Interview met Rogier Schravendeel

Door Margrietha Reinders

“PPfff. He, he. Ik ben er! “ Hijgend en buiten adem valt Rogier neer op de stoel tegenover mij in café de Avonden. Zo ken ik hem: altijd onderweg naar een nieuw doel, steeds weer in gevecht met de klok. Rogier is een activist in hart en nieren, vechtend voor mensen in achterstandssituaties: kinderen en hun moeders in opvangkampen, vluchtelingen in uitzichtloze omstandigheden, mensen zonder papieren die geen kant op kunnen . Met verbeten moed der wanhoop zet Rogier zich voor hen in en probeert steun te verwerven om hen te helpen . Tegelijkertijd werkt hij als projectleider voor het Amsterdamse ingenieursbureau op de Amsterdamse Zuidas en begeeft zich in werelden die ver afstaan van de mensen aan de onderkant van de wereldsamenleving. Hoe is dit zo gekomen en waarom zitten wij nu op dit terrasje in Betondorp, bij het volk van Amsterdam? Waar iedereen je kent en niemand wordt overgeslagen ?

Rogier vertelt : ”Mijn vader, leraar Nederlands, kwam uit gereformeerd gezin in Delft dat meeging met de Vrijmaking in de Gereformeerde Kerk, maar maar hij had als jongetje van zeven veel moeite met die kerksplitsing. Hij mocht plotseling niet meer met zijn vriendjes spelen en zondags zaten ze in voortaan twee keer per dag in een gymzaaltje in plaats van in de grote kerk. Deze kerkscheuring veroorzaakte veel leed en trok hele families uit elkaar. Mijn vader keerde het geloof de rug toe en kreeg er een afkeer van: hij werd Spinoza-aanhanger, pacifist en lid van de PSP; zijn leven ging in het teken staan van het gevecht tegen onrecht en onderdrukking en het helpen van de zwakkeren. Dat maakte hem ook eenzaam, omdat hij zich op zijn beurt ook afgescheiden had van zijn ouderlijk milieu, dat hem lange tijd tot terugkeer bleef manen.

Op de lerarenopleiding in Den Haag ontmoette mijn vader mijn moeder, een meisje uit Rotterdam, van wie de hele familie net als die van mijn vader oorspronkelijk uit de Hoeksche Waard kwam. Zij trouwden in 1962, met name onder aandringen van mijn moeder, toch in de kerk – mijn vader werd er zelfs Nederlands Hervormd voor – en gingen wonen in Moordrecht, bij Gouda. Het eerste kindje van het gezin, Jeroen, werd dood geboren. Dat kwam in die tijd veel vaker voor dan nu en er was weinig aandacht voor, het werd door de medische instanties weggemoffeld, dat leed. Men dacht toen dat dat het beste was. Daarna kwam ikzelf, Rogier, een geliefd, aanbeden kind, mooi met lieve krullen. De oudste kleinzoon, maar toch niet de oudste zoon van het gezin. Merkwaardig feit is dat ik nog steeds regelmatig door mensen Jeroen genoemd wordt. Nooit een andere naam.”

Na Rogier werden nog twee broertjes geboren, allebei slechtziend vanwege een erfelijke aandoening. De aandacht verschoof van het kleine jongetje dat Rogier was naar de broertjes met hun handicap. Zo kreeg Rogier ongewild een missie om “de wereld te redden“ en voor kwetsbare mensen op te komen. Zijn ouders waren idealisten , die hun kinderen daarin meenamen, en hun wereldbeeld overdroegen op het kind dat Rogier was: een intelligent, talig jochie met een eigen gedachtenwereld. Maar ook een eenzaam kind dat zichzelf moest redden. Hij nam het vaak op voor de zwaksten en stond dan alleen, al kon hij zichzelf ten opzichte van de groep wel goed handhaven met zijn slimheid en vermogen om overeind te blijven in sociale situaties. In die tijd las hij het jeugdboek van Jaap ter Haar: “Parcival”, over een ridder van de ronde tafel, die het opnam tegen het kwaad. Dat werd zijn voorbeeld. Als Rogier vertelt over een bezoek aan de familie van een vriendje in een arm gezin barst hij in tranen uit. Hij voelt zich daar nog steeds machteloos over.

Langzaam vervreemdt Rogier van de rest van het gezin, dat in de jaren 70, een tijd van polarisatie, meegaat met de sociaal-radicale koers van de PvdA van Joop den Uijl. Ze verhuizenin 1974 naar Woudrichem, in het land van Heusden en Altena. Rogier is tien jaar en vindt het daar niet fijn , voelt zich ontworteld en in isolement, zeker als hij als enige leerling van het dorp naar het gymnasium in Gorkum moet. Er is bij hem een structureel gevoel ontstaan van vreemdelingschap, van nergens bij horen. De relatie met zijn ouders en broers wordt ook op de proef gesteld; er zijn veel ruzies thuis. Het is een ongelukkige tijd. Bij gebrek aan enig idee gaat hij aan de hand van een beroepskeuzetest in Wageningen Agrarische Sociologie van Niet-Westerse Gebieden studeren. Daar explodeert hij, experimenterend met drank en drugs. Op een gegeven moment stort hij in: hij krijgt angstaanvallen en draait door. Een switch naar een studie Nederlands in Amsterdam lost in eerste instantie weinig op. Hij ligt op bed en geeft de hele wereld de schuld van zijn ondergang, tot hij mede dankzij zijn goede vriend Gijs weer verantwoordelijkheid voor zijn leven neemt en een schoonmaakbaantje aandurft dat hem uiteindelijk redt.

Uiteindelijk zal hij met uitstekende cijfers afstuderen als Neerlandicus en krijgt zelfs een aanstelling als onderzoeker in opleiding, promotieonderzoek. Samen met vrienden heeft hij inmiddels het tijdschrift “De Groene Bijeneter” opgericht. Via dat tijdschrift leert hij Gertruud kennen, die gedichten en toneelstukken vertaalt uit het Russsisch, een zeer begaafde literator en prachtige vrouw. Hij raakt gebiologeerd door haar en volgt haar naar Rusland, dwars door het ijzeren gordijn. Ze komen samen terug en trouwen direct – in eerste instantie niet tot het genoegen van van zijn ouders. Rogier en Gertruud willen heel graag kinderen , maar dat mislukt: ze blijven ongewenst kinderloos, tot hun grote verdriet.

In die periode begint Rogier weer te bidden en toenadering tot God te zoeken. Hij herontdekt oude zeventiende-eeuwse christelijke schrijvers zoals Voetius en à Brakel, en ook bevindelijke schrijvers als Pleun Klein, die veel indruk op hem maakt. Dan wordt er bij Rogier kanker ontdekt: hij heeft nog 30 procent kans op overleven, zegt de dokter op een bepaald moment. Maar: hij geneest! Het daarop volgend proces leidt bij hem tot een diepe bekeringservaring. Hij ervaart een verzoening met God in Christus, waarbij God hem ook werkelijk aan zichzelf ontdekt. “Ik voelde mij opgetild als een hondje aan zijn nekvel”. Als hij erover vertelt, springen de tranen hem in de ogen. Hij zal daarna nooit meer dezelfde zijn. Voor zijn vrouw is dat niet altijd gemakkelijk.

”God bestaat echt” zegt hij. “God is niet de God van de woorden, van de ratio, maar een werkelijke God, groter dan de mens, hooguit te noemen als het overrompelende mysterie; een God Die in laatste instantie in geen taal te vangen is, maar de mens wel nabij wil zijn.” Overdonderd door zijn Godservaring vindt Rogier met vallen en opstaan zijn weg. “Ik ben toen iemand anders geworden” zegt hij. ”Ik moest vooral ontzettend veel afleren, en ik ben daar nog steeds mee bezig. Oordelen vooral, meningen hebben, je wapenen met slimme visies om je zin te krijgen. Het geloof is niet moeilijk. Jezus volgen. God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Maar dat kon bij mij alleen omdat ik door God zelf overwonnen werd. God is er, en Hij weet wat goed voor de wereld is. Dat is mijn basis vertrouwen. Ook als er veel slecht gaat. Als er mensen in een heel moeilijke situaties verkeren, wil ik me om hen bekommeren. Zoals om de kinderen in de IS kampen in Syrie. Je kunt ervoor kiezen om met hen begaan te zijn. Niet dat het gemakkelijk is.”

Rogier is sterk en gedreven, altijd bezig mensen uit de modder te trekken. Zijn ouders zijn nu trots op hem. Zo kwam hij ook in Betondorp als stagiair bij buurtdominee Margrietha. Hij overwoog een loopbaan als voorganger. Hoewel daar vanwege omstandigheden niets van terecht kwam, bleef hij Betondorp toch trouw. Onder andere door het opzetten van de website 100 jaar Betondorp. Hij wil mensen verbinden, tot hun recht laten komen. Soms loopt hij daarmee wel eens te hard! En raakt buiten adem. Dan moet hij een stap terug doen en weer naar Gods stem luisteren. Die trekt hem dan weer aan zijn oren.

Rogier bestelt nog een biertje bij SEM van de Avonden. Hij lust nog steeds graag een drankje en een lekker hapje. Niets menselijks is hem vreemd, en dat is maar goed ook!

Interview met de mensen van Stichting Veerkrachtig Betondorp

Door bemiddeling van Carleen de Lange kregen wij toestemming van MUG Magazine dit artikel over te nemen.

´Welkom bij de andere kant van de kloof´

Onzichtbare armoede krijgt bij de sociale kruidenier in Betondorp een gezicht. Vrijwilligers van Veerkrachtig Betondorp staan sinds de corona-uitbraak arme burutgenoten bij met gratis maaltijden, praktische hulp en morele steun. Oprichtster Carleen de Lange: “Welkom in de wereld van de andere kant.”

Tekst Jos Verdonk Beeld Elmer van der Marel

De straten zijn er vernoemd naar begrippen uit de landbouw. Betondorp is een volkswijk in Amsterdam Oost die een eeuw geleden werd gebouwd. Typerend in het vele groen van plantsoenen en hofjes: een wijk met een vriendelijk, dorps karakter. In de jaren twintig van de vorige eeuw was er aan veel dingen een tekort, waaronder aan doodgewone bakstenen. De architecten van de buurt kozen voor het gebruik van betaalbare beton en aan dat materiaal dankt deze buurt zijn naam.

Betondorp is bovendien de buurt waar de iconische Amsterdammers Johan Cruijff en Gerard (van het) Reve en zijn ‘geleerde broer’ Karel van het Reve opgroeiden. Een aantal plekken herinnert nog aan Neerlandse beroemdste voetballer. In Betondorp wonen nog veel oorspronkelijke Amsterdammers, maar ook ‘nieuwe’ Nederlanders en sinds een aantal jaar steeds meer tweeverdieners en yuppen met een prima gevulde beurs.

Maar er is ook een andere kant. Al dat pittoreske beton houdt veel armoede verborgen, ontdekten Betondorpers Carleen de Lange en haar man Paul aan het begin van de coronatijd. Ze wilden daar iets aan doen. Carleen werd de drijvende kracht achter Stichting Veerkrachtig Betondorp (SVB). Een club vrijwillugers heeft zich hierin verenigd om praktische hulp te geven aan arme Betondorpers, maar er is ook tijd voor een praatje en een luisterend oor.

Paul: “We zijn begonnen met maaltijden en spulletjes rond te brengen met de auto. Dat kun je voor een paar mensen doen, maar het werden er al gauw meer dan twintig huishoudens. Het was praktischer als onze mensen de maaltijden zelf kwamen halen.”

Carleen: “Toen kwam die ruimte hier aan de overkant vrij.” Paul: “Op dat moment werd het idee van de sociale kruidenier geboren.” De ‘winkel’ is een ruimte met metalen stellingkasten en een grote koelkast. Daar worden de hele week levensmiddelen en toiletartikelen verzameld. Deelnemers maken een boodschappenlijstje van wat ze echt nodig hebben. Elke vrijdagmiddag wordt de winkelinventaris zo eerlijk mogelijk verdeeld.

Maaltijden

De vrijwilligers konden in oktober 2021 verhuizen naar het Zuivelplein in een wat gedateerd schoolgebouw. De gemeente betaalt de huur. Carleen: “Tot voor kort kregen we van het Rode Kruis supermarktbonnen, maar dat is helaas niet meer zo. Elke maandag, woensdag en vrijdag delen wij aan het eind van de middag verse maaltijden en soepen uit, maar ook levensmiddelen zoals groente en brood. En iedere vrijdagmiddag is de socialie kruidenier open.”

Maar er worden nog tal van andere initiatieven ontplooid. “We hebben diverse huizen ingericht: van vloer tot onderbroek noem ik dat altijd. Die vloer hebben we gratis opgehaald in Zaandam en die onderbroeken koop ik desnoods van mijn eigen geld.”

De missie van SVB is vormgegeven in een beeldje, gemaakt door Carleen. Het is een metalen veer die is vastgeklonken op een sokkeltje van beton. “Het staat voor de situatie waarin arme Betondorpers zitten”, legt ze uit. “Ze zitten er muurvast in. Maar wij staan achter ze en met veerkracht komen ze weer in een spiraal naar boven. Je moet mensen een beetje hoop geven.”

De buurtbewoners voor wie SVB zich inzet, zijn in verborgen armoede terechtgekomen. Carleen””mensen komen om tal van redenen in de financiële problemen: door hoogopgelopen schulden, echtscheiding of toeslagen en uitkeringen die vervallen. Corona heeft vaak het laatste zetje gegeven. Er zijn mensen die elke maand honderden euro’s tekortkomen. Als je dan naar de gemeente gaat, krijg je te horen dat je eerst maar moet proberen het in eigen kring op te lossen, dan bij de mensen in je buurt en dáárna pas bij de gemeente kunt aankloppen. Maar vaak is het dan al te laat.”

Deze verborgen armoede veroorzaakt behalve stress en schaamte ook gezondheidsproblemen. “Mensen gaan niet meer naar de dokter of het ziekenhuis omdat ze het eigen risico niet meer kunnen betalen.”

Schaamte

Frank Storik komt binnen met de groente van vandaag. Hij zit in de Ouderen Adviesraad van Amsterdam Oost en is een van de vrijwilligers van SVB. Hij werkt niet meer, maar is zo’n vier keer per week in de oude school te vinden. “Het zijn vooral oudere mensen die door deze crisis zijn getroffen, maar er komen ook zzp’ers bij ons. In de coronatijd hadden we studenten die hun baantje kwijt waren geraakt, maar nog steeds zevenhonderdvijftig euro voor hun kamer moest betalen.”

Een van de vaste klanten is Stella. “Ik kom hier regelmatig, zo’n drie keer per maand. Ik ben bij SVB aangemeld door iemand. Ik zei nog: “Daar kom ik toch helemaal niet voor in aanmerking? Er zijn mensen die het veel zwaarder hebben dan ik!” Ze zei toen dat dat helemaal niet waar was. De eerste keer was het een beetje eng natuurlijk. Het is de schaamte, ja.”

Frank: “En dan staat er ineens zo’n dikke man achter een balie voor je neus.”

Stella: “Het is moeilijk toe te geven dat je arm bent, dat je hulp nodig hebt. Doordat mijn dochter nog bij me inwoont, krijg ik geen huursubsidie meer, want zij verdient te veel. Gelukkig gaat ze op 1 juli op zichzelf wonen. Dan kan ik weer huursubsidie aanvragen en hopelijk de schuldsanering in. Daar zit je drie of vijf jaar aan vast, maar daarna ben je schuldenvrij.”

Frank: “Mensen zeggen hier wel eens: ga maar naar Frank. Die hoeft niet zoveel van je te weten en kent wel iemand die je kan helpen.”

De jongste vrijwilliger is Simke. Ze is twaalf en helpt een paar dagen per week mee in de moestuin. Ze geeft een rondleiding. “We hebben echt van alles. Daar staat een vijg, maar we hebben ook tomaten, eetbare bloemen, sla, prei en doperwtjes. De oogst gaat naar de winkel. We geven groente en fruit weg aan de mensen die hier komen of verwerken het in de maaltijden of soepen.”

Soep

Iedere week is er gratis soep voor iedereen en er wordt wekelijks gekookt. Frank: “Wij pakken echt elke feestdag mee om er iets van de maken. Met Pasen doen we iets met eieren en met Oud en Nieuw bakt iemand de gele dag oliebollen. Zo proberen we een beetje smeuïgheid in het leven mee te geven. De twee sociaal betrokken broers van café De Avonden hier om de hoek maken een paar keer per jaar een maal van kip, patat en groente voor onze mensen. Dat is echt een feestmaal! Van de bakker op de Brink krijgen we drie keer per week brood.”

Carleen: “We willen dat mensen met een glimlach weggaan. Er was iemand die zich schuldig voelde dat ze hier kwam. Toen heb ik gezegd: “Zal ik je een geheimpje verraden? Ik ben zo blij dat jij bij met komt, want dan kan ik genieten van jouw dankbaarheid.” Dat meende ik ook. Wij krijgen er met zijn allen iets voor terug.”

Stichting Veerkrachtig Betondorp (SVB), Zuivelplein 9. De naam ‘Stella’ is gefingeerd om privacy-redenen. http://veerkrachtigbetondorp.nl

Interview met Rody Hofkamp

Door Rogier Schravendeel

Ik zit met Rody Hofkamp op het plein van de Oranje Vrijstaatkade, voor het Stadsdeelkantoor van Amsterdam Oost. Rody heeft heel wat te vertellen. In een paar jaar tijd heeft Betondorp hem indrukwekkend veranderd. Tijd voor een gesprek.

Het begon voor Rody allemaal met de Donderdagmarkt en zijn limonadebar

‘Via mijn geliefde Atena ben ik met Betondorp in aanraking gekomen’, aldus Rody, die tegenwoordig op de Middenweg woont. ‘Ik wist van tevoren niet wat voor geweldige plek Betondorp is. Betondorp heeft echt alles in zich om in korte tijd uit te groeien tot het allerpopulairste stukje Amsterdam. En dat is geen grapje.’ Rody, die niet wil zeggen hoe oud hij is, is enorm enthousiast over Betondorp.

‘Betondorp heeft me de mogelijkheden gegeven die ik nu aan het uitbouwen ben. Wat mensen vaak vergeten is, dat toen de donderdagsmarkt geopend werd, er plotseling ook een blauwe vis verscheen op de Brink. Ik kan me die dag als de dag van gisteren herinneren. Ik was een van de vormgevers van de eerst versie van die markt, met mijn limonadebar.’

Maar het bleef niet bij die limonadebar. ‘Ik heb altijd enorme behoefte gehad mensen bij elkaar te brengen’, aldus Rody. ‘Misschien komt dat wel door mijn dorpse achtergrond’. Betondorp heeft de naam een dorp te zijn. En in zekere zin is ze dat ook. Maar is Betondorp ook een dorp in de zin van onderlinge solidariteit? Volgens Rody is daarin nog veel te winnen.

‘Natuurlijk deed ik mee met al die geweldige initiatieven om de buurtbewoners dichter bij elkaar te brengen. De initiatieven van Eric Meursing met zijn kunstroute, Eugene Weusten met de befaamde Brink op Zaterdag en ook anderen zijn natuurlijk geweldig. Maar op een gegeven moment wil je ook zelf initiatief nemen, aan het roer staan van het schip dat je eigen dromen realiseert.’

Rody legt uit aan BuurtBewoners, jong en oud, hoe de partij erachter staat

Die kans kwam voor Rody toen hij Andy Knijpinga tegenkwam, de befaamde initiator van de Partij van de Dialoog, oorspronkelijk ontstaan in Almere. Andy stelde Rody in staat zich voor diezelfde Partij van de Dialoog kandidaat te stellen vanuit Betondorp voor de gemeenteraadsverkiezingen voor Stadsdeel Amsterdam Oost. Die kans liet Rody niet liggen. Hij wist dit voorjaar het voor een beginnende partij uiterst respectabele aantal van 153 zetels te behalen.

Volgens Rody is dat nog maar het begin. Hij heeft grote plannen al dan niet vanuit een politieke positie bij te dragen aan de verbinding in Betondorp. ‘Ik geloof in gezelligheid. Een ouderwets begrip, samen dingen doen.’ En het 100-jarig bestaan van Betondorp in 2024 biedt daar volgens Rody alle kansen voor. ‘Ik waardeer het initiatief van de website www.betondorp100.nl zeer,’ aldus Rody. ‘Iemand moet het voortouw nemen.’ Maar wat het allerbelangrijkste is, waar het echt om gaat, is de deelname van alle buurtgenoten aan dit geweldige feest.

Politiek dier

‘Betondorp 100 jaar moet een feestje worden waar iedereen aan mee doet. Dus niet alleen het welzijnswerk met de bekende subsidieklanten. Ook nieuwkomers moeten nadrukkelijk uitgenodigd worden mee te doen. Betondorp zijn we samen. Iedereen telt mee!’

Andy Knijpinga brengt mensen bij elkaar

Door Rogier Schravendeel

Sinds 2018 woont hij nu in Betondorp, Andy Knijpinga, de man van Stichting Maatwerk en de Partij van de Dialoog. Tijd om Andy eens te interviewen in deze nieuwe reeks gesprekken met bewoners van Betondorp, in opmaat naar het 100-jarig bestaan! Wie is Andy?

Andy is in 1961 geboren in de President Brandtstraat in de Transvaalbuurt in Amsterdam Oost, als lid van een groot gezin. “Ik had vijf zusters en twee broers. En ook een doodgeboren kind. Eigenlijk waren we dus met zijn negenen.” Alhoewel het gezin geen typische categorale geloofsachtergrond heeft, was volgens Andy het geloof altijd wel aanwezig in het gezin, vooral bij moeder, en werd Andy ook naar een christelijke school in dezelfde straat gestuurd. De in Rotterdam geboren vader van het gezin Knijpinga zat in eerste instantie net als de hele familie Knijpinga in de confectie. Nadat hij als dienstplichtig soldaat terugkwam uit Indonesië, ging hij op termijn bij de gemeente werken in het toezicht en het beheer. De belangstelling voor gemeentelijk beheer van de wijk heeft Andy dus niet van een vreemde.

Nadat de familie van de Transvaalbuurt naar de Overtoom verhuisd was en Andy na de basisschool diverse administratieve opleidingen volgde en ook even naar het Ondernemerscollege ging, kwam hij in de tweede helft van de jaren zeventig vrij voor de arbeidsmarkt, waar hij een heel scala van banen invulde, waarbij echter de zorg voor de familie en het gezin een belangrijke rol in bleef nemen. Al op school was het niet onopgemerkt gebleven dat Andy een groot sociaal hart had en de schooldecaan voorspelde al dan hij ooit met mensen zou gaan werken. Het zeer uiteenlopende o.a. schoonmaak- en productiewerk ter ondersteuning van het gezin, waar behalve Andy de een na de ander uitvloog, bracht de toekomstige zorgondernemer daarbij een schat aan mensenkennis bij.

Berdien Stenberg inspireerde Andy tot het oprichten van een eigen stichting.

Een schokkend moment vond plaats in 1990, toen Andy zijn eigen vader dood moest aantreffen op nog maar 64-jarige leeftijd. Het begon rustig te worden in huis en Andy bleef op termijn alleen met moeder over. Eind jaren negentig werd de stap naar Almere gewaagd, waar al meerdere familieleden woonachtig waren.

Er gaat hier een nieuwe wereld voor Andy open en Andy voelt zich genoodzaakt zich steeds sterker te gaan inzetten voor het publieke belang; in eerste instantie in Muziekwijk, waar de kerngezinnetje woonachtig is. Andy begint zich ook met politiek te bemoeien en met de gang van zaken rond overheidsbestedingen, beheer van de openbare ruimte en vele andere zaken. De doorbraak komt tot stand wanneer Andy als voorman van een beherende partij tot het inzicht komt dat er op de werkvloer sprake is van integriteitsissues waar niets aan gedaan wordt. Corruptie, zeg maar. “Dat kan zo niet,” besluit Andy, en hij besluit zijn nek uit te steken om de zaken op tafel te krijgen.

Vanaf dat moment is Andy in voortdurend contact met diverse politieke partijen in Almere en richt op advies van de beroemde dwarsfluitiste Berdien Stenberg, op dat moment wethouder voor het CDA, Stichting Maatwerk Wijkondersteuning Almere op, om op die manier ook op een praktische manier ondersteunend bezig te kunnen zijn in zijn eigen buurt. Tegelijkertijd richt Andy ook een eigen politieke partij, de Partij van de Dialoog.

Wijkondersteuning in Almere
Goede relaties met de politiek

In 2014 doet Andy voor de eerste keer mee met de verkiezingen. Alhoewel nauwelijks ondersteund door publiciteit weet mensenman Knijpinga toch gemakkelijk enige honderden stemmen te verkrijgen. Het is echter helaas niet voldoende om zitting te nemen in de Gemeenteraad van Almere. De Partij van de Dialoog bleek echter krachtig genoeg om te overleven en nam in 2022 aan de Amsterdamse stadsdeelraad-verkiezingen deel. Hoe dit ook zij, in Almere komt Andy ook in aanraking met Annemarie Jorritsma, die hij van heel veel goede adviezen voorziet, waarmee – het moet gezegd worden – niet altijd direct iets wordt gedaan. Het zijn de regels en wetten die een krachtdadig optreden van Stichting Maatwerk soms in de weg staan. De wil en de politieke relaties zijn echter goed en worden steeds beter in de loop der tijden.

Annabel Nanninga, sterke vrouw
Carolien de Heer: stadsdeelvoorzitter!

In 2018 lukt het moeder Knijpinga met Andy naar Betondorp te komen, een grote buitenkans. Andy is als verzorger van zijn moeder inmiddels zelfstandig en heeft direct een goed contact met gebiedsmakelaar Broer Soolsma, die hem aanspoort en zegt: “Er is geld genoeg beschikbaar voor iemand met jouw ideëen!” Helaas overlijdt Broer Soolsma volkomen onverwacht in 2019 en wordt opgevolgd door Fred Scheepmaker, waar weer een nieuwe relatie moet worden opgebouwd. Hetzelfde geldt voor de wel heel recente wisseling van de wacht: Maarten Poorter die vervangen wordt door Carolien de Heer. Ook op gemeentelijk niveau heeft Andy inmiddels sterke ondersteuning om zijn plannen in Betondorp waar te gaan maken, in de persoon van niemand minder dan Annabel Nanninga, de sterke vrouw van JA21. Ook Annabel is er van overtuigd dat er geld en ruimte voor de plannen van Andy moeten worden ingericht.

Wat zijn die plannen van Andy dan? Allereerst zoekt Andy een ruimte. Zoals iedereen weet is die in Betondorp uiterst schaars gezaaid. Op het ogenblik worden gesprekken met diverse partijen gevoerd. Maar wat is dan de bedoeling precies? Het beste kan dat geïllustreerd worden aan de hand van onderstaand schema dat Andy ons aanreikte. Een mooi programma ter ondersteuning van de buurtbewoners die dat nodig hebben op allerlei gebied.

Ambitieus programma

Gaat het Andy lukken om bovenstaand programma te realiseren? We hopen van harte van wel. Wat mij persoonlijk betreft heb ik ook besloten Andy een handje te gaan helpen, want het is overduidelijk dat hij een enorm hart voor de buurt heeft en ook echt iemand die geliefd is bij de mensen vanwege de menselijke maat die hij hanteert. Of het allemaal gaat lukken, moeten we nog zien. In ieder geval hoeven we ons geen zorgen te maken of Andy wel genoeg te doen heeft, want uit Almere is het verzoek gekomen om mee te denken bij het ondersteunen van Oekraïense vluchtelingen die aan de slag willen. Hoe een en ander ook zij: we wensen Andy alle geluk en succes toe bij de zaken die hij in Betondorp tracht te ondernemen, want hij is ons een mens gebleken met het hart op de juiste plaats!

Annie du Crocq overleden

Vanochtend bereikte ons het bericht dat op 18 maart 2021 Annie du Croq overleed in de Zorgherberg, het voormalige Willem Dreeshuis. Annie was daar opgenomen met een ongeneselijke ziekte. Annie du Croq was een bekende Betondorpster en was de initiator van het monument van Joodse Betondorp. Zij was de dochter van een van de grootste verzetsstrijders van Amsterdam, Hein Feller. Annie werd 76 jaar. Hieronder Annie tijdens de feesten ter gelegenheid van 90 jaar Betondorp, waar zij een belangrijke rol in speelde en die het voorbeeld zijn voor Betondorp 100 jaar.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

U kunt uw condoleance kwijt in het condoleanceregister. Klik hier…

U kunt hieronder lezen over Hein Feller.