Op zaterdag 8 oktober 2022 organiseert Sabine weer een natuurwandeling. Start is om 10.30 uur in de Zuiveltuin.
Maand: september 2022
Fotowedstrijd

Buurtbivak

Uit de Nieuwe Schiedamsche Courant van 30 november 1932

ONTWAPENAARS IN ACTIE.
Pacifisten hinderen ds. v.d. Heide
Men herinnert zich, hoe eenigen tijd geleden het soc. dem. Tweede Kamerlid ds. A. v.d. Heide door dienstweigeraars, die de hymne “Breekt de zwaarden over de knie” aanhieven, van een spreekgestoelte werd verdreven. De vredelievende elementen hebben het blijkbaar stevig op den vrijzinnigen predikant gemunt en verstoren nu zelfs de godsdienstoefeningen, waarin hij optreedt.
Zondagmorgen vervulde ds. v.d. Heide een spreekbeurt voor vrijzinnig protestanten in Watergraafsmeer [en wel in Betondorp, redactie] . Men deelde nu aan de soc. dem. pers mee, dat deze godsdienstige bijeenkomst op hoogst onbehoorlijke wijze is verstoord door een twintigtal anti-militaristische voorstanders van de persoonlijke dienstweigering, die zich tot taak schijnen te hebben gesteld ds. van der Heider, waar hij als spreker of predikant optreedt, lastig te vallen.
Tijdens de preek van ds. v.d. Heide, begon plotseling een aantal jongelingen in spreekkoor kabaal te maken. Hierdoor ontstond een groote consternatie en een deel van de aanwezigen reageerde op die ordeverstoring o.a. door op in de koor geroepen vraag: Waar behooren de dienstweigeraard? te antwoorden: “In de gevangenis” en “In Veenhuizen”.
Inmiddels werd politiehulp ingeroepen en toen een paar agenten verschenen, verlieten ongeveer twintig personen vrijwillig de zaal. De politie schijnt tegen geen der ordeverstoorders proces-verbaal te hebben opgemaakt, maar bleef toezicht houden.
Ds. v.d. Heide vervolgde toen zijn toespraak, maar toen hij constateerde dat de rust was teruggekeerd stonden opnieuw twee lieden op die iets schreeuwden.
Toen dit tweetal verwijderd was, kon de soc. dem. predikant rustig doorspreken. Inmiddels schijnen de vredelievende dienstweigeraars ook al pacifisten van een eigenaardig soort te zijn!
In De arbeider; socialistisch weekblad voor de provincie Groningen. is in de uitgave van 24 december 1932 een nabeschouwing op het gebeuren te vinden.
Ds. A. v.d. Heide en de dienstweigeraars
Zooals bekend, werd eenige weken geleden in een godsdienstige samenkomst in het Betondorp te Amsterdam door een aantal geestverwanten geprotesteerd tegen Ds. v.d. Heide, wegens de aangenomen houding tegenover de dienstweigeraars in de strafgevangenis te Scheveningen. Van dit gebeurde werd, behalve in de revolutionaire pers, ook bekendheid gegeven in “Het Algem. Handelsblad” en “Het Volk”. Terwijl echter het Handelsblad zonder eenig commentaar een bloote vermelding der feiten gaf, plaatste “Het Volk” van diezelfde gegevens scheeve en onware berichten. “Het Volk” sprak van “verstoring op hoogst onbehoorlijke wijze”, van herrie schoppen”, “kabaal” enz.
Eenigen tijd later verschenen echter berichten in het buurtorgaan “Ons Weekblad” waarin op juiste wijze een relaas werd gegeven van het gebeurde, ook met vermelding van de geuite woorden door onze geestverwanten, gevolgd door een verklaring, waarom een dergelijke wijze van protesteeren werd toegepast. Uit het relaas bleek ook, dat het protest op waardige wijze had plaats gevonden.
Intusschen bleek echter, dat “Het Volk” door zijn scheeve voorstelling nog steun had gevonden in een partijgenoote, L. v.d. B. uit Stompetoren, die het ook voor Ds. v.d. Heide opnam en de afstraffing van de dienstweigeraars goedkeurde onder het motto: de dienstweigeraars hadden de bevelen van de bewakers niet opgevolgd.
Terwijl het hier toch blijkt dat “Het Volk” steeds openstaat voor berichtgeving en beoordeeling van totaal onkundigen, die van het geheele geval niets begrijpen en dan naar aanleiding van gestook in “Het Volk” naar de pen grijpen, was het onmogelijk eenige polemiek in hetzelfde arbeidersorgaan te voeren. Wij laten hier het geweigerde ingezonden stuk volgen, alsook het antwoord van de redactie van “Het Volk”.
Het ingezonden stuk luidde als volgt:
“In het avondblad van 3 dezer vind in onder het opschrift “Herriemakende dienstweigeraars” een stukje, waarin Mevr. v.d. W.-d. B toegeeft, dat er indertijd gevangen dienstweigeraars door bewakers geslagen zijn, in welke zaak ook Ds. v.d. Heide betrokken was. Aan het slot zegt zij: Ds. v.d. H. heeft gelijk in deze zaak, nadat zij eerst heeft doen uitkomen, dat de geslagen dienstweigeraars opstandig geweest waren. Moet ik hieruit nu opmaken dat verzet tegen aangedaan onrecht niet goed is, dat het niet alleen volgens de wet strafbaar is, maar ook volgens sociaal-democratische moraal?
Ik weet het niet meer, want onlangs zei “Wakker” voor de Vara-microfoon tegen “Tropenduit” dat wij verzet moeten kweeken. Maar zelfs als we het verzet moeten smoren of in andere banen moeten leiden, blijft het dan niet laf om weerlooze gevangenen te slaan?”
Het antwoord van de redactie van “Het Volk” luidde alsvolgt:
“Uiteraard is de bedoeling, dat de herriemakers niet anders dan met eenig geweld tot de orde konden worden gebracht. Er bestaat dus geen aanleiding het hierbij teruggaande op te nemen.”
Hieruit blijkt dus duidelijk, welke houding het zich noemende arbeidersblad aanneemt tegenover een zoo belangrijke kwestie als het dienstweigeringsvraagstuk, waar toch de geheele samenleving, wetens of onwetens, belang bij heeft.
De sociaal-democratische beweging steunt de pogingen van een afgevaardigde in de Tweede Kamer, die als bijbaantje dominee en regent van een gevangenis is, om de dienstweigeraars te nekkenn. De sociaal-democratische pers stelt zijn kolommen ter beschikking om allerlei onware beschuldigingen en onwaarheden te vermelden, maar weigert een polemiek te openen met de dienstweigeraars, die aan den lijve de behandeling, uitgevoerd onder toezicht van Ds. v.d. Heide, hebben ondervonden, benevens met personen, die aanwezig zijn geweest bij de uitingen van protest. De sociaal-democratische pers zwijgt en blijft zwijgen, ondanks berichten in “Ons Weekblad”, welk blad toch niet het streven van de dienstweigeraars voorstaat.
Wij hebben ons verplicht gevoeld in het belang van de dienstweigeraars en van de geheel anti-militaristische beweging bekendheid te geven aan de feiten, betrekking hebbende op het protest.
Wij zullen voortgaan het masker af te rukken van het zoogenaamd anti-militaristisch gedoe van de sociaal-democratische beweging, waardoor instituten worden opgericht als de Nat. Vredescentrale.
Ons parool blijft: overal waar zulks mogelijk blijft, de aandacht te vestigen op de dienstweigeraars, onder de leuze: de dienstweigeraars moeten vrij.
Dankend voor de verleende plaatsruimte. Namens het Comité van protest tegen Ds. v.d. Heide.
L.S.
Helaas wisten wij noch de locatie in Betondorp van de hierboven beschreven protesten te vinden (mogelijk in het Verenigingsgebouw?) noch Ons Weekblad te achterhalen.
De Witte Vrouw
Nieuw in de Betondorp Bibliotheek:

Door Rogier Schravendeel
Op 23 september 2022 ontmoet ik Frank Stork in de ruimte van Stichting Veerkrachtig Betondorp. Hij is bezig etenswaren te sorteren. Later op de dag zal hij bij een aantal mensen ook daadwerkelijk eten langs gaan brengen. Ik stel hem een aantal vragen.

Hallo Frank, leuk dat ik je mag interviewen. Wil je vertellen waar en wanneer je geboren bent en hoe je jeugd was?
Ja dat is goed. Ik ben geboren op 28 november 1958 aan de Bredeweg in Oud-Watergraafsmeer. Het was een erg gezellig buurtje. Mijn ouders hadden een vriendenclubje dat nog uit de oorlog stamde, “de kliek” heette dat. Dat zat zo: mijn vader werkte bij de Nederlandse bank, iemand anders weer bij de belastingen en samen distribueerden ze eten onder de armen van de buurt. Mijn hele jeugd gingen wij om met “de kliek”. Op zondag en één of twee keer per week gingen we op bezoek bij tante Rietje, oom Jan en hoe ze allemaal maar heetten. Ik had een heel stel oom en tantes om me heen die op me letten.
Was je enig kind?
Nee, ik was de jongste. Ik had nog twee broers en een zus. Mijn oudste broer is in de oorlog geboren. Ik ging naar de Hogewegschool. Daar zit nu de Frankendaalschool. Mijn moeder speelde daar elk jaar Zwarte Piet. Daar had ik niets van in de gaten. Ze zei dan dat ze even bij een of andere oom of tante langsging, verkleedde zich snel en was dan Zwarte Piet. Later werd ze afgeschminkt en dan kwam ze weer terug van tante of oom. En ik had het allemaal totaal niet door.

We zaten bij de [Nederlands-Hervormde, red.] Emmakerk, tegenwoordig De Bron. Daar probeerden we als kinderen natuurlijk op alle mogelijke manieren onderuit te komen.
Vroeger stopte ik op zondag mijn dubbeltje onderweg vaak in de snoepautomaat. Deden jullie ook dat soort dingen?
Ja, wij probeerden het dubbeltje te wisselen. Dan kon je toch iets in het zakje toen, en de rest gooiden we ook in de snoepautomaat, de kauwgomballenautomaat op de Hogeweg.
Ging je ook naar verenigingen? Deed je aan sport?
Ja, er werd heel wat afgesport. Op vrijdag hadden we ijshockey, op zaterdag honkbal en op zondag ging je zelf voetballen of ging je naar Ajax. En in de Jaap Edenhal was een grote concertzaal. Daar kwamen internationaal beroemde sterren, zoals Status Quo, Lionel Richie & the Commodores, en zelfs Bob Marley.
Na de lagere school ging ik naar de HAVO op de Nobelweg. Maar ik heb nooit het diploma behaald. Ik ging al vroeg werken, bij de Makro op de Spaklerweg, op de afdeling boekhouding. Dat ging goed. Af en toe deed ik een cursus. Ik had een goed leven. Onder de Koningskerk zat in die tijd een discotheek, die min of meer van de kerk uitging. Daar gingen we dan woensdagavond, vrijdagavond en zaterdagavond naar toe. Op mijn 24e trouwde ik. We gingen toen op de Middenweg wonen.
Speelde het geloof bij jullie thuis een belangrijke rol?
Nou, ik weet nog wel dat mijn oudste broer verkering had met een meisje dat katholiek was. Dat moest hij uitmaken van mijn ouders. Maar verder speelde het geloof niet zo’n grote rol. Mijn vader ging al niet meer naar de kerk. Mijn moeder wel. Ze zat ook bij het Rehobothkoor.
Wat grappig, daar heb ik zelf ook nog op gezeten.
Mijn moeder was ook de allereerste vrijwilliger bij Tabitha, aan de Van ’t Hofflaan. Dan ging ze met die oudjes zingen. Later werd ze kinds en toen kwam ze zelf in Tabitha terecht. Ze had altijd aangegeven dat, mocht er iets met haar gebeuren, dat ze dan naar Tabitha wilde. We hebben dat toen voor haar kunnen regelen. Ze overleed ca. 2010. Mijn vader was al in 2007 overleden.
Na de Makro kreeg ik via mijn vader een zogenaamde ´jongerenbaan´ bij de Nederlandse Bank. Ik leefde een gewoon leven. Ik heb drie kinderen en ben twee keer gescheiden. In 2008 overkwam mij iets totaal onverwachts. Toen ik Tabitha verliet, waar ik net mijn moeder bezocht had en in de Cliëntenraad zat, kreeg ik een hartstilstand. Ik schijn op straat gevonden te zijn door een mannetje van Tabitha die altijd een sigaretje van me kreeg. Ik heb drie dagen in coma gelegen.
Wat een heftig verhaal. Gelukkig heb je het allemaal overleefd. Heb je er iets aan overgehouden?
Ik ben zelf wakker geworden uit mijn coma, en nog wel op de verjaardag van twee grootvaders van me, 15 juni. Ik was hele stukken uit mijn geheugen voorgoed kwijt. Om een lang verhaal kort te maken: ik ben toen afgekeurd. Uiteindelijk bleek het een bloedpropje te zijn geweest dat de boel verstopt had. Maar mijn leven lag wel helemaal overhoop. Daar ga je dan weer wat van maken.
Ik woon nu inmiddels op het Archimedesplantsoen en ik heb drie kinderen waar ik apetrots op ben. Twee werken er in de zorg en eentje is loodgieter. En ik ben actief geraakt in de Ouderen Advies Raad van Amsterdam Oost. Op een gegeven moment kwam het Stadsdeel er achter dat veel sociaal werk was weggevallen in de buurt en dat er sprake was van stille armoede. Mensen die wel de huur en gas en licht weten te betalen, maar thuis op een houtje bijten, dan hebben ze gewoon honger. Betondorp werd toen een focuswijk. Dat gaat zo ongeveer over de laatste tien jaar.

Nou kom ik nogal graag in De Avonden en toen ik ook via de Ouderen Advies Raad Oost steeds vaker hoorde van die stille armoede wilde ik graag helpen daar iets aan te doen. Organisaties kwamen in de coronatijd vaak bedelen bij De Avonden om eten om iets aan die stille armoede te doen. En zo ben ik Betondorp zo’n beetje ingerold. Ik besloot me bij Carleen de Lange aan te melden van Stichting Veerkrachtig Betondorp. Via de stichting help ik de mensen in Betondorp drie keer per week aan boodschappen en andere ondersteuning als dat nodig is. En als de mensen met een glimlach de deur uit gaan, maakt mij dat ook blij.
Kun je nog even iets vertellen over de Ouderen Advies Raad?

Ja, wij komen één keer in de maand op de eerste donderdag van de maand bij elkaar in het Stadsdeelkantoor aan het Oranje-Vrijstaatplein. Het is nogal een gemengd gezelschap en we hebben het over van alles en nog wat, maar dus met de focus op de mensen van 50 jaar en ouder. Er is ook een website waar je op kunt kijken. Daar staat trouwens ook het Grand Café Genieten op, dat ik jaren lang in een ruimte aan de voorkant van het Stadsdeelkantoor open mocht houden en waar ik ook veel mensen advies kon geven. Helaas is dat met de coronatijd gesloten geraakt en het zal niet meer open gaan, want het wordt nu door de ambtenaren gebruikt. De mensen vinden het vreselijk, maar het is nu eenmaal zo.
Frank, wil je nog een laatste woord zeggen aan de mensen van Betondorp?
De mensen moeten een beetje lief zijn voor elkaar. Laten we elkaar heel veel ondersteunen en samenwerken. Het is beter een langere tafel te maken dan een muur te bouwen. Armoede is vaak buiten de schuld van mensen. Help elkaar als je kan.
Frank, heel hartelijk dank je goede woorden en voor dit interview!

De Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij (RSAP) is een fusie uit 1935 van de Revolutionair-Socialistische Partij (RSP) en de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP). De partij heeft een eigen blad: De nieuwe fakkel. De lijn van de partij is anti-stalinistisch en internationaal socialistisch in de lijn van Trotski: wel voor communisme, maar niet binnen natiegrenzen, zoals bijvoorbeeld in de Sovietunie.

Bij de propagandatocht na samenvoeging van beide partijen wordt ook Betondorp aangedaan. Op 20 juni 1935 spreken Nelis (Cornelis) Kitsz en Stan (Constant Johan Hendrik) Poppe in het Meerhuis op de Brink. Stan Poppe (1899-1991) had veel voor de partij opgegeven. Hij was belastingambtenaar en verloor zijn baan toen hij een principiële keuze maakte toen het lidmaatschap van de OSP voor ambtenaren werd verboden. Poppe overleefde de oorlog, werd weer belastingambtenaar, bemoeide zich niet meer met actieve politiek maar bleef wel schrijven in het internationaal socialistische blad Spartacus.

Cornelis Kitsz overleefde de oorlog ook. Hij was metselaar en was lid van het anarchistisch vakverbond NAS en brak samen met Henk Sneevliet in 1927 met de door de Soviet Unie gedomineerde CPN en de Communistische Internationale. Kitsz trok zich tijdens de oorlog volledig terug uit de politiek. Na de oorlog was hij hoofdbestuurder en voorzitter van de Federatie Amsterdam van de Algemene Bond van Ouden van Dagen en daarin zeer actief, door onder andere tot op hoge leeftijd het land door te trekken en ouderen aan te sporen zich te organiseren.
Ondanks de avond in Betondorp – de partij colporteert ook in het dorp – zou de partij weinig succes hebben bij de Nederlandse verkiezingen. Bij de Amsterdamse Gemeenteraadsverkiezingen van 1935 behaalde de RSAP 3% van de stemmen (SDAP 33% van de stemmen), maar raakte de enige kamerzetel – van voorman Henk Sneevliet (RSP) – in 1937 kwijt. In 1939 behaalde de partij in Amsterdam nog 2% van de stemmen en Henk Sneevliet nam toen plaats in de Gemeenteraad, waaruit hij in juli 1940 zou worden verwijderd op last van de bezetter. Sneevliet zou in de oorlog in het verzet gaan en werd in 1942 door de nationaalsocialisten gefusilleerd.
Wat leert ons Spanje?
Dinsdagavond 24 november 1936 vindt in het Meerhuis in Betondorp een vergadering plaats van de Internationale Anti Militaristische Beweging samen met de Vrije S.V. Betondorp. De avond begint om 8 uur en spreker is de bekende activist Jo de Haas. Thema van de avond is: “Wat leert ons Spanje?” In dat land is zojuist burgeroorlog uitgebroken. De toegangsprijs voor de avond is 15 cent; voor werkelozen 5 cent.
De avond is een groot succes, volgens De arbeider, socialistisch weekblad voor de provincie Groningen, die op 28 november 1936 een verslag schrijft, dat we hieronder integraal overnemen.

De actie in Betondorp
De Openbare Vergaering belegd door de Vrije S.V. Betondorp in combinatie met de I.A.M.V afd. A’dam is prachtig geslaagd. Spreker was Jo de Haas, met als onderwerp de gebeurtenissen in Spanje.
Met volle aandacht volgde men den spreker z’n twee volle urenbetoog voor ’t “Anti-militarisme”. Er waren enkele debaters, die door H. goed en logisch werden beantwoord. Er was nog deklamatie door mej. Zurendonk en er waren circa 100 mensen aanwezig, wat voor Betondorp als goed geslaagd mag heten.
Met al en al, een zeer mooie en leerzame vergadering. De mensen daar kunnen met tevredenheid op hun werk terugzien. En nu voorwaarts naar een nieuwe vergadering.
Marius
Koemi Orie
Het Joodsch Socialistisch Verbond Poale Zion heeft als doelstelling Joden over te halen naar Palestina te reizen om dat land te gaan opbouwen. Daartoe houdt de afdeling Amsterdam op maandag 20 februari 1939 een propaganda-avond in het Meerhuis op de Brink. Sprekers zijn J. van Blitz en J. Wins. De avond begint om 20.30 uur. Leden in Betondorp wordt verzocht bekenden in de buurt op te wekken deze vergadering bij te wonen.
Ik kom Cor tegen in de Elthetokerk in de Javastraat. Hij blijkt uit Betondorp afkomstig en we gaan buiten op een bankje zitten. Cor gooit mijn koffie om en maakt de bank schoon. Ik krijg een nieuwe koffie van hem en we beginnen het interview.

Cor, je hebt wel een hele bijzonder achternaam. Wat betekent die eigenlijk?
Ja, vroeger had ik er een eigen verklaring voor. Er zou dan ergens een dam, een ondiepte in een water zijn, waar je met je laarzen doorheen moest waden. Er was een dorpje in de buurt en daar zat dan weer een schoenmaker in, etc. Maar mijn zus die heeft het in Leiden uitgezocht; ze komt aan de balie en de man is na vijf minuten al terug met een lijvige scriptie in zijn hand. Het bleek dat iemand op die naam gepromoveerd was. Ergens nabij Zoetermeer was er een polder en als je van de polder in de boezemvaart er omheen moest komen met een boot, dan was er geen sluisje, maar er was een soort hefboomconstructie gemaakt en dan kon je ‘gereguleerd’ over de dam. Dat ‘gereguleerd over de dam’ veranderde op den duur in rijlaarsdam. Die naam raakte verspreid. Er zijn nog een paar boeren in Ouderkerk, Vinkeveen en Abcou die die naam nog dragen. Wat ik jammer vind is dat mijn voorouders ooit een keer naar de stad zijn getrokken.
Waar en wanneer ben je geboren, Cor?

In 1951 in het Burgerziekenhuis. Mijn ouders woonden toen in de Meerhuizenstraat in de Rivierenbuurt. In 1959 verhuisden we naar Betondorp, want de woning aan de Rivierenbuurt begon te klein te worden voor het gezin. Ik heb een jongere en een oudere zus. We woonden in de Tuinbouwstraat 120; dat is nu Tuinbouwstraat 164. Ik zat op de Watergraafsmeerschool op de Huismanshof. Ik vond school nooit leuk want ik had geen zin in leren. We hadden altijd wel een hoop lol samen. Na de lagere school ging ik naar het Van der Waalslyceum aan de Mauritskade. Mijn oudste zus ging naar het gymnasium.
Heb je die school wel afgemaakt?
Nee, die school heb ik inderdaad niet afgemaakt. Later heb ik wel de avond-HAVO gedaan. Maar toen interesseerde het mij niet. Het was de hippietijd, en ik had lang haar en een puch. Ik zat in die tijd ook bij de Socialistische Jeugd. We blowden en we gingen naar Paradiso. In 1972 ben ik toen naar de Sociale Academie gegaan, Karthuizer, in de Jordaan. Maar toen werd ik opeens heel erg ziek. Ik had chronische agressieve hepatitis. Ik kreeg koorts en hield niets meer binnen. Op een gegeven moment woog ik nog maar 56 kilo. Ik kwam weer een paar keer in het Burgerziekenhuis terecht.

Wat is chronische agressieve hepatitis eigenlijk? Ik had er nog nooit van gehoord. Hoe kom je daaraan?
Ja, ik heb wel eens gezegd dat het in die hippietijd uit India is gekomen. Laten we het daar maar op houden. Ik had dus die ziekte en kon niet zoveel. In 1974 ging ik bij de Cosmos werken. Eerst zat ik bij de Cosmic Paper. Dat was een krantje van Paradiso [Paradiso opende onder de naam Cosmic Relax Centre, red.]. Later werkte ik in de sauna. Ik viel ook overal in, de bibliotheek, het restaurant. Nog later werd ik schoonmaker. Uiteindelijk werd ik vanwege mijn ziekte in 1978 volledig afgekeurd. Daarna ging ik vrijwilligerswerk doen. Maar in 1977 ben ik dus moslim geworden. Dat kwam zo. In de Kosmos kwam ik zo’n beetje alle religies tegen, en ik heb dat onderzocht. Ik kwam in contact met de eenheid van God. Voordat ik me bekeerde heb ik ook een tijdje bij de Christengemeenschep gezeten, maar ik kon gewoon niets met die Drieëenheid.
Dus je hebt de islamitische geloofsbelijdenis afgelegd. Hoe kwam dat allemaal zo tot stand?
Ja, de getuigenis is: Ik getuig dat er geen God is dan Allah en Mohammed is zijn dienaar en boodschapper. [Cor spreekt de uitspraak ook in het Arabisch uit]. Dat zat zo. Er zaten twee Belgen in die Cosmos die naar Amerika waren gegaan en moslim waren geworden. Eentje kwam terug naar Amsterdam en daar ging ik mee om. God is de onderhouder van het licht van hemel en aarde. En in het huis van de gelovige is het licht. Dat staat ook in de Koran. Er ik ervoer dat licht dus in het huis van die Belg. Ik lig om half twaalf ’s nachts in mijn ben en ik zeg tegen mijn toenmalige Franse vriendin: Ik moet naar het licht. En diezelfde dag nog ben ik moslim geworden.
Ik heb in de Kosmostijd heel veel zoekende mensen gezien, die niet de consequenties van een godsdienst voor hun ego wilden aanvaarden. Voor mij zijn die consequenties de vijf zuilen van de islam.

Ben je ook op Haj geweest?
Ik ben in de jaren tachtig vier keer op Haj geweest en ben ook een keer een langere tijd in Saudi Arabië gebleven. Mijn islamitische naam is Abdulhaj, dat is Dienaar van de levende God. Ik zat in die tijd ook in Syrië, Jordanië etc. Mijn geestelijk leider in 1980 was Sheikh Nazim; ik zat toen in Syrië. Ik was in die tijd ook nog erg met politiek bezig, dat kwam nog vanuit mijn Socialistische Jeugd-periode denk ik, maar mijn geestelijk leider zei dat ik me niet met die politieke zaken moest bezighouden, hij zei dat ik wel met die aardse zaken bezig kon blijven, “but I can bring to the heavenly station.” In juni 1981 werd het steeds heter in Damascus en mijn ziekte begon weer op te spelen. Het eerste boek van Sheikh Nazim was gedrukt in Konya [Turkije, geestelijk centrum van mystieke islam/zij vinden dit enige vorm van islam] en ik ben toen met 25 exemplaren in het Engels terug naar Nederland gegaan. Het boek is toen verspreid via de Federation of Muslim Organisations in the Netherlands. Die zaten in Scheveningen.
Is dat ook die groep van de vroege vertaling van de Koran in het Nederlands?
(Lacht). Nee joh, dat is die van de Ahmadyia.
We verdiepen ons in geestelijke zaken en Cor vertelt dat hij heel erg blij is met zijn hoofddeksel, dat hij in Syrië speciaal heeft laten maken. We zitten inmiddels op een bankje op het Javaplein. Ik heb honger en Cor haalt zijn broodje uit het cellofaan en we delen dat. Het is een buitengewoon interessant gesprek en ik heb nog vele vragen.
[…] Hier breekt het interview af omdat ik door moet voor een ander interview met Frank Stork in Betondorp. Wordt vervolgd.