Drooglegging van de Watergraafsmeer

Het oudst bekende plan om de Watergraafsmeer droog te leggen dateert al uit 1559. Toch duurde het nog tot 1622 tot een en ander serieus werd, met een gedegen plan van advocaat Cornelis Davelaar om het meer te dempen. Dit plan leidde er toe dat de Amsterdamse Vroedschap in 1624 aan de Staten van Holland en West-Friesland verzocht zelf het meer droog te mogen leggen. Zie hieronder een afbeelding van het meer, vlak voor drooglegging.

Drooglegging gebeurde vrij snel. In 1631 was het Watergraafsmeer inmiddels droog en in kavels verdeeld. Zie hiervoor de kaart hieronder.

Het nieuwe stratenpatroon is goed zichtbaar. Rond de polder staan molens om deze droog te houden: vier bij het Nieuwe Diep en drie bij de Amstel. De polder wordt doorsneden door het verlengde van de Oetewalerweg, die speciaal voor de polder verbreed wordt. Er worden drie bruggen over de Ringvaart aangelegd: eentje bij Diemerbrug, eentje bij Oetewaal en eentje bij de Amstel. De toekomstige hoofdingelanden zijn zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van de dijk. Daartoe worden een dijkgraaf en heemraden aangewezen, die keuren en ordinantiën mogen uitvaardigen.

De aangelegde percelen worden per veiling verkocht aan belangstellenden, waarbij de eigenaren van de oude landen die tot aanleg van de Ringdijk vergraven zijn – zeg maar de om de meer liggende landen – de eerste rechten tot aankoop hebben. Uitvergroot hieronder is het hoekje te zien waar uiteindelijk Betondorp aangelegd zal worden. Maar dat duurt nog een kleine 300 jaar. De eerste 30 jaar hoeven ontginners allerlei belastingen niet te betalen.

“Broertje” doodt vogeltje

Uit een interview met Jan Mens en zijn vrouw uit de Leeuwarder Courant, 16 september 1967

“Je moet weten, dat Vinkenoog en de Van het Reves als kinderen ook hier in de buurt woonden. In die jaren hadden wij een huis aan de Middenweg. Onze tuinen grensden aan elkaar en mijn kinderen speelden met de broers Van het Reve: Karel, de prof, die nu in Moskou is en Gerard (“De Avonden”, “Nader tot U”, “Op weg naar het einde”), die wij broertje noemden. Dat Karel bijzonder veel hersens had, bewees hij als kind al.

Vader Van het Reve was redacteur van de “Tribune”. Hij ging veel naar congressen. Toen Karel twaalf jaar was, maakte hij op de schrijfmachine voor zijn vader al vertalingen van verslagen uit het Duits. Gerard leek een stille jongen, een dromer.”

Mevrouw Mens, die koffie brengt, is nog verontwaardigd als zij, inhakend op ons gesprek, zegt: “Soms had “broertje” vreemde streken. Hij liet je erin lopen en deed rotdingen. Zo had hij eens een vogeltje, dat hij onder het zand begroef. Na een tijdje keek hij of het dier al dood was. Leefde het beestje nog, dan pepte hij het weer op om het daarna opnieuw te begraven. Die jongens hadden een vrij leven. Vader was veel weg. Moeder ook door haar werk voor de vrouwenbonden. Ze was fanatiek communiste. Opa paste dan op de jongens en stond achter de wastobbe.”

Post in Betondorp

De hangbrievenbus op Ploegstraat hoek Brinkstraat is in april 1924 de eerste postvoorziening in Betondorp.

Betondorp beschikt vlak na aanleg over een postagentschap op de hoek van de Middenweg en de Brinkstraat, postagentschap Amsterdam Middenweg geheten. Hier staat ook een standaard brievenbus. Dit postagentschap verhuist op maandag 31 oktober 1927 verplaatst naar Landbouwstraat 65, en de bus gaat mee. Voortaan zal het postagentschap Betondorp-Watergraafsmeer heten. Een andere (hang)brievenbus verandert op 31 oktober 1927 ook van plaats: vanaf hoek Veeteelstraat en Brink verhuist deze naar Veeteeltstraat 19, hoek Ploegstraat.

Ergens in de periode 1927-1939 verhuist het postagentschap van Landbouwstraat 65 naar Landbouwstraat 108. Op 16 december 1939 verhuist het postagentschap Betondorp-Watergraafsmeer van Landbouwstraat 108 naar Akkerstraat 31. Na de oorlog is het postagentschap gevestigd in Landbouwstraat 53, waar het in 1959 te maken krijgt met een gewapende overval, waarbij de beheerder van het postagentschap (tevens sigarenwinkelier) Numan in een arm en een been geschoten wordt. Gelukkig worden de daders – jongelui – door de politie op de Valentijnkade in de Indische Buurt gegrepen.

In 1991 zit het postagentschap op de Brink.

De overval

Politie vervoert jongste dader van Linnaeusstraat naar J.D. Meijerplein

In de ochtend van zaterdag 9 mei 1959 opent eigenaar van sigarenwinkel “’t Postkantoortje” en houder van het postagentschap Betondorp-Watergraafsmeer, Hendrik Nukoop, niets vermoedend de deur van zijn winkel aan Landbouwstraat 53 voor het publiek. Nukoop beheert al vijf jaar het postagentschapje. Eerder zat hij op de grote vaart, op de Willem Barentsz. Over het verloop van de verkoop die ochtend is verder niets overgeleverd, maar aan het eind van de ochtend, even voor twaalf uur – sluitingstijd van de winkel die zaterdag – stormen vier jongemannen, waarvan drie gewapend met een automatisch pistool, het pand van Nukoop binnen, onder het roepen van “je geld of je leven”. Zij moeten er van op de hoogte zijn dat de kas die ochtend een groot bedrag bevat vanwege de uitbetaling van de AOW-gelden.

De 52-jarige Nukoop is echter niet van plan zijn kassa aan het viertal af te leveren. Integendeel, hij komt direct achter zijn loket vandaan, stormt op de jongelingen af en deelt daarbij ferme klappen uit. De tegenstanders laten het hier echter ook niet bij zitten en maar liefst twee van hen aarzelen niet het vuurwapen ook daadwerkelijk te gebruiken om in totaal drie schoten af te vuren. Nukoop wordt door in zijn lies geschoten; een andere kogel blijft in zijn bovenarm steken. Hij valt neer op de grond. De winkeljuffrouw en een aanwezige kijken geschokt toe bij het gebeuren. Hond Astrid kruipt ergens weg.

De jongens schrikken zelf van hun daden en slaan direct op de vlucht. Ze blijken daarbij gebruik te maken een van met draaiende motor klaar staande grijsgroene Ford-Mercury, bemand door een vijfde bendelid: de wachtende chauffeur. De auto werd de eerdere donderdagavond, op Hemelvaartsdag, gestolen bij garage Tabak aan de Reguliersdwarsstraat. Mevrouw A. Muller van de tegenoverliggende slagerswinkel hoort de schoten en belt direct de politie. Een voorbijgangster weet daarbij een deel van het nummer van de vluchtende wagen aan de politie door te geven. Alle radiowagens van de Radio Wagen Dienst krijgen de opdracht uit te kijken naar de grijsgroene wagen.

Agenten G. van Hoogen en G.M. Vossevelde rijden met hun radiowagen door Amsterdam Oost en zien op het kruispunt Molukkenstraat-Valentijnkade de bewust auto over de Ringdijk aanstuiven. In een ultieme ontsnappingspoging slaat de wagen de Valentijnkade op, achtervolgd door de agenten, die de sirene laten loeien en door openstaande raampjes hun revolvers op de vluchtelingen richten. Weinig bekend zijn de daders met Amsterdam Oost: de Valentijnkade loopt daar dood op het Shell-sportpark en de jongens worden klemgereden. De jongens, die hun schietwapens nog in de hand hebben, wordt een keuze gegeven. In eerste instantie weigert een van hen. Typograaf C.N.R. gooit pas na drie sommaties het wapen op de grond. Nu geven de vijf overvallers zich aan de twee koelbloedige politieagenten over en worden gearresteerd. Later zullen de agenten zowel van de Officier van Justitie als van de Hoofdcommissaris een compliment krijgen voor hun moedig optreden. Bovendien krijgen zij een bijzondere tevredenheidsbetuiging van de minister van Justitie inclusief een geldbedrag.

In totaal worden in de auto vier vuurwapens in beslag genomen, die uit twee Amsterdamse depots van het leger aan resp. de Papaverweg in Amsterdam-Noord (opslag in voormalige Fokkerfabriek) en de Oranje-Nassaukazerne aan de Sarphatistraat gestolen blijken te zijn. De heren worden aanvankelijk opgesloten op bureau Linnaeusstraat, waar zich buiten een grote mensenmenigte ontstaat. De overvallers blijken afkomstig te zijn uit Amsterdam-Noord, maar ontmoeten elkaar vaak op het Mercatorplein in Amsterdam-West: typograaf C.N.R. (Cor, 20), verfmaker J.K. de G. (22), bankwerker A.F. de G. (18, broer van J.K. de G.), schoenmaker R.M. (16) en gereedschapsmaker C.V. (18). De bende had tijdens hun voorbereidingen vrijdagavond de Westertoren als verzamelpunt voor de overval gekozen en de aanrijdroute vastgesteld. Na wat rondtoeren door de buurt, kopen twee van de jongens verkennenderwijs eerst een pakje sigaretten bij Numan, waarna na nog een rondritje het moment daar is en vier van de vijf jongens het pand binnenvallen. Saillant detail: de jongens hadden thuis de lopen van de wapens afgezaagd om ze zo in hun broek te kunnen stoppen. Verder hadden de heren afgesproken eventuele politieagenten koud te maken; een voornemen dat gezien bovenstaand verslag niet werd uitgevoerd.

Wapenarsenaal

De jongelieden waren de sigarenwinkelier op het spoor gekomen via de 16-jarige R.M. Hij had in Betondorp gewerkt en had zijn vrienden verteld dat de zaken bij Nukoop prima liepen. Bovendien was hij er op de een of andere manier van op de hoogte dat die zaterdag vanwege de AOW-betaling ruim 35.000 gulden in kas zou zitten. De onverlaten, die vanwege hun wapendiefstallen thuis een enorm arsenaal hadden opgebouwd en regelmatig schietoefeningen hielden in het Vliegenbos, hadden daarop besloten daarop in actie te komen.

Nukoop wordt met spoed in het OLVG opgenomen en ligt in het Maria-paviljoen. Zijn verwondingen zijn gelukkig niet ernstig. Wel is zijn arm gebroken, vanwege een schot afgevuurd door de 16-jarige schoenmaker. Het schot van de typograaf echter schampte het been van de sigarenhandelaar en richtte nauwelijks verwondingen aan. “Ik heb er een hekel aan geld af te geven. Je gaat het als je eigendom beschouwen,” zo licht de agentschapshouder in de pers zijn opmerkelijke dadendrang toe, in aanwezigheid van een trotse echtgenote.

Nukoop in het ziekenhuis

De vijf overvallers kennen elkaar vanuit gevangenissen en Rijksopvoedings-gestichten. Met name bankwerker A.F. de G. is op jeugdige leeftijd al een ervaren crimineel en is al meer dan dertig keer opgepakt wegens autodiefstal. Ook wist hij vele malen uit inrichtingen te ontsnappen en pleegde hij diefstallen van wapens uit het wapendepot van de Koninklijke Landmacht in Amsterdam Noord. Ook typograaf C.N.R. is geen onbekende van de politie. Al eerder pleegde hij een gewapende overval op een winkel, waarbij bedrijfsleider Van der Broek ernstig gewond raakt en een bedrag van 6.000 gulden wordt ontvreemd. De jongste verdachte, tipgever en schietende schoenmaker R.M., is zo ervaren nog niet. Zijn ouders zijn diep getroffen door de daden van hun zoon en de vader staat zaterdagavond al als gebroken man aan het bed van Nukoop in het OLVG om zijn excuses aan te bieden. Nukoop is in zijn ziekenhuisbed een gevierde held en krijgt onder andere bezoek van hoge PTT-autoriteiten, die hem bedanken voor zijn moedig optreden.

Drie weken na de schietpartij verlaat Nukoop het ziekenhuis. Zijn arm zit weliswaar nog in het gips maar verder voelt hij zich naar eigen verklaren zo gezond als een vis. Nukoop wordt door de muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer op zaterdag 30 mei 1959 als een held de feestelijk versierde Landbouwstraat binnengehaald en krijgt namens het huldigingscomité van buurtbewoners een spiksplinternieuw televisietoestel aangeboden, en bovendien een fles jenever en een doos bonbons voor winkeljuffrouw Dake.

Huldiging

Wanneer de jeugdige overvallers in december 1959 voor de rechter verschijnen, komen nog enige bijzondere details vrij. Drie van de vijf jongens blijken excuusbrieven te hebben geschreven. Ook wordt bekend dat vier van de vijf verdachten al op 2 mei 1959 tevergeefs gepoogd hadden met een stengun de kassier van de Vroom en Dreesmann te overvallen. Ook zouden de heren de avond voor de overval elkaar bezworen hebben een zeef van de sigarenhandelaar te maken mocht hij zich verzetten.

De Officier van Justitie heeft het er moeilijk mee. Moeten de jonge overvallers beschouwd worden als verromantiseerde fantasten, die teveel films gezien hebben, of juist door en door slechte criminelen, voorgoed verloren voor de maatschappij? Mr. L. van den Berge vordert hoe dan ook zeven jaar gevangenisstraf met T.B.R. tegen de 21-jarige Cor de R. en de 19-jarige Tonny de G., zes jaar tegen Cornelis V., vier jaar tegen de 23-jarige Karel de G. en twee jaar voor de 16-jarige Rudy N. We hebben hier te maken met het tegenwoordige jeugdprobleem, zegt van den Berge. Er zou een delta-plan moeten komen voor ontspoorde jongeren. Maar als Officier van Justitie kan ik zulke gevaarlijke jongens niet op de maatschappij loslaten. Uiteindelijk beslist de rechter beide hoofddaders vijf jaar met aftrek en TBR te geven, waarbij ze een therapeutische behandeling zullen ondergaan. Karel de G. krijgt drie jaar jeugdgevangenis en Cornelis V. vier jaar met aftrek. De 16-jarige Rudy tenslotte wordt ter beschikking gesteld om van Rijkswege opgevoed te worden.

Eén van de daders, Cor R., gaat echter in hoger beroep, vanwege zijn bezwaren tegen T.B.R., die hij als uitzichtloos ziet. Hij wordt in zekere zin beloond. De uitspraak van de rechter is nu zeven jaar met aftrek, maar zonder T.B.R., niet ingaand op het verzoek van de Officier van Justitie de straf te herbevestigen.

Broers Karel de G. en Anton de G. raken ondanks de goede bedoelingen van de rechtstaat niet op het goede pad. In april 1966 worden ze aangehouden na een spectaculaire poging tot inbraak wederom in Amsterdam-Oost. Ook in 1968 staat Tonny de G. weer voor de Amsterdamse rechter, wegens inbraak in een broodfabriek en andere delicten.

Uit het archief van Jannie Leenders – 3

Zoals beloofd nog even de aanbevelingen uit het onderzoek Uitzicht voor Betondorp, dat in februari 1994 verscheen. De volgende maatregelen werden voorgesteld. Sommige daarvan zijn echt genomen, andere niet. Liggen daar nog steeds mogelijkheden dertig jaar later, anno 2024?

  1. De woningbouwcorporaties “Eigen Haard” en “AWV” isoleren de huizen tegen wind, kou en geluid.
  2. Het woningbedrijf Amstel en de beide woningbouwcorporaties onderwerpen hun huizen opnieuw aan de puntenwaardering.
  3. Een commissie van bewoners en het stadsdeel stellen in overleg een programma van eisen op voor de woningbouw op de Ajax-locatie.
  4. Het woningbedrijf Amstel vermindert de geluidsoverlast in huis.
  5. De huurcommissie corrigeert de puntenwaardering van de huizen in Betondorp voor wat betreft de omgevingspunten.
  6. Het stadsdeel bouwt op de locatie van het schoolgebouw op het Zuivelplein eensgezinswoningen.
  7. Een van de lege scholen wordt omgebouwd tot een groepswoning voor ouderen. Bewoners uit Betondorp komen hiervoor als eerste in aanmerking.
  8. Eigen Haard brengt beter hang- en sluitwerk aan.
  9. Het woningbedrijf Amstel en de beide woningbouwcorporaties wijzen de vrijgekomen grote woningen in Betondorp in eerste instantie toe aan jonge gezinnen/Gezinnen wonend in Betondorp komen als eerste in aanmerking voor doorstroming naar grotere woningen in Betondorp.
  10. De huurders van de woningbouwcorporatie “Eigen Haard” richten een bewonerscommissie op.
  11. Seniorenwoningen op de Ajax-locatie worden bij toewijzing in eerste instantie aangeboden aan Betondorpers.
  12. Verhuurders brengen betere verlichting in de gemeenschappelijke binnentuinen aan./De verhuurders bieden bewoners verlichting bij de schuren aan.
  13. De werkgroep Betondorp stimuleert bewoners om openbare perken en plantsoenen te onderhouden.
  14. Het stadsdeel plaatst een verzamelbak voor plastic afval.
  15. De werkgroep Betondorp maakt met de afdeling reiniging van het stadsdeel afspraken over het ophalen van het huisvuil, het vervolgens vegen van de straten en de controle op het buiten zetten van het huisvuil.
  16. Het stadsdeel plaatst verzamelbakken voor oud-papier, glas, textiel en plastic bij de Roozenburglaan en de Middenweg.
  17. De huurderscommissies organiseren het onderhoud van tuinen van mensen die daartoe zelf niet in staat zijn.
  18. Het woningbedrijf Amstel en de beide woningbouwcorporaties stimuleren bewoners tot het schoonhouden en onderhouden van hun tuinen en zien toe op de naleving daarvan.
  19. Het stadsdeelbestuur verbetert het aangezicht van de glas-, oud papier- en textielbakken op de Brink. Tevens zorgt zij ervoor dat de bakken twee keer per week geleegd worden.
  20. Het stadsdeel plaatst wegwijzers in Betondorp.
  21. Twee keer per jaar organiseert de werkgroep Betondorp een grote schoonmaakactie. Bewoners en de betrokken dienstverlenende organisatie (verhuurders, stadsdeel, politie) doen hier aan mee.
  22. Het stadsdeelbestuur zorgt voor een hondenuitlaatplaats op de Zaaiersweg, bij de R.K.-kerk.
  23. Rijkswaterstaat verbetert de geluidswal van de Ringweg./Het stadsdeel zorgt voor een plan bij mogelijke calamiteiten op de Ringweg en informeert de bewoners van Betondorp hierover.
  24. Het stadsdeel en de gemeente Amsterdam stellen de Zaaiersweg open om Betondorp in en uit te rijden.
  25. De politie controleert de naleving van het parkeerverbod Veeteeltstraat en het éénrichtingsverkeer op de parallelweg van de Middenweg.
  26. Een commissie van bewoners en ambtenaren stellen een verkeerscirculatieplan op voor Betondorp.
  27. De aan te leggen wegen op de Ajax-locatie sluiten aan op die van Betondorp.
  28. Het doorgaand verkeer wordt om de Ajax-locatie heengeleid./De Middenweg wordt beter beveiligd. Met name de stoplichten worden beter afgesteld.
  29. De werkgroep Betondorp en de politie treden in overleg met de bewoners Betondorp om gezamenlijk voor de parkeeroverlast een oplossing te vinden. Dit overleg vindt per straat plaats.
  30. Op de Brink, de Brinkstraat, Veeteeltstraat, Landbouwstraat, Ploegstraat en het Onderlangs komen snelheidsbeperkende voorzieningen.
  31. Er komt een rechtstreekse busverbinding met het Amstelstation vanaf de Roozenburglaan.
  32. Het stadsdeel en de verkeerscommissie van de gemeente Amsterdam plaatsen een stoplicht op het kruispunt Zaaiersweg – Roozenburglaan.
  33. De Stichting Welzijn en de speeltuinvereniging ontwikkelen in overleg met tieners en hun ouders activiteiten.
  34. Het Buurthuis houdt onder de bewoners van Betondorp een onderzoek naar gewenste activiteiten.
  35. Het Kruiswerk verstrekt medische hulpmiddelen aan bewoners via Thuiszorg.
  36. De bibliotheek wordt uitgebreid.
  37. Er komt een advies- en informatiecentrum.
  38. Het Willem Dreeshuis bouwt een ZorgCentrum in Betondorp.
  39. Het Buurthuis houdt rekening met wensen van bewoners ontrent het tijdstip waarop activiteiten worden aangeboden.
  40. De Stichting Welzijn zorgt ervoor dat de speeltuin een aantrekkelijk aanzicht heeft, vaker open is en dat er meer en beter toezicht is.
  41. Voor toeristen en nieuwe bewoners worden rondleidingen verzorgd door Betondorpers.
  42. Het Verenigingsgebouw krijgt weer een functie voor de bewoners van Betondorp.
  43. Het stadsdeel regelt een weekmarkt op de Brink.
  44. De werkgroep Betondorp stelt een feestcommissie in, die dorpsfeesten en de braderie organiseert.
  45. De Stichting Welzijn organiseert in overleg met het stadsdeel mogelijkheden voor kinderen en jongeren om in de gymzaal op het Huismanshof te sporten.
  46. Er komt een schoolbusdienst voor vervoer van kinderen naar buiten de buurt gelegen scholen.
  47. De apotheek is de hele dag open.
  48. Het stadsdeel verschaft startende winkeliers in Betondorp een startsubsidie. De verhuurders zorgen voor een betaalbare huur.
  49. De medezeggenschapsraad van de Watergraafsmeer-school mobiliseert bewoners voor het behoud van de school.
  50. Er komt een inloop-spreekuur voor de politie. Van daaruit vindt permanente surveillance, te voet of per fiets, plaats.
  51. Stadswerken zorgt voor een apart stuk wildernis voor jongeren op het Voorlandpad of Drieburg.
  52. De Nieuwe Betondorper gaat maandelijks verschijnen.
  53. De werkgroep Betondorp fungeert als een platform van actieve bewonersgroepen.
  54. De politieke partijen organiseren jaarlijks een openbaar debat met de bewoners van Betondorp over de leefbaarheid van de buurt.
  55. Verhuurders stellen middelen ter beschikking ten behoeve van kadervorming onder de huurders.
  56. De werkgroep Betondorp zorgt in samenwerking met het stadsdeelbestuur voor een wegwijzer voor nieuwkomers in Betondorp./Het stadsdeel zorgt twee keer per jaar samen met de werkgroep Betondorp voor een samenkomst met nieuwe bewoners.
  57. Het Brinkhuis organiseert interculturele ontmoetingen.

Dat wat betreft Uitzicht voor Betondorp, februari 1994

Het betondorp. Nieuws- en advertentieblad voor ’t Landbouwkwartier, Het Betondorp, Diemerbrug en Diemen. Officieel orgaan van Amsterdam-Oost en Het Betondorp

In 1925 verschijnt voor de eerste maal een eigen advertentieblad in Betondorp, genaamd Het betondorp. Nieuws- en advertentieblad voor ’t Landbouwkwartier, Het Betondorp, Diemerbrug en Diemen. Officieel orgaan van Amsterdam-Oost en Het Betondorp. Het IISG heeft nog een nummer uit 1926 ter beschikking. Verder lijkt ieder spoor van deze krant verdwenen.

We nemen het blad hieronder volledig over…

Leo Happé opent eigen café

Leo Happé komt uit Betondorp en is in zijn jeugd bevriend met Johan Cruijff, met wie hij menig balletje trapt. In januari 1974 begint Leo zijn eigen café aan de Johan Huizingalaan in Amsterdam Slotervaart, samen met Hans de Breij. Speciaal voor de opening komt de dan al wereldberoemde Johan Cruijff van Spanje over naar Amsterdam. Samen met de vrienden gaat hij op de foto die in het Parool wordt afgedrukt…

De vrienden voor café-petit restaurant de Nieuwe Post

Geen luchtbanden voor Betondorp

Het is Buurtvereeniging Amsterdam-Oost die in het voorjaar van 1925 een adres indient bij de Gemeenteraad van Amsterdam waarin gepleit wordt voor een autobusverbinding met het nieuwe stadsgedeelte Betondorp. Op de vergadering van 24 juni 1925 wordt het adres behandeld. Door Doornbusch en Wijnkoop (CPH) wordt gepleit lijn A te doen doortrekken naar het Betondorp. Wethouder Wibaut (SDAP) heeft hier moeite mee, omdat al eerder geconstateerd was dat het doortrekken van deze lijn op ernstige bezwaren stuitte. De beslissing wordt op voorstel van Wijnkoop uitgesteld naar een volgende vergadering.

Deze vergadering vindt op woensdag 8 juli 1925 plaats. We citeren uit De Standaard van die dag.

Het Betondorp

Hierna komt aan de orde het adres van de Buurtver. Amsterdam-Oost inzake de verbinding van het landbouwkwartier met het overige gedeelte der stad met het voorstel van B. en W. om dit adres te stellen in hun handen ter afdoening en het voorstel-Doornbusch c.s. om autobuslijn A door te trekken tot het Betondorp en autobuslijn D tot het Thorbeckeplein.

De heer Dornbusch licht zijn voorstel nader toe en wijst er nogmaals – evenals in een vorige zitting – op, dat passagiers van lijn D, die thans tot het Amstelhotel leidt, gedwongen zijn ook nog een tram te nemen. En ook de trams zijn te duur. Niet voor een Raadslid; want deze heeft een vrijkaart. (Gelach). Spr. dring voorts aan op een 5-minutendienst voor de autobuslijn, inplaats van een 10-minutendienst.

De heer Van Meurs wijst er op, dat bewoners van de Pretorius- en Transvaalbuurt nu reeds klagen geen plaats in de autobus te kunnen krijgen. Wanneer de lijn nu nog naar het Betondorp wordt doorgetrokken, zal het nog erger worden. Wanneer voorts lijn D doorgetrokken wordt naar het Thorbeckeplein, zullen bewoners van de binnenstad de autobus gebruiken in plaats van de tram om zich in de stad te verplaatsen. Derhalve zullen de bewoners van het Betondorp geen plaats in de autobus krijgen. Wel zou Spr. gaarne een verbinding van het Betondorp met de binnenstad zien langs den Middenweg, in welke richting hij een vraag tot B. en W. richt met het verzoek deze mogelijkheid te overwegen. Ook dringt Spr. er op aan op lijn A tijdens de spitsuren meer wagens te laten rijden en de auto’s van luchtbanden te voorzien, voor zoover dit nog niet het geval is.

De heer Wijnkoop wijst er op, dat de lijnen in Amsterdam zeer kort zijn en in verschillende andere plaatsen zeer lang. Waarom dit verschil? Men mag althans de menschen niet dwingen ook nog van een tram gebruik te maken. En als men de lijnen wil verlengen, dan mag men toch zeker wel extra bussen inleggen.

Ook Spr. dringt aan op tariefsverlaging. De heer Baas sluit zich aan bij het door den heer Wijnkoop gesprokene. Spr. stemt toe, dat het verkeer wel eens moeilijkheden opleveren zou; zoo zou de doortrekking van lijn D groote bezwaren met zich brengen. Docht het vraagstuk moet nu toch eens opgelost worden. Dat een bewoner van de binnenstad van een autobus gebruik zou maken, ook indien hij niet in het Betondorp zijn moet, gelooft Spr. niet, omdat hij niet gaarne onnoodzakelijk “half ziek” zou willen zijn, zooals de heer Van Meurs zeide. Wel zou Spr. willen vragen of lijn D in het Betondorp niet een andere standplaats zou kunnen krijgen. […]

De heer Baas zet zijn rede voort. Hij zou gaarne de eindhalte van lijn D naar den Brink in het Betondorp verplaatst zien. Nu is deze geheel aan het eind. En lijn A zou Spr. gaarne op den anderen wagen naar het Betondorp geleid zien.

De heer Wibaut verklaart, dat de praktijk geleerd heeft, dat de exploitatie met luchtbanden ongeveer het dubbele kost. Toch zal de dienst luchtbanden geheel invoeren, daar de passagiers hierdoor meer gediend worden. B. en W. namen echter het standpunt in en zullen dat blijven doen, dat het autobusverkeer dienen moet tot aanvulling van het tramverkeer. Wanneer lijn A doorgetrokken wordt naar het Betondrop, zal de Transvaalbuurt nooit plaats kunnen krijgen.

De heer Doornbusch: Dan kunnen er toch later bussen ingelascht worden.

De heer Wibaut: Als u even wacht, mijnheer Doornbusch, dan komen wij er zoo straks aan. Aan deze tafel bezitten wij niet het talent alles tegelijk te zeggen. Wij kunnen slechts één voor één de zaken afhandelen. (Vrolijkheid).

Spr. wijst er vervolgens op, dat het voornemen aanwezig is een algemeene bussenreserve in te stellen, die op de spitsuren alle lijnen zal kunnen aanvullen.

Spr. is het met den heer Baas eens, dat de toegangen tot het Thorbeckeplein bezwaren opleveren voor het stationeeren van lijn D. Daarbij komt tevens het bezwaar van een veel moeilijker exploitatie. De Commissie van Bijstand zal eens gehoord moeten worden over het plan van den heer Van Meurs. Nu lijn D eenmaal is ingesteld, zal nader overwogen moeten worden of een andere lijn ook nog noodig is.

De heer Doornbusch, repliceerend, wijst er op, dat de bwoners van de Transvaalbuurt er ongetwijfeld mee geholpen zullen zijn indien op de spitsuren extra-bussen worden ingelascht. Doch hiermede is de adressante nog niet bevredigd.

Als het meerendeel der Raadsleden inmiddels in de koffiekamer verdwenen is en de voorzitter schelt, opdat zoo aanstonds tot stemming zal kunnen worden gegaan, zegt de heer Doornbusch: Ja, ik begrijp, dat de heeren het druk hebben over den uitslag der Verkiezingen. (Vroolijkheid).

De heer Abrahams: Daar zou ik m’n mond maar over houden als ik u was.

Stemmen: Dat is al heel ongelukkig gezegd.

De heer Doornbosch zet hierna zijn verdediging voort.

In stemming gebracht wordt het voorstel-Doornbusch c.s. om lijn A en lijn D door te trekken tot het Betondorp en het Thorbeckeplein verworpen met 32 tegen 5 stemmen. Het voorstel van B. en W. om het adres in hun handen ter afdoening te stellen wordt hierna z.h.st. aangenomen.

Het besluit van de raad stuit op misnoegen van de communisten, die geuit wordt in de Tribune van 13 juli 1925.

DE VERBINDING MET HET BETONDORP

De behandeling van het adres van de Buurtvereeniging “Amsterdam-Oost” in de jongste zittingen van den gemeenteraad heeft niet veel succes opgeleverd, wat weer te danken is aan de slappe houding van de sociaal-democraten. Dat de vertegenwoordigers der kapitalistische klasse er niets voor voelen om deze nieuwe arbeiderswijk een behoorlijke verbinding met de stad te geven, behoeft geen betoog. Maar de soc. democraten? Ware het adres voor de verkiezingen behandeld, dan hadden zij zeer waarschijnlijk er toe medegewerkt een betere verbinding tot stand te brengen.

Nu lieten zij deze taak over aan de communisten, die deze zaal niet alleen op practische doch op pincipieepe gronden hebben besproken.

Wat is het voor een zotte gedachte, dat de bussen de tram geen concurrentie mogen aandoen?

Maak de bussen eenige kilometers langer en de heele kwestie is opgelost. Dat was de redeneering van onze partijgenooten Doornbusch en Wijnkoop, die voorstelden lijn D naar het Thorbeckeplein te lijn A naar het Betondorp door te trekken.

Wibaut, de man van de centen, zei: “het kan niet” en de heele Raad zei ’t hem na! Wibaut maakte de Raad lekker met de toezegging, dat hij in overweging zal nemen het denkbeeld van v. Meurs, om een nieuwe lijn vanaf het Betondorp langs den Middenweg naar de Plantage te laten rijden, in de Commissie van Bijstand te bespreken. Zooveel woorden, zooveel slagen om de arm. Daargelaten nog of zoo’n nieuwe lijn eenige verbetering zal brengen, beteekent de toezegging van Wibaut niets anders dan dat de zaak voor langen tijd van de baan is en de betondorpers het eerste jaat nog van een goede verbinding verstoken blijven.

Onze stadsbestuurders vinden de verbinding vooralsnog voldoende. Voor deurwaarders, die de belastingcenten bij de betondorpers komen weghalen, is de verbinding immers goed genoeg?

En welke kopzorg heeft Wibaut anders?

Geen luchtbanden voor Betondorp dus, voorlopig.

De Diemermeer

Waar nu Betondorp ligt, was ooit het Diemermeer. Op bijgaand plaatje zie je de Diemermeer voordat deze in de eerste helft van de zeventiende eeuw werd drooggemalen. Lokatie Betondorp is zo ongeveer onderin het plaatje te vinden. In de buurt zijn Diemen, Duivendrecht (niet op het plaatje) en Oetewaal (hier Houtewaal genoemd). Verderop (helemaal links op het plaatje) zie je Amsterdam.

De Diemermeer was oorspronkelijk gevolg van een doorbraak rond 1200 van de Sint Anthonisdijk (de tegenwoordige Zeedijk-Zeeburgerdijk-Diemerzeedijk) en was, zoals op de kaart te zien is, een verbinding van de Amstel met de zee, die in de loop van de tijd steeds verder uitspoelde en zich tot een meer uitbreidde. Deze Amsteltak kon later na herstel van de dijk via de Ypeslotersluis in zee afwateren. We weten niet hoe dit gebied er voor de doorbraak uitgezien heeft, maar voor zover bekend zijn bij de drooglegging van de Diemermeer geen sporen van eerdere bewoning gevonden. Het zal waarschijnlijk een veenachtig moerasgebied geweest zijn, na de aanleg van de zeedijk vanaf de tiende eeuw mogelijk deels ontgonnen.

De visserij op het meer, dat ook wel het Watergraafsmeer werd genoemd, werd verpacht. Bij Ypesloot was lange tijd een veer te vinden dat naar IJdoornikerdam (het tegenwoordige Durgerdam) voer, en dat ook verpacht werd aan diverse partijen. Ook was er een veer over het Diemermeer zelf.

De Diemermeer was een belangrijke strategische plek, omdat via de Ypeslotersluis gekomen schepen Amsterdam konden aanvallen en de aanvoer van goederen vanuit het zuiden ernstig konden verhinderen. Zo probeerde de Karel van Egmond, hertog van Gelre, in 1508 Amsterdam via het Diemermeer te veroveren. Ook in de Spaanse tijd is er veel op de Diemermeer gestreden. Gedachten om het meer droog te leggen ontstonden echter al in de zestiende eeuw.