Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Saar en Nathan vertrekken

Saar Pinto-van Praag is met haar man Nathan lid van de jeugdgroep Noar Haoweed van het Joods-socialistische Poale Zions, die al ruim voor de Tweede Wereldoorlog emigratie van de Joodse bevolkingsgroep naar Palestina bepleiten. Saar en Nathan zijn eerst nog een tijd bij de AJC betrokken, maar komen tot het inzicht dat het Jodendom in Nederland niet voort kan bestaan wanneer het volkomen geassimileerd wordt. Dus stappen zij over.

Wanneer de nationaalsocialisten Nederland binnenvallen, weten beiden onder te duiken en de oorlog te overleven. Na de oorlog is er niets meer over van Poale Zions, waarvan Nathan van Praag nog korte tijd de leiding tracht te nemen. En in 1946 valt het besluit. Nathan en Saar, die in Betondorp wonen, gaan er vandoor. Illegaal. Naar Palestina. Het lukt beiden inderdaad daar aan te komen. Ze gaan werken in een kibboets, zoals uit brieven blijkt. Helaas sterft Saar in 1959 op de jeugdige leeftijd van 47 jaar in het Haddassah Ziekenhuis in Jeruzalem.

Hijman Vos, voorzitter na Nathan, herdenkt haar in het juli-nummer van de Koemi Ori, het orgaan van de Poale Zion Beholland.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1931-1940 Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1951-1960

Daems

Uit Mercurius; orgaan van de Vereeniging van Handelsbedienden Mercurius, 25 juli 1959

‘Informateur’ J.M. Daems jubileert

Ten oosten van Amsterdam, ingeklemd tussen de uitvalswegen Middenweg en Weesperzijde ligt een stadsdeel dat door zijn geïsoleerde ligging door de jaren heen zijn zelfstandig karakter heeft behouden. Het draagt de lelijke naam ‘Betondorp’ en dat komt omdat de gemeente Amsterdam er een aantal huizen heeft laten neerzetten (zo’n 35 jaar geleden) waarvan de muren geheel uit beton zijn opgetrokken. Om die grijze muurvlakken wat aan het oog te onttrekken heeft men er later klimop tegen laten groeien, maar dat moest al gauw weer worden verwijderd, omdat deze begroeiing funest bleek in te werken op het beton. Er staan in het Betondorp ook huizen met een vriendelijker aanzien, huizen met lichtrode daken en muren, gemetseld van oude en vertrouwde bakstenen. Dat zijn onder meer de huizen van de Algemene Woningbouw Vereniging. In een van de huizen, om precies te zijn in de Ploegstraat op nr. 69 (alle straatnamen in het Betondorp zijn aan het agrarische leven ontleend) woont ons lid J.M. Daems, bondsnummer 3187, toegetreden op 16 juli 1928 (maar hij was ook al eerder lid) en drager van het zilveren bondsinsigne.

Met het noemen van de naam ‘Algemene Woningbouw Vereniging’ komen wij tot de kern van de zaak, die we willen aanroeren. Want niet alleen dat onze vriend J.M. Daems woont in een van de huizen van de AWV, hij is er ook bij in dienst en op woensdag 15 juli 1959 was dat 25 jaar het geval.

‘Vijfentwintig jaar in dienst’, achter deze woorden kan een gewone zakelijke verhouding schuil gaan, maar dat kan niet worden gezegd van het dienstverband van Daems met de AWV. Dat blijkt wel uit enkele zinsneden van de brief waarmee men van de zijde van de AWV onze aandacht vestigde op zijn jubileum. Deze luidden:

‘Is vergroeid met de vereniging en is zeer gezien in alle buurten waar men hem kent. Voor alles gemeenschapsmens en idealist in hart en nieren.’

Een schoner kenschets kan men haast niet wensen. Uit deze zinsneden blijkt tevens, dat Daems een functie heeft in de buitendienst van de AWV. Het bijzondere van deze functie is dat ze moeilijk met een enkel woord is aan te duiden. Officieus heeft men Daems wel eens ‘informateur’ genoemd. Aanvankelijk was onze jubilerende collega werkzaam als incasseerder, maar toen in de loop van de jaren Daems, naast een goed en accuraat inner van de huren, ook een uitmuntend bemiddelaar in allerlei kwesties (meningsverschillen tussen huurders, onderhoudszaken, achterstand in de huurbetaling) bleek te zijn, werd hij van het incasseren vrijgesteld en geheel belast met deze taak van ‘onderhandelaar’, een taak, die zich in de jaren na de oorlog nog heeft uitgebreid door het bezoeken van die kandidaat-huurders wie door het huisvestingsbureau van de AWV wordt aangewezen, maar nog geen lid zijn van de vereniging. Daems zelf noemt zich de ‘Haarlemmerolie’ van de AWV. En als u weet dat Haarlemmerolie voor onze grootvaders en – moeders een huismiddel was tegen allerlei kwalen (van likdoorns tot darmstoornissen toe), dan zal u deze benaming ook wel duidelijk zijn.

Wij moeten nog even terug naar het Amsterdamse Betondorp. Dit stadsdeel (met zijn lage huisjes en een ‘brink’ inderdaad een dorp op zichzelf) is te allen tijde een sterk bolwerk geweest van de hoofdstedelijke socialistische beweging. Vóór de oorlog had de SDAP daar een stemmenpercentage van 63 pct. Vriend Daems heeft in het werk voor de ‘beweging’ een grote rol gespeeld in allerlei functies en heeft een schat van herinneringen aan de verkiezingsstrijd in vroeger jaren, toen men de verkiezingsleuzen nog in metergrote letters op het plaveisel kalkte en de politie-agenten in het dorp de stadsbussen deden omrijden omdat de letters nog nat waren.

Ook de Algemene Woningbouw Vereniging heeft sterke banden met de algemene arbeidersbeweging en het staat dus vast dat de werkuren en de vrije tijd bij vriend Daems vrijwel in elkaar overliepen (‘hij was alleen maar zaterdagsavonds thuis’, zegt zijn vrouw). Maar ook is het zeker dat hem dit veel vreugde en voldoening heeft verschaft.

Op het moment dat wij dit schrijven moet Daems nog gehuldigd worden (op donderdag 16 juli). Dat dan de hartelijkheid sterk zal overheersen is zeker, ja, men zal moeite moeten doen om zich te matigen, want van persoonsverheerlijking is collega Daems niet gediend. Dat heeft hij ons duidelijk laten blijken en wij hopen nu maar dat we erin geslaagd zijn dit artikeltje ook voor hem dragelijk leesbaar te maken.

Fr. J.U.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Sfeer

Uit: Bibliotheek van Amsterdamse herinneringen. Watergraafsmeer.

Het zal ongeveer in 1946/1947 zijn geweest dat ten huize van een lid van de PvdA de eerste bestuursvergadering in Betondorp werd gehouden. Eén van de leden was een Joodse jongeman, die in het algemeen de opmerking maakte dat hij de eerste de beste die tegen hem zou zeggen ‘vuile rotjood’ zijn tanden uit zijn bek zou slaan. Grof, maar begrijpelijk gezien die tijd. Een ander lid stond op, nam zijn gebit uit de mond, voegde hem toe ‘vuile rotjood’ en ging weer zitten. Een seconde bleef het stil en toen lachte iedereen volop, incluis de betrokkene. Dat was dus die goede sfeer!

W. Koch

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1971-1980

Pa Pinkelman en Tante Pollewop komen uit Betondorp

Voges in 1976
De heer en mevrouw Voges, aka Pa Pinkelman en Tante Pollewop

Wanneer in 1976 de befaamde naoorlogse Bomans-strip over Pa Pinkelman tot een musical wordt omgebouwd, komt de uit Betondorp afkomstige tekenaar van de strip, Carol Voges, tot een verbijsterend inzicht, wanneer hij bij een zoektocht door het huis een foto tegenkomt van zijn ouders rond 1947. “Ik schrok me rot. Daar stonden Pa Pinkelman en Tante Pollewop. Opeens realiseerde ik me, dat ik dertig jaar geleden onbewust m’n ouders heb getekend. Mijn vader leeft niet meer. Mijn moeder heb ik ’t verteld; ze was er eigenlijk ontzettend trots op.”

Pa Pinkelman en Tante Pollewop zijn dus in feite uit Betondorp afkomstig.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Zilveren jubileum

In 1950 viert pastor Vriens zijn 25-jarig priesterjubileum. Dit wordt besproken in de Maasbode van 12 juni 1950.

Pastoor Vriens in ’t zilver

Nadat de zeereerwaarde pater A. Vriens M.S.F., pastoor van Amsterdams jongste parochie, die van de H. Familie in Tuindorp Watergraafsmeer (Betondorp) verleden week Dinsdag in de kring van zijn familie zijn zilveren priesterfeest had gevierd, kregen Zaterdag en Zondag de parochianen de kans om hun herder te huldigen. En daar hebben zij veel werk van gemaakt.

Aan de vooravond werd de pastoor in zijn parochie ingehaald door de volledige jeugdbeweging van de parochie. Aan de kerk werd de jubilaris ontvangen door een lange rij priesters, misdienaars en bruidjes, die hem naar het priesterkoor leidden, waar de jubilaris, na een welkomstwoord van pater J. Menken, één der kapelaans een plechtig Lof celebreerde.

Overvol was de kleine noodkerk bij de plechtige Hoogmis, die pastoor Vriens Zondagmorgen opdroeg met assistentie van de hoogeerw. pater A. Reyers, provinciaal van de Missionarissen van de H. Familie.

Tijdens de zeer drukke receptie werd de pastoor ’s middags namens de parochianen een som gelds aangeboden voor de nieuwe kerk, waarvan men in het najaar met de bouw hoopt te mogen beginnen. Het kreeg een wel zeer muzikaal slot toen ’s avonds twee muziekcorpsen, “St. Gregorius” uit Duivendrecht en de neutrale harmonie T.W.M. uit “de Meer”, de jubilaris een serenade kwamen brengen.

Vriens is sinds 1936 rector van de noodkerk in Betondorp, en sinds 1948 pastoor van de zelfstandige parochie die dan door de Haarlemse bisschop Huiberts in Betondorp wordt opgericht.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1951-1960

Pastoor Vriens start de Open Deur

In 1944 voelt de pastoor van Betondorp, pater Adrianus J. Vriens, zich opgesloten in Betondorp. Vriens is sinds 1936, samen met zijn assistent pater Fr. A. Kampenhout in het dorp benoemd met als vooruitzicht dat hij na de opstartperiode uitgezonden zal worden naar de missie. Maar vanwege de oorlog is dat al geruime tijd onmogelijk. Vriens klaagt zijn nood bij de bisschop van Haarlem, Johannes Petrus Huibers, die hem suggereert om als alternatief, missionair in Amsterdam te gaan optreden. Het idee laat Vriens niet los en leidt tot oprichting van een pastorie voor niet-katholieken, “Open Deur”, die zich in eerste instantie vestigt op de Heiligeweg en later ook op de Hoofdweg en op Linnaeushof 44.

Open Deur is een succes en de operatie wordt geleidt door zeven paters van de Congregatie van de Heilige Familie, waar het witte kerkje in Betondorp ook bij hoort. Er vinden conferenties met dominees plaats, er zijn allerlei cursussen, honderden mensen worden voorbereid voor het Heilig Doopsel en het spraakmakende boek van de gereformeerd theoloog Berkouwer wordt besproken, Conflict met Rome.

Het succes van Open Deur, dat ook in andere steden in Nederland wordt nagevolgd, maakt het verblijf in Nederland voor pater Vriens blijkbaar dragelijker, want hij blijft in totaal maar liefst 25 jaar aan de parochie in Betondorp verbonden en zal ook later Nederland niet meer verlaten. Vriens overlijdt uiteindelijk in 1979 op 83-jarige leeftijd. Pater Kampenhout wordt minder oud. Hij verwisselt al in 1957 op slechts 56-jarige leeftijd het tijdelijke met het eeuwige.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Viering 25 jaar Betondorp

In het communistisch dagblad De Waarheid wordt op 1 september 1949 een artikel betreffende de eerste 25 jaar van Betondorp geplaatst, dat wij hier geheel overnemen.

Vlaggen op de Brink en in “het dorp”

Tuindorp Watergraafsmeer bestaat 25 jaar

(Van onze verslaggeefster)

Op de Brink. het beroemde plein van Tuindorp Watergraafsmeer, zullen de volgende week de vlaggen hoog in top waaien. Vijf en twintig jaar geleden duwden pioniers moeizaam handkarren met opgeladen meubelen door het zand van de onbestrate wegen om zich in het Tuindorp Watergraafsmeer te vestigen. De eerlijkheid, die geschiedschrijving vereist, gebiedt ons de rechten te erkennen van een minderheid, die verklaart reeds 27 jaren in Betondorp (wie spreekt van Tuindorp Watergraafsmeer?) te wonen, maar alles – die twee jaren zijn bij de prijs inbegrepen: ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum gaat Betondorp een week lang feestvieren. Zaterdagmiddag a.s., te half vier, worden de jubileumfeesten geopend met een muzikale rondtocht en de volgende Vrijdag eindigen zij met een concert van de mannenzangvereniging “Amsterdam-Oost. Daartussen vallen straatfeesten, cabaret- en toneeluitvoeringen, voorstellingen voor de jeugd en de ouden van dagen, étalagewedstrijden, dankdiensten in de kerken en een uitvoering van de Harmonievereniging “Watergraafsmeer”. De buurtverenigingen hebben gezamenlijk de voorbereiding tot de feestelijkheden getroffen.

Huizen met stromend water

In 1924 kwam het eerste complex gereed van de kleine duizend woningen, die de gemeente in dit uiterste Zuid-Oosten van de stad heeft laten neerzetten. Deze huizen waren van beton, bedoeld als proef. De woningen stonden nog niet lang, of er kwamen klachten over vochtigheid; deze klachten bleven gedurende 25 jaar consequent bestaan en werden de laatste jaren uitgebreid met de klacht, dat de gemeente al die tijd niets aan de woningen heeft laten doen. Van veel beter kwaliteit zijn de woningen, waarvan de bouwvereniging “Eigen Haard” en de “Algemene” er ieder 526 hebben laten neerzetten.

Maar hoe dan ook: welk een verbetering voor een aantal arbeidersgezinnen van hun behuizing op de Eilanden weg te trekken naar die lage huisjes met voor- en achtertuin. “Als ik er nog aan denk, hoe we gelachen hebben, toen de handkart, waarmee wij onze spullen overbrachten, om de haverklap in het zand bleef steken en dompte”, vertelt ons nu een van de oude garde, die destijds tot de volksverhuizers behoorde.

Ter leringhe ende vermaeck

Toen de timmerlieden, de metselaars, de schilders en stratenmakers hun werk hadden gedaan, gingen de bewoners zich beraden, wat er verder te doen stond om het aangename, dat reeds werd bereid door landelijke rust en bloementuintjes, uit te breiden en te verenigen met het nuttige van een cultureel leven. Om te beginnen wrochtte de vlijt van de ouders een speeltuinvereniging “Amsterdam-Oost” (met tuin, aan het Onderlangs). Niet veel jonger dan Betondorp zelf is de voetbalvereniging T.W.M. Deze letters betekenen: Tuindorp Watergraafsmeer. (T)och (W)eer (M)azzel zeiden leden en bestuurders tot elkaar, als de vereniging had geworsteld met moeilijkheden en was bovengebleven. Thans is de bloei van T.W.M. wel geconsolideerd: de vereniging, een tweede klasser, heeft zes elftallen lopen. Dan is er de gymnastiekvereniging D.O.C. U zult in Betondorp niet veel ouders vinden, die hun kinderen niet in D.O.C. hebben. Truida Bonnet, turnkampioene van Nederland, is groot geworden in D.O.C.; thans, nu zij in Friesland woont, is zij nog steeds erelid. Verder beschikt Tuindorp Watergraafsmeer over een muziekvereniging van deze naam, die bij deze gelegenheid luister bijzet aan plaatselijke evenementen en die op concoursen goede sier maakte. Tenslotte zijn er een mannenzangvereniging “Amsterdam-Oost”, een tuingroep “Rust en Vreugde”, een openbare leeszaal en een bridgeclub, terwijl aan het enige ontbrekende: een klaverjasclub, wordt gewerkt. Wij zal de vrije uren tellen, waardoor al deze verenigingen groot zijn geworden?

Ook op ander gebied hebben de Tuindorpers het nodige bereikt: door hun voortdurende actie, tezamen met de Watergraafsmeerders, verdwenen tenslotte de hatelijke spoorbomen aan de overgang 3de Oosterparkstraat bij de Tugelaweg.

Voorbeeldige gemeenschap in hongerwinter

Tot ver in de Watergraafsmeer is de naam bekend van dokter Wagenaar. Deze arts dankt zijn populariteit vooral aan zijn activiteit gedurende de hongerwinter Amsterdam getoond was gemeenschapszin kan bereiken. Voedsel en turven, uit het hele land bijeengebracht, werden door de bewoners nauwlettend beheerd. Toen de nood aan de man kwam, was de jeugd de eerste, die extra voedsel kreeg, daarna volgden de ouden van dagen. Grote gezinnen, hulpbehoevenden werden verzorgd en op de duur kreeg iedere dorpsbewoner op bepaalde tijden extra levensmiddelen. Vrouwen schilden dag in dag uit aardappelen en verzorgden groente. Er werden 158 kinderen naar Friesland en Drente uitgezonden.

Dokter Wagenaar heeft in de organisatie van al deze hulp een belangrijk deel voor zijn rekening gehad. Trouwens, de gehele werkzaamheid van de bevolking onder leiding van het noodcomité is een der belangwekkendste punten uit de geschiedenis van Betondorp. Een geschiedenis van een kwart eeuw, waaruit de komende dagen heel wat zal worden opgehaald, in buurtgesprekken, op het Hofje aan de Brink, in feestredevoeringen.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Drie kinderen aan de dood ontsnapt

Uit de Telegraaf van 21 december 1950

Drie kinderen aan dood ontsnapt

Een agent van politie van het bureau Linnaeusstraat heeft in de afgelopen nacht door zijn oplettendheid en onmiddelijk ingrijpen drie gezinnen uit de Sikkelstraat in het Betondorp voor groot levensgevaar, nl. gasvergiftiging, behoed. Dank zij het optreden van de politieman bleven de gevolgen nu beperkt tot drie kinderen, die reeds bedwelmd in hun bedje lagen, maar die spoedig weer bijkwamen.

Even na tweeën surveilleerde de agent in de Sikkelstraat toen zijn blijkbaar goed ontwikkeld reukorgaan een gaslucht waarnam. Langs de huizen probeerde hij vast te stellen waar de lucht vandaan kwam. Tot hij voor een perceel kwam, waar de lucht nog sterker was. Hij rook aan het sleutelgat en constateerde dat het gas uit het huis drong.

Direct sloeg de politieman alarm. Hij belde de bewoners wakker. Verschrikt kwamen dezen kijken en zij merkten toen dat er een verstikkende gaslucht in hun huis hing. Ramen en deuren werden opengegooid. Ook in de twee naastgelegen woningen bleek gas te zijn binnengedrongen. Dr. Wagenaar, die vlakbij woont, verleende de eerste hulp. De drie kinderen die reeds bewusteloos waren geraakt, behoefden niet naar het ziekenhuis te worden gebracht.

Vermoedelijk door een breuk in de gasbuizen voor deze percelen was het gas door de fundering en de vloer in de woningen gedrongen.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Burgemeester Wagenaar

Wagenaar

In verband met de vrees dat Betondorp bij een confrontatie tussen de inmiddels in Normandië gelande geallieerden en de Amsterdam verdedigende Duitse troepen van de belangrijkste voorzieningen en ook voedsel zal worden afgesneden, wordt in 1944 binnen Betondorp door een situationeel Noodcomité Tuindorp Watergraafsmeer overlegd over maatregelen om dat eventuele leed te verzachten. Er wordt onder andere gesproken over de noodzaak tot inrichten van een noodziekenhuis op het Zuivelplein, het treffen van bijzondere voedselvoorzieningen, het oprichten van een technische dienst voor onder andere dijkbescherming, een veterinaire dienst en een bewakingsdienst. Zo’n 500 Betondorpers geven zich bij het comité op om mee te helpen. De saamhorigheid is groot.

Voûte

Een en ander gaat in overleg met de Gemeente Amsterdam en de na de Februaristaking door het nationaalsocialistisch bewind aangewezen burgemeester Edward Voûte. Besloten wordt een vertegenwoordiger van de Gemeente aan te wijzen om de beschermingsactiviteiten zoals hierboven genoemd te leiden en verder vorm te geven. Hiertoe wordt arts J.H. Wagenaar, woonachtig op Middenweg 162, aangewezen, die ook al functioneert als voorzitter van het Noodcomité. De buurman van Wagenaar van Middenweg 160, J.F. Becker, wordt conform zijn positie in het Noodcomité als vervanger aangewezen.

Alhoewel de term ‘burgemeester’ voor Wagenaar niet genoemd wordt, wordt hij al gauw in zijn functie als plaatsvervangend vertegenwoordiger van Voûte ‘burgemeester van Betondorp’ genoemd. Wagenaar mag, indien het dorp door oorlogshandelingen geïsoleerd komt te liggen, namens Voûte de belangen van de bevolking behartigen bij het bezettend troependeel, leidinggeven aan de hulpverlening aan gewonden, de burgerlijke stand provisorisch bijhouden, begrafenissen regelen en zelfstandig hulp verlenen bij luchtaanvallen.

Al gauw wordt duidelijk dat de door de nationaalsocialisten gevreesde snelle doorbraak van de geallieerden (‘Dolle Dinsdag’) niet tot stand komt. Wel volgt op de aanstelling van Wagenaar de hongerwinter, waarin het Noodcomité door coördinerende werkzaamheden zich zeer nuttig weet te maken. Betondorp telt eind 1944 nog 1.200 kinderen, die weliswaar gevoed worden door de Gemeente Amsterdam, maar toch door honger dreigen om te komen. Wagenaar organiseert transporten van deze kinderen naar Friesland, waar hij relaties heeft.

Uit: Een jaar Noodcomité; zie link hieronder

Per 19 januari 1945 wordt Wagenaar weer eervol ontslagen van zijn waarnemend ‘burgemeester’-schap. Vanuit zijn voorzitterschap van het Noodcomité zet hij zijn werkzaamheden voort. Ook na de oorlog blijft arts Wagenaar nog geruime tijd betrokken bij sociale activiteiten in Betondorp. In 1946 verschijnt zijn boek Een jaar Noodcomité.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1931-1940 Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1951-1960 Geschiedenis 1961-1970 Geschiedenis 1971-1980 Geschiedenis 1981-1990 Geschiedenis 1991-2000

Geschiedenis van de Heilige Familie Kerk in Amsterdam Oost (Betondorp)

Aanvankelijk was er geen kerk in de nieuwbouwwijk Betondorp. De Rooms Katholieken komen vanaf 1936 in de voormalige Roosenburghschool aan het Zuivelplein bijeen, in de Kerk van de Heilige van Nazareth, een initiatief van de Sint Petrus Banden parochie te Diemen.

Op 22 mei 1951 werd de eerste paal geheid en op 7 oktober van dat jaar werd de eerste steen gelegd door deken Boekhorst, met assistentie van de pastoors van Diemen en Duivendrecht.

Het jaar daarop werd de kerk op 15 juli in gebruik genomen en op 28 augustus 1952 is de kerk door de mgr J.P, Huibers, toenmalig bisschop van Haarlem, geconsacreerd.

De kerk is gebouwd in de stijl van de Delftse School, en ontworpen door H.A. van Oerle en J.J. Schrama.

Het witte kerkje

Oorspronkelijk was de kerk geheel wit (vandaar de bijnaam “het witte kerkje”), maar in 1962 werd het witsel verwijderd, waardoor de rode baksteen zichtbaar werd. In oktober 1965 werd er een nieuwe vleugel in gebruik genomen. Dit gemeenschapshuis heet D’Uytvlught, naar een buitenplaats die er vroeger vlakbij lag. Het reliëf boven de ingang is van de beeldhouwer C. Stouthamer.

De pastorie, aan de noordkant, fungeerde aanvankelijk als klooster voor zeven paters en broeders. In 2003 is deze kerk als parochiekerk gesloten en zijn de parochianen toegevoegd aan de Hofkerk (Martelaren van Gorkum, Linnaeushof). Sindsdien heeft een Kroatische kerk (Kroatisch Katholieke Missie) het pand enige tijd gebruikt.

Parochie van de Blessed Trinity.

De geschiedenis van de parochie van de Blessed Trinity gaat terug tot 19 november 1958. Pater H.W.A. Hendriks richtte samen met een paar leraren van het Sint Ignastius College en het Fons Vitae de Stichting Katholiek Orientatiecentrum Voor Vreemdelingen op. Al spoedig werden er eucharisatievieringen in de Engelse taal verzorgd op het Begijhof. Aanvankelijk was de populatie gelijkmatig verdeeld over verschillende nationaliteiten, totdat er een grote groep Ieren kwam. Ierse meisjes konden namelijk in hotels gaan werken. De volgende grote groep die bij de gemeenschap kwam waren meisjes uit de Filipijnen die in de verpleging of de textielindustrie kwamen te werken. Tot slot kwam er een grote groep Afrikanen, met name Nigerianen en Ghanezen. De parochie was uitgegroeid tot ongeveer 400 bezoekers per zondag en vooral op het Begijnhof leidde dat op dagen dat er veel toeristen waren tot veel verkeersdrukte op de Rozengracht. Sinds 1996 is de Parochie van de Blessed Trinity gehuisvest in de Heilige Familiekerk. Door de coronacrisis is het aantal gelovigen die op zondag naar de vieringen komen, natuurlijk flink teruggelopen. Nu de maatregelen (oktober 2021) wat worden versoepeld komen er weer zo’n 200 gelovigen naar de H. Mis op zondag.

In 2014 kreeg het gebouw van de Heilige Familiekerk het de status van gemeentelijk monument.

  1. PARISH OF THE BLESSED TRINITY

De kerk aan de Zaaiersweg was vroeger een parochiekerk met de naam “Kerk van de Heilige Familie”. Momenteel is het een Engelstalige migrantenparochie onder de naam “Parish of the Blessed Trinity” (Parochie van de Heilige Drie-eenheid). Een beknopte geschiedenis van deze katholieke gemeenschap is hierboven beschreven.

Op de foto ziet u het interieur van de kerk.

Centraal in de kerk is het altaar, waar de H. Mis wordt opgedragen. Wij zijn een Rooms Katholieke parochie en als zodanig onderdeel van het Bisdom Haarlem-Amsterdam. Bisschop Johannes Hendriks is onze bisschop.

Voor de katholieke Kerk is de Heilige Mis, of de Eucharistie zoals dit ook wordt genoemd, “de bron en het hoogtepunt van het kerkelijk leven.” Zo omschrijft de Kerk zelf de betekenis van de Eucharistie. In onze Blessed Trinity parochie is dit op een bijzondere manier waar. Wij zijn een parochie zonder territorium. Alle “normale” parochies (d.w.z. geen immigrantenparochies of ander parochies met een bijzondere doelgroep) hebben een bepaald gebied en de katholieken die wonen in dat gebied, behoren dan tot deze parochie. Bij ons kan iedere gelovige, waar hij ook woont, lid worden van de parochie. Daar de parochie speciaal is opgericht voor Engels sprekende migranten, zijn het vooral deze mensen die zich als parochiaan laten inschrijven. De meeste parochianen komen eens in de week, op zondagmorgen, samen voor het vieren van de Eucharistie. Deze Eucharistieviering is in het Engels en volgt verder de algemene richtlijnen voor de H. Mis zoals deze gelden voor alle Eucharistievieringen in de Katholieke Kerk.

De H. Mis is “de bron van het kerkelijk leven”, dat wil zeggen dat de gelovigen in de H. Mis de kracht en inspiratie opdoen  voor hun christelijk leven, voor het leven als navolgers van Christus. In de H. Mis worden de gelovigen geestelijk gevoed met Gods Woord dat wordt gelezen en verklaard, en door het Sacrament van het Lichaam en Bloed van Christus. De Katholieke Kerk gelooft dat Jezus Zich werkelijk geeft in het Sacrament van de Eucharistie en dat de viering van de H. Mis  het Offer van Christus op Calvarië tegenwoordig stelt.

De H. Mis ik ook “het hoogtepunt van het kerkelijk leven” omdat het op Sacramentele wijze viert wat de uiteindelijke bestemming is van de Kerk en van het leven van iedere gelovige: het Hemels gastmaal dat Jezus heeft beloofd aan Zijn volgelingen. De H. Mis is ook de hoogste lof die we aan God kunnen geven omdat het Offer  van Christus Zelf wordt tegenwoordig gesteld, het Offer dat de wereld met God verzoend.

Naast de viering van de Eucharistie zijn er natuurlijk tal van andere activiteiten: van geloofsonderricht tot het onderhoud van het kerkgebouw, van koorzang tot voorbereiding van de liturgie. En er zijn ook pastorale taken, die in de charitas en het bezoek aan zieke parochianen worden verwezenlijkt. De “focus” van de Blessed Trinity parochie ligt echter niet zozeer op de georganiseerde taken “naar buiten toe”  – die natuurlijk wel wezenlijk behoren tot de taken van een katholieke parochie – juist omdat we geen territorium hebben en het moeilijk is om dingen te organiseren buiten de zondag om. De parochianen hebben wel de zending om in hun dagelijks leven in praktijk te brengen wat hen op de zondag door het Woord van God wordt gezegd. De wekelijkse viering van de Eucharistie dient “het desem te zijn voor het brood van alledag.”

Voor meer informatie over onze parochie verwijs ik u graag naar onze website waar u veel kunt lezen over ons geloof en onze activiteiten: blessedtrinity.nl

Ik hoop dat de kennismaking met onze parochie voor allen duidelijkheid mag geven over wat we geloven en doen en dat het wellicht ook inspiratie mag schenken. Fr. Peter Klos, pastoor