Het is vrijdag 31 mei 2024 en ik heb om 11.30 uur een afspraak met Anikó, die officieel Anna Amirhekmat heet. We hebben afgesproken in The Green Lotus, een tijdelijk ingerichte ruimte op de Brink. Terwijl Anikó even iets anders aan het doen is, kijk ik rond en maak een foto van een voorwerp dat ik ergens op een plank tegen de blauw geverfde muur zie staan. Anjel Strážny. Vreemde engel, betekent dat volgens mij, naar analogie met het Russische ochi stranie. Later blijkt dit niet waar te zijn. Anjel Strážny betekent beschermengel, in het Slowaaks, de taal van het land waarin Anikó geboren is. Ik ben benieuwd hoe dit interview zal gaan. Dan maakt Anikó koffie en raken we in gesprek.
Kleuren. Anikó houdt van kleuren, en is daarom in staat alle producten van haar studenten mooi te vinden. Dat is een van de belangrijkste eigenschappen van Anikó: een open, niet oordelende en interculturele blik, gericht op ondersteuning van mensen bij het ontwikkelen van hun eigen diverse talenten. De studenten pottenbakken van Anikó komen vooral van de Universiteit. Door het ambachtelijk bezig zijn, kunnen ze aan de mentale druk ontsnappen, kunnen ze even uit hun hoofd. Het handwerk biedt hen bovendien de mogelijkheid meer over zichzelf te leren.
Ik heb bijvoorbeeld een student die Neuro Sciences doet en altijd op een hoog theoretisch niveau bezig is. Het proces van pottenbakken is heel praktisch. Je bent continu bezig met techniek, het bepalen van de volgorde en het bereiken van een concreet doel. En als er iets misgaat: hoe ga je daarmee om? Durf je los te laten en creatief met de situatie om te gaan, of wil je iets toch volgens vooropgezet plan bereiken? Op dat soort essentiële momenten leer je veel over hoe je zelf in elkaar zit.
Wat de studenten maken vind ik altijd leuk. Ik heb een brede smaak, van minimalistisch tot zwart en rood, of figuratief, inkleuren. Het belangrijkste wat ik doe is het begeleiden van het creatief proces van de studenten. Ik help ze met techniek. Ik heb op het ogenblik in totaal een groepje van ongeveer 15 pottenbakkers om me heen verzameld, waarvan er zes op dit moment actief zijn als cursisten. Er zijn verschillende technieken mogelijk: met de draaischijf – de producten van de draaischijf zijn altijd rond – of met de hand. Ik heb hier twee draaischijven op zolder staan. Studenten betalen 300 euro voor 10 lessen. Behalve de cursisten zijn overigens ook andere mensen betrokken bij workshops, familie-uitjes, verjaardagen en andere éénmalige gebeurtenissen.
Inmiddels arriveert bij de ruimte waar Anikó zich onder de naam The Green Lotus gevestigd heeft, eerst een gezelschap van betrokkenen bij de onvolprezen Betondorpse tentoonstelling Journeys to a Home, en bijna gelijktijdig arriveert Carleen de Lange met haar vrijwilligers van de Stichting Veerkrachtig Betondorp, die in de ruimte haar weggeefwinkel tijdelijk inricht. Het is een bijzondere ontmoeting, waarbij Anikó de ruimte aan het gezelschap laat zien en in een intensief gesprek raakt met een van de voor de tentoonstelling geïnterviewde personen: Cemal Tahir Şanlı (man met bril en blauw jasje hieronder). Het is een komen en gaan in The Green Lotus, blijkt wel uit al deze ontmoetingen.
Anikó bracht haar jeugd door in Stúrovo. Stúrovo (foto rechts) ligt in het zuiden van Slowakije, aan de Donau die de grens vormt met Hongarije.
Haar familie is van Hongaarse afkomst, net als de meerderheid van de bevolking van Stúrovo. De Hongaarse gemeenschap heeft eigen scholen waar Hongaars wordt gesproken; wel wordt ook Slowaaks onderwezen.
Ik heb zowel de zachte Slowaakse cultuur als de vrolijke, spontane Tsjechische cultuur in me. De Hongaarse cultuur is meer gastvrij en niet-inidividualistisch, collectief, en ook meer temperamentvol. De Hongaarse cultuur, waar ik uit vandaan kom, heeft een prachtig erfgoed aan folklore: zang en dans, klederdracht, liedjes en ook keramiek. Na de middelbare school ben ik naar Brno in het Tsjechische deel van Tsjechoslowakije gegaan om te gaan studeren. In Brno kwam ik voor het eerst in aanraking met meerdere culturen door de studenten van overal op de wereld en die heeft mijn zicht verbreedt.
Anikó zit in de derde klas van het Gymnasium wanneer de Fluwelen Revolutie in 1989 in Tsjechoslowakije uitbreekt.
Al een jaar van tevoren voelde je de sfeer van underground, de voorbereidingen. Er was sprake van een enorme solidariteit onder het volk. Er werden grote demonstraties gehouden en werkelijk iedereen was wakker, ontwaakt. Ook op school deden we actief mee. Ik heb een krantje opzet, we deden mee aan demonstraties. Ik herinner me een jongen die in zijn eentje voor ons allen stond en het vertrek van de directeur eiste. Die vertrok inderdaad.
Een jaar later gaat Anikó naar Brno, om te studeren: zowel geschiedenis, Hongarologie als theaterwetenschappen. Daarnaast begint ze met pottenbakken. Het land is dan nog één. In 1992 vindt de scheuring tussen Tsjechië en Slowakije plaats.
Dat was wel bijzonder. Opeens was er Tsjechisch geld nodig, en er was gedoe met verzekeringen die niet meer geldig waren. Verder heb ik die gebeurtenis niet als traumatisch ervaren. De mensen bleven met elkaar verwant en er was niets echt gebroken. Ik heb trouwens mijn lievelingstijd in Brno meegemaakt.
Vanwege de liefde komt Anikó in 1997 naar Amsterdam om te trouwen met een Iraanse man die ze in Tsjechië ontmoet had. Ze is gefascineerd door de prachtige Iraanse cultuur en taal en de groothartigheid van de mensen. Uit het huwelijk, dat niet standhoudt, komen twee mooie kinderen voort en Anikó wijdt haar tijd aan het opvoeden en grootbrengen van haar kinderen. Pas na de eerste lockdown vertoont Anikó zich aan de wereld.
Nu mijn kinderen uit het nest zijn gevlogen, wil ik mijn eigen droom gaan waarmaken. Ik geloof in gemeenschap en in het ambacht: kunst, maar op een ambachtelijke manier. Handwerk is het tegendeel van massaproductie. Ieder product is uniek en komt direct voort uit de ziel van de kunstenaar. Liefst maak ik handgemaakte voorwerpen met een functie in het dagelijkse leven. Zo komen mooie dingen heel dichtbij.
Anikó heeft de winkelruimte, waar ze dankzij de Gemeente Amsterdam en Ymere een jaar lang gebruik van mag maken, The Green Lotus genoemd. Ik vraag haar in hoeverre haar eigen filosofie, die veel elementen vertoond van wat je ook in Mindfulness ziet (aandacht, aarding, het niet in je hoofd maar in het hier en nu zijn), op de oosterse filosofie is geïnspireerd.
Ik mediteer dagelijks Sahadja Yoga. Dat is een filosofie die alles integreert. De essentie van alle religies is hetzelfde. Ik voel me wereldburger die contacten met verschillende culturen in zich meedraagt. Het integreren in mezelf is één van mijn doelen. Ik gebruik kunst om mensen met elkaar te verbinden, en vanuit een innerlijk integratieproces.
Integreren en ruimte bieden. Dat is in The Green Lotus zelf ook zichtbaar. Carleen en vrijwilligers zijn tijdens het interview de Weggeefwinkel aan het opzetten in de ruimte. Willemien biedt wekelijks kaas aan in de ruimte. En in de kasten aan de wanden worden door anderen allerlei kleine en fraaie eigengemaakte voorwerpen aangeboden. De plek is duidelijk al haar eigen leven begonnen te leiden. Ik vraag Anikó wat haar visie is op haar leven over tien jaar. Ze begint te lachen, want het is een vraag die ze zelf ook wel eens aan mensen stelt. Nu moet ze hem zelf beantwoorden.
Mijn visie is vooral een visie voor Betondorp waar ik aan wil werken. Betondorp is een heel bijzondere wijk met veel gevoel voor gemeenschap en veel verbinding met elkaar. Het zou prachtig zijn wanneer we die soms nog losse initiatieven steeds meer met elkaar kunnen verbinden, en dat je je bij de ontwikkeling van je talenten steeds meer gedragen voelt worden door de gemeenschap. Dat is waar ik bij wil helpen.
Alweer komt iemand binnen, een vrouw met een Midden Europese achtergrond zoals Anikó, en waarvan ik de naam in de gauwigheid niet noteerde. Het gemeenschapsgevoel is sterk in The Green Lotus en iedereen lijkt even binnen te komen om mentaal aan te tikken. Het is een veelbelovende ontwikkeling lijkt me, deze alternatieve gemeenschappelijke ruimte aan de Brink.
Anikó noemt een aantal namen van mensen met wie ze samen het team van The Green Lotus vormt: Monica, Carleen, Willemien, Nienke en Priyam. Ik bedankt haar voor het interview, want de tijd is op en ik moet weer verder, post bezorgen in de Indische Buurt. Mijn fiets blijkt een lekke band te hebben. De fietsenmaker durft het niet aan hem tussendoor te plakken. Ik mag wel de fietspomp gebruiken en zo spoed ik me met een keiharde maar snel zachter wordende band naar de fietsenmaker nabij de Albert Heijn in het winkelcentrum Watergraafsmeer, die wel achterbanden schijnt te plakken.
Wordt ongetwijfeld vervolgd.
Rogier Schravendeel