg, hoe lang zit je hier nu al? en hoe lang hoop je nog te blijven?”
Ik ben hier gekomen tegen de zomer van 2019, dus al bijna weer 3 en een half jaar. Ik zit natuurlijk in het leeggekomen pand van de A-markt en er wordt nog steeds veel moeite gedaan om hier een nieuwe supermarkt te krijgen. Regelmatig komen mensen de ruimte schouwen. Als er een nieuwe supermarkt komt, ga ik weer weg. Dat is de afspraak die we gemaakt hebben.
“Nou, ik moet het nog zien of er hier ooit nog weer een supermarkt in komt. Bovendien, er is toch al weer een klein supermarktje opgedoken in Betondorp? Hoe dan ook, hoe kwam je er zo bij om deze winkel in Betondorp te starten?”
Nou, ik woonde in Jeruzalem, vlakbij in de Watergraafsmeer, en ik had op dat moment een fietsenverhuur- en fietsenverkoopruimte op de Linnausstraat, naast de FEBO. Daarnaast deed ik altijd platenbeurzen en toen die ruimte vrij kwam dacht ik, waarom zal ik het niet proberen? Met mijn handel heb je meer aan een grote ruimte buiten het centrum dan een kleine in het centrum.
“Je hebt inderdaad een bijzondere collectie. Ik kom zelf altijd voor de CD’s voor 2 euro. Dat is geen prijs en er zit heel vaak wat voor me tussen.”
Ja, het is een karakteristieke combinatie van goedkope CD’s en mooie tweedehandsplaten voor bijvoorbeeld een euro of zeven en half. Mensen willen toch iets in handen hebben, niet alleen maar digitaal.
“Heb je er niet aan gedacht om niet in een winkel te gaan zitten maar alles digitaal te doen?”
[Lacht] Je hebt dan gelijk met verzendkosten te maken. De mensen fietsen nu graag om, om hier langs te komen. En ik ben ook nog verbonden met de platenbeurzenwereld trouwens.
“Kom je uit Amsterdam?”
Nee, ik ben in 1974 in Amersfoort geboren. Ik kwam in 1995 naar Amsterdam. Dat had te maken met het feit dat hier de bands waren, de podiums, de optredens. Ik wilde naar de poppodia en daar werken. Tegenwoordig woon ik in Tuindorp Oostzaan.
“Wat is de zeldzaamste plaat die je ooit verkocht heb?”
Nou, wat nu in ieder geval heel gewild is, is oude ProgRock. Een oude en goede plaat van King Crimson. Hele oude reggae. Eerste persingen. Ik zal eens even kijken wat ik hier allemaal heb. Kijk, een zeldzame plaat van de Birthday Party bijvoorbeeld.
“Hé, laat eens kijken, daar was ik vroeger helemaal bezeten van…”
En dit is ook leuk, een witte plaat van Fleetwood Mac…
De tijd tikte voort en zo schaftte ik uiteindelijk 5 voor mij onbekende CD’s met Americana aan, waar ik nu naar zit te luisteren. En ik schrijf een stukje. Het was een mooie ochtend en ik raad iedereen aan eens een keertje bij Greg te gaan kijken. Er is echt voor iedereen wel iets te vinden…
Buurtdominee Margrietha Reinders van Betondorp Bloeit organiseert aanstaande zondag 16 oktober 2022 om 14 uur weer Knutselen en keuvelen in het Brinkhuis: een creatieve samenkomst rond levensvragen. Iedereen van harte welkom.
Robert Gijsbertus Hartoch wordt in 1947 geboren en is in 1966, wanneer hij op 7 november een simultaanwedstrijd speelt in het Meerhuis aan de Brink, 19 jaar oud. Hartoch is uitgenodigd door de schaakvereniging WGM. Hij is zojuist tweede geworden op het wereldkampioenschap voor junioren in Barcelona. “Schaken is niet zo interessant,” zo meldt hij in een artikel in De Telegraaf. “Het is niet zo moeilijk ook. […] Ik heb, vooral in Nederland, zelden tegenstand van betekenis.”
Robbie Hartoch rechts
Helaas is niet bekend of de simultaanseance in het Meerhuis Hartoch op andere gedachten heeft weten te brengen. Wel is bekend dat Hartoch zijn hele leven van het schaken heeft kunnen leven, onder andere als schaakcorrespondent voor het Parool, en in 2009 op relatief jonge leeftijd van 62 jaar overlijdt. Hartoch droeg in zijn later leven de bijnaam “de Remisekoning”.
In de nacht van 9 op 10 december 1965 vindt in Amsterdam een dermate zware regenval plaats dat een aantal woningen niet meer te gebruiken is. Het Meerhuis op de Brink – ook wel bekend als het Verenigingsgebouw – wordt ingezet om slachtoffers op te vangen en slaapruimte te bieden. In totaal moeten 25 Amsterdammers hun woningen verlaten. Het 25-tal wordt grotendeels gevormd uit de familie Tokkie uit de Kattenburgertussenstraat, bestaande uit man en vrouw en 11 kinderen. Ook bewoners uit de Linnaeusdwarsstraat en de Boomstraat in de Jordaan zien zich gedwongen door de wateroverlast hun woningen te verlaten.
Het Meerhuis wordt al enige tijd gebruikt als opvangcentrum bij calamiteiten. Zo wordt er in augustus 1965 het gezin Raatgever van de Bilderdijkkade opgevangen, waarvan het huis is afgebrand doordat het vijfjarig dochtertje de brandende oliekachel omstoot. In januari 1965 trekken drie gezinnen, die bij de brand op Spuistraat 240 dakloos zijn geworden, in op de bovenverdieping van het verenigingsgebouw op de Brink. In maart 1963 worden een deel van de twaalf gezinnen (in totaal 53 mensen) opgevangen, die hun bouwvallige huizen in de Borgerstraat noodgedwongen moeten verlaten.
De onderafdeling calamiteiten van de Gemeentelijke Sociale Dienst, in de volksmond wel de rampendienst genoemd, is verantwoordelijk voor de opvang van slachtoffers van noodsituaties. De rampendienst werd opgericht naar aanleiding van de instorting van een flatgebouw aan de Vijzelstraat in 1956. Er kunnen ongeveer 50 mensen gehuisvest worden in het Meerhuis.
Ondanks het feit dat Betondorp ook wel het Landbouwkwartier genoemd wordt, verkrijgt boer Koekoek, die in maart 1966 aan de verkiezingen meedoet, er weinig aanhang. Het percentage Boerenpartij-stemmers is in Betondorp zelfs het laagste van heel Amsterdam: 5,3% van de stemmen.