Gratis bier voor Betondorp

Op zoek naar zingeving en mooie verhalen voor de website www.betondorp100.nl zwierf ik aan het begin van de middag door Betondorp, toen ik aan het begin van de Zaaiersweg wel een hele bijzondere vredes-kabouter tegenkwam, als het ware gezegend door het zich achter hem bevindende Boeddha-beeld op de tuinbank.

Het bleek kabouter Plop, kabouter van de vrede te zijn, die we in onze tijden natuurlijk allemaal hard kunnen gebruiken. Ik besloot een foto te maken om die op mijn website te publiceren, toen plotseling de deur openging en ik werd binnengenodigd door Erwin. Ik wist niet wat ik zag, want eenmaal binnen begreep ik niet alleen plotseling een heuse bierbrouwerij te zijn binnengewandeld, maar ook een bierbrouwmuseum.

Erwin is een bekende Betondorper, die een tijd in Australië gewoond heeft, maar nu weer terug is en zich gewijd heeft aan het bierbrouwen, dat hij bij onze tegenvoeters aan de andere kant van de wereld leerde. Het bier is daar zo duur, dat mensen zelf bier brouwen. Dat besloot Erwin, terug in Betondorp, zelf ook te gaan doen. Naast zelf brouwen verkoopt Erwin ook brouwpakketten en verzorgt workshops voor enthousiastelingen.

Enthousiast begon Erwin diverse flesjes open te maken om me zijn diverse soorten eigengebrouwd bier aan me te laten proeven. Dit beviel me enorm, alhoewel het nog vrij vroeg in de middag was, want het bier was erg lekker.

Het beste moest echter nog komen, want Erwin vertelde me niet alleen dat hij Betondorper Bier brouwt (het eerste eigen biertje van Betondorp dat ik ben tegengekomen; laat vooral weten wanneer er nog meer biermerken in Betondorp worden gebrouwen, maar ook dat hij speciaal voor de viering van honderdjarig Betondorp een aantal van 100 flesjes BB100 gratis ter beschikking stelt.

Dit is het nieuws dat ik absoluut met jullie wil delen, want de eerste 100 personen die zich aanmelden op deze website, krijgen een gratis biertje van Erwin dat hij speciaal gebrouwen heeft voor het 100-jarig bestaan van het dorp. Wij zijn een grote voorstander van deze mooie actie van Erwin en willen het project graag ondersteunen. Ik wil daarom zeggen, stuur gauw een mailtje aan schravendeel.r@gmail.com als je in aanmerking wil komen voor gratis bier, althans in ieder geval één feestflesje speciaal voor de gelegenheid. En als je meer wilt weten over de andere bieren in Erwins assortiment of overweegt zelf ook bier te gaan brouwen (een set kan tegen een zeer beperkt bedrag worden aangeschaft), neem dan een kijkje op https://www.zelfbierbrouwen.com/ en kijk bij de contactgegevens. Erwin zal je dan verder helpen. Maar voor de rest van de lezers: stuur me een mailtje, dan kom je op de lijst van 100-jarigen en heb jij straks een gratis biertje. PROOST!

Het archief van Jannie Leenders – 2

Het valt allemaal niet mee in Betondorp in 1993. De leefbaarheid staat ernstig onder druk. De werkgroep Betondorp, onder voorzitterschap van A. van Rheenen, start een onderzoek in de wijk, door onderzoekers Fred Schoot en Sipke Diepbrink, ondersteund door wijkopbouwwerker Johan Bosma. Ook het wijkopbouworgaan heeft een rol, het als Woningbedrijf Amstel en Stadsdeel Watergraafsmeer. Het onderzoek, dat van juni 1993 tot februari 1994 loopt, kom in februari 1994 in twee delen uit en is gesubsidieerd door het fonds Sociale Vernieuwing.

Directe aanleiding van het onderzoek is het steeds verder onder druk komen te staan van het sociale pakket dat de Amsterdamse overheid de buurt kan aanbieden. De laatste school dreigt te sluiten, de wijkagent is al weg, het aanbod in de speeltuin is sterk verminderd, de volkstuinen zijn al langere tijd verdwenen, de winkels verdwijnen één voor één en nu dreigt de bibliotheek ook nog te verdwijnen. Betondorp is sterk vergrijsd en accepteert daarbij niet gemakkelijk nieuwkomers. Kinderen worden als hinderlijk beschouwd. De sfeer is zeer matig en de bewoners kankeren veel.

Het merendeel van de bewoners is dan ook ouder dan 50 jaar. Een groot aantal van hen wordt door de onderzoekers geïnterviewd en er komen stellingen op tafel waarover gediscussieerd wordt. De analyse is dat de aanleg van de ring – een lawaaierige en stinkende hoge muur die het uitzicht belemmert – het gevoel van geïsoleerd zijn door het dorp sterk heeft bevorderd. Ook geeft de tweewekelijkse bezetting door verkeer door het Ajax-publiek een gevoel van machteloosheid. Er wonen relatief veel mensen met lagere inkomens in Betondorp, die er niet weg willen. Ze ervaren Betondorp als uiterst onveilig, terwijl de cijfers uitwijzen dat Betondorp tot de allerveiligste gebieden van Amsterdam behoort.

Misschien de belangrijkste kritiek die bewoners in het rapport hebben, is dat ze niet betrokken worden bij de plannen door stadsdeel, woningcorporaties en welzijn. De indruk bestaat dat deze situatie vandaag de dag niet erg veranderd is, alhoewel de woningbouwcorporaties een grotere openheid naar de buurt lijken te betrachten. De bewoners zouden graag betrokken worden, maar doen niet mee. Ze worden met oplossingen geconfronteerd waarover ze niet hebben meegepraat. Het rapport adviseert daarom de mensen eerder bij de uitvoering van plannen te betrekken. We denken daarbij onwillekeurig aan de viering van 100 jaar Betondorp.

Bijzonder te lezen is dat veel betrokken bewoners een speciaal wijkzorgcentrum niet nodig vinden en ook niet dat er één belangenorganisatie voor de buurt moet komen. Het aanbod in het buurthuis komt niet overeen met de wensen van de bewoners. Bewoners vinden dat de wijkagent weer terug moet komen. De school moet blijven en de winkels ook; de laatste moeten goedkoper worden. Hondepoep is een probleem. De reinigingsdienst zou beter moeten vegen. Er wordt veel te hard gereden en overal op de stoep geparkeerd. Onderhoud van het groen kan beter.

De werkgroep somt aan het eind van het verslag een hele reeks maatregelen op die genomen kunnen worden, op korte, middellange en eindtermijn. Deze zullen we de volgende aflevering eens gaan bekijken.

Wordt vervolgd…

Het archief van Jannie Leenders

Via de Stadsdeelorganisatie werden wij in contact gebracht met Jannie Leenders-Post, een 88-jarige inwoonster van het Zuivelplein, die in het verleden zeer actief was in de buurt en daar een archief over aan ons heeft overgedragen. Wij zijn heel blij met dit archief en zullen de komende periode stukken uit dit archief publiceren en bespreken. Juist over de laatste periode vanaf 1995 hadden wij weinig informatie. Het archief van Jannie stelt ons in staat aan de geschiedschrijving van deze periode bij te dragen. Het eerste boekje dat we gaan bespreken is een onderzoek Uitzicht voor Betondorp, uit 1994. We hadden het nog nooit gezien. Wordt vervolgd. Bedankt Jannie!

Wie kent de familie van Diejen nog?

Dag mensen, het is alweer meer dan 50 jaar geleden, maar zijn er mensen die de familie van Diejen nog kennen? Ze woonden op de Huismanshof.

Willem Marinus van Diejen kwam uit Zoelen, ging in 1918 in Amsterdam bij de politie en werkte vooral in de Jordaan. Hij ging met pensioen in 1948 en overleed in 1968. Hij was getrouwd met Hillegonda Geertruida Nagel.

Ze hadden vijf kinderen, Gertruida Hendrieka Hillegonda (Greet), Antonie Hendrikus (Antonie), Willem Marinus, Hillegonda Geertruida (Gonnie) en Johan (Joop).

Wie herinnert zich iets?

Niet plunderen!

Uit Vrij Nederland, 8 september 1944

Te Amsterdam is in Betondorp op 7 dezer een door N.S.B.-ers verlaten huis door de bevolking leeggehaald. Dertig menschen werden door de Landwacht gearresteerd en wat zal er met hen gebeuren?

Onze Regeering heeft iederen vorm van eigenberechting verboden. Plundering en Bijltjesdagen, hoe verleidelijk ook, zijn een schande voor ons volk. Houdt het hoofd koel en denkt er om, zoolang er nog één N.S.B.-er of Duitscher in ons land vrij rondloopt, is het bovendien levensgevaarlijk!

Idyllisch Betondorp

Uit het Parool, 27 juli 1950

Amsterdam, die grote stad… Ja, en dan denken we aan al die huizenblokken en eindeloze straten, de herrie van de Munt en het lawaai van de Leidsestraat. Maar er is ook nog een ander Amsterdam. Gisterenavond is Dagboekenier verdwaald in zo’n stukje van de hoofdstad, dat je, zelf als Amsterdammer, soms weer moet her-ontdekken, omdat het telkens wéér een openbaring is. Dat stukje was in dit geval de buurt, die helaas zo zakelijk als het maar kan Betondorp is gedoopt. Niet ten onrechte overigens, want het grootste deel van dit overigens alleraardigste dorp is inderdaad van beton. Van lelijk beton ook nog. Misschien waren de muren vroeger nog keurig effen van kleur, maar nu is het een grauwe massa, soms vreemd uitgeslagen en bar lelijk. Maar de natuur heeft zich er meestal over ontfermd en de lelijkheid gaat voor het merendeel schuil onder klimop en planten. En voor de rest wordt véél vergoed door de landelijke rust, de stilte, de afzondering. Ja, dit is een dorp, waarvan de gehaaste stedeling de sfeer als een weldaad ondergaat. Bijna overal stonden gisteren de ramen open. En in hemdsmouwen zaten van hun werkdag uitblazende Amsterdammers hun krantje te lezen en een pijpje te roken. Ergens was een verjaardagsfuif met taartjes en geurende koffie. En een straat verder stond een juffrouw luidkeels een aria te zingen. Haar buurman stond in de tuin te schaven aan een meubelstukje van eigen makelij en twee jonge katten vochten op het trottoir een robbertje. Uit vele huizen klonk (gelukkig zachte) radiomuziek en door de sloot, die Betondorp scheidt van de Nieuwe Ooster roeiden drie eendjes met trage, bedachtzame pootbeweginkjes. Ach, de wandeling duurde niet lang en na het zoveelste hoekje-om hoorde Dagboekanier al weer lijn 9 voorttrommelen over de Middenweg en tien minuten later stond hij weer te midden van het lawaai der grote stad: ijsventers, trams, taxi’s, joelende kinderen. Ver achter het geboomte van de Watergraafsmeer lag het Betondorp. Ook een stukje Amsterdam. Ja, maar een stukje, dat altijd nog te klein blijft.

De school van juffrouw Boots viert 25-jarig bestaan

De Watergraafsmeer op Huismanshoff 11 was in december 1926 de laatste school die in Betondorp de deuren opende. Eerste hoofd van de school was Jan Feenstra, die in 1928 door Sam Bannet werd opgevolgd. Er waren toen zes scholen. Dit aantal was in het leerjaar 1936-1937 alweer gedaald naar twee, waarvan de Watergraafsmeerschool er één van was. De andere school was trouwens de Pieter Nieuwlandschool.

Na de oorlog groeit de school snel, vooral omdat inmiddels in 1946 de Pieter Nieuwlandschool gesloten is. In feite is de vergrijzing van Betondorp al hard aan het toeslaan. In 1951 viert de Watergraafsmeerschool haar 25-jarig bestaan. De Ouder-Commissie heeft een tentoonstelling in de school georganiseerd met allerlei producten die door de kinderen zelf gemaakt zijn, stands van diverse organisaties als de Dierenbescherming en zelfs een lokaal met allerlei soorten kleinvee, zoals kippen, konijnen en duiven. Drijvende kracht achter dit alles is juffrouw Boots, hiernaast op de foto. De Watergraafsmeerschool wordt in die tijd ook wel de school van juffrouw Boots genoemd.

De tentoonstelling wordt geopend door PvdA-wethouder Albertus de Roos, onder andere belast met onderwijs.

Betondorp voor vrede in Korea; reis naar de Soviet Unie

In juli 1951 heeft de CPN het er maar druk mee in Betondorp. Het is oorlog in Korea en het kapitalistische en het communistische blok staan recht tegenover elkaar en men vreest zelfs voor een wereldoorlog. Daarom wordt een telegram verzonden aan de Nederlandse regering, met daarin het verzoek om op alle mogelijke manieren aan te dringen op maatregelen die tot vrede zullen leiden in het conflict. Dit wordt ondertekend door maar liefst 113 Betondorpse vrouwen.

In dezelfde week van half juli 1951 wordt in het Meerhuis op de Brink ook een avond georganiseerd over de plaatsgevonden hebbende reis van een arbeidersdelegatie naar de Soviet-Unie. Helaas hebben we geen verslag van deze avond.

Het is er op of er onder, begin jaren vijftig in communistisch Betondorp.

Rust en Vreugde

In 1930 wordt volkstuincomplex Rust en Vreugde opgericht. Het langgerekte complex is gelegen langs het Onderlangs en bevat plaats voor maar liefst 122 volkstuintjes. Het complex is eigendom van de Amsterdamse Bond van Volkstuinders. Voor de oorlog worden volkstuintjes bij Betondorp vooral gebruikt als nood: om extra voedsel te genereren. Het complex heeft sterk te lijden onder de laatste jaren van de oorlog – alles wat eetbaar of brandbaar is verdwijnt in de oorlogsjaren.

Na de oorlog komt steeds meer het idee van de siertuin op. De gebruikers van de volkstuinen zijn een homogene groep bewoners van Betondorp. Ons kent ons, en de grote meerderheid is na de oorlog bejaard. Het complex is afgesloten met een hek en vreemdelingen worden niet verondersteld op het park rond te hangen, alhoewel de tuin strikt bezien niet afgesloten is en iedereen het hek door zou kunnen.

Na de oorlog wordt hard gewerkt om het geruïneerde park – alle huisjes zijn gesloopt en alle bomen gekapt – weer op orde te krijgen. Er wordt ook een kantine gebouwd, die beheerd wordt door het damescomité, terwijl de heren ploeteren in de tuin. Vooral het kweken van bloemen heeft nu de aandacht en de tuin is een bont spectakel. Alle inzet heeft als gevolg dat Rust en Vreugde in 1951 ruim onder de prijswinnaars is bij de tentoonstelling IJ-Flora die gehouden wordt in de Tolhuistuin in Noord.

In 1965 bestaat de tuin inmiddels 35 jaar en wordt er de jaarlijkse Amsterdamse Volkstuinweek georganiseerd. Er bestaan bij Rust en Vreugde de tuin meer open te stellen voor niet-leden. Daarom is een aantal bankjes op het complex geplaatst. Nadrukkelijk worden wandelaars in een artikel in De Waarheid uitgenodigd het complex eens te komen bezoeken.

In de jaren zeventig moet Rust en Vreugde wijken voor de nieuwe snelweg, de ring A10. Wel wordt een nieuwe locatie gevonden, in Amsterdam Noord, bij Schellingwoude, waar het complex vandaag de dag nog steeds floreert. Voor de Betondorpers is het echter een bittere pil. Ze zijn hun eigen tuin kwijt en Schellingwoude is voor de meeste bejaarden nu eenmaal te ver weg om op dagelijkse basis van hun tuintje te genieten. De stemming in Betondorp, dat zich verwaarloosd en benadeeld voelt, wordt er niet beter op.