Door Rogier Schravendeel
Op 23 september 2022 ontmoet ik Frank Stork in de ruimte van Stichting Veerkrachtig Betondorp. Hij is bezig etenswaren te sorteren. Later op de dag zal hij bij een aantal mensen ook daadwerkelijk eten langs gaan brengen. Ik stel hem een aantal vragen.
Hallo Frank, leuk dat ik je mag interviewen. Wil je vertellen waar en wanneer je geboren bent en hoe je jeugd was?
Ja dat is goed. Ik ben geboren op 28 november 1958 aan de Bredeweg in Oud-Watergraafsmeer. Het was een erg gezellig buurtje. Mijn ouders hadden een vriendenclubje dat nog uit de oorlog stamde, “de kliek” heette dat. Dat zat zo: mijn vader werkte bij de Nederlandse bank, iemand anders weer bij de belastingen en samen distribueerden ze eten onder de armen van de buurt. Mijn hele jeugd gingen wij om met “de kliek”. Op zondag en één of twee keer per week gingen we op bezoek bij tante Rietje, oom Jan en hoe ze allemaal maar heetten. Ik had een heel stel oom en tantes om me heen die op me letten.
Was je enig kind?
Nee, ik was de jongste. Ik had nog twee broers en een zus. Mijn oudste broer is in de oorlog geboren. Ik ging naar de Hogewegschool. Daar zit nu de Frankendaalschool. Mijn moeder speelde daar elk jaar Zwarte Piet. Daar had ik niets van in de gaten. Ze zei dan dat ze even bij een of andere oom of tante langsging, verkleedde zich snel en was dan Zwarte Piet. Later werd ze afgeschminkt en dan kwam ze weer terug van tante of oom. En ik had het allemaal totaal niet door.
We zaten bij de [Nederlands-Hervormde, red.] Emmakerk, tegenwoordig De Bron. Daar probeerden we als kinderen natuurlijk op alle mogelijke manieren onderuit te komen.
Vroeger stopte ik op zondag mijn dubbeltje onderweg vaak in de snoepautomaat. Deden jullie ook dat soort dingen?
Ja, wij probeerden het dubbeltje te wisselen. Dan kon je toch iets in het zakje toen, en de rest gooiden we ook in de snoepautomaat, de kauwgomballenautomaat op de Hogeweg.
Ging je ook naar verenigingen? Deed je aan sport?
Ja, er werd heel wat afgesport. Op vrijdag hadden we ijshockey, op zaterdag honkbal en op zondag ging je zelf voetballen of ging je naar Ajax. En in de Jaap Edenhal was een grote concertzaal. Daar kwamen internationaal beroemde sterren, zoals Status Quo, Lionel Richie & the Commodores, en zelfs Bob Marley.
Na de lagere school ging ik naar de HAVO op de Nobelweg. Maar ik heb nooit het diploma behaald. Ik ging al vroeg werken, bij de Makro op de Spaklerweg, op de afdeling boekhouding. Dat ging goed. Af en toe deed ik een cursus. Ik had een goed leven. Onder de Koningskerk zat in die tijd een discotheek, die min of meer van de kerk uitging. Daar gingen we dan woensdagavond, vrijdagavond en zaterdagavond naar toe. Op mijn 24e trouwde ik. We gingen toen op de Middenweg wonen.
Speelde het geloof bij jullie thuis een belangrijke rol?
Nou, ik weet nog wel dat mijn oudste broer verkering had met een meisje dat katholiek was. Dat moest hij uitmaken van mijn ouders. Maar verder speelde het geloof niet zo’n grote rol. Mijn vader ging al niet meer naar de kerk. Mijn moeder wel. Ze zat ook bij het Rehobothkoor.
Wat grappig, daar heb ik zelf ook nog op gezeten.
Mijn moeder was ook de allereerste vrijwilliger bij Tabitha, aan de Van ’t Hofflaan. Dan ging ze met die oudjes zingen. Later werd ze kinds en toen kwam ze zelf in Tabitha terecht. Ze had altijd aangegeven dat, mocht er iets met haar gebeuren, dat ze dan naar Tabitha wilde. We hebben dat toen voor haar kunnen regelen. Ze overleed ca. 2010. Mijn vader was al in 2007 overleden.
Na de Makro kreeg ik via mijn vader een zogenaamde ´jongerenbaan´ bij de Nederlandse Bank. Ik leefde een gewoon leven. Ik heb drie kinderen en ben twee keer gescheiden. In 2008 overkwam mij iets totaal onverwachts. Toen ik Tabitha verliet, waar ik net mijn moeder bezocht had en in de Cliëntenraad zat, kreeg ik een hartstilstand. Ik schijn op straat gevonden te zijn door een mannetje van Tabitha die altijd een sigaretje van me kreeg. Ik heb drie dagen in coma gelegen.
Wat een heftig verhaal. Gelukkig heb je het allemaal overleefd. Heb je er iets aan overgehouden?
Ik ben zelf wakker geworden uit mijn coma, en nog wel op de verjaardag van twee grootvaders van me, 15 juni. Ik was hele stukken uit mijn geheugen voorgoed kwijt. Om een lang verhaal kort te maken: ik ben toen afgekeurd. Uiteindelijk bleek het een bloedpropje te zijn geweest dat de boel verstopt had. Maar mijn leven lag wel helemaal overhoop. Daar ga je dan weer wat van maken.
Ik woon nu inmiddels op het Archimedesplantsoen en ik heb drie kinderen waar ik apetrots op ben. Twee werken er in de zorg en eentje is loodgieter. En ik ben actief geraakt in de Ouderen Advies Raad van Amsterdam Oost. Op een gegeven moment kwam het Stadsdeel er achter dat veel sociaal werk was weggevallen in de buurt en dat er sprake was van stille armoede. Mensen die wel de huur en gas en licht weten te betalen, maar thuis op een houtje bijten, dan hebben ze gewoon honger. Betondorp werd toen een focuswijk. Dat gaat zo ongeveer over de laatste tien jaar.
Nou kom ik nogal graag in De Avonden en toen ik ook via de Ouderen Advies Raad Oost steeds vaker hoorde van die stille armoede wilde ik graag helpen daar iets aan te doen. Organisaties kwamen in de coronatijd vaak bedelen bij De Avonden om eten om iets aan die stille armoede te doen. En zo ben ik Betondorp zo’n beetje ingerold. Ik besloot me bij Carleen de Lange aan te melden van Stichting Veerkrachtig Betondorp. Via de stichting help ik de mensen in Betondorp drie keer per week aan boodschappen en andere ondersteuning als dat nodig is. En als de mensen met een glimlach de deur uit gaan, maakt mij dat ook blij.
Kun je nog even iets vertellen over de Ouderen Advies Raad?
Ja, wij komen één keer in de maand op de eerste donderdag van de maand bij elkaar in het Stadsdeelkantoor aan het Oranje-Vrijstaatplein. Het is nogal een gemengd gezelschap en we hebben het over van alles en nog wat, maar dus met de focus op de mensen van 50 jaar en ouder. Er is ook een website waar je op kunt kijken. Daar staat trouwens ook het Grand Café Genieten op, dat ik jaren lang in een ruimte aan de voorkant van het Stadsdeelkantoor open mocht houden en waar ik ook veel mensen advies kon geven. Helaas is dat met de coronatijd gesloten geraakt en het zal niet meer open gaan, want het wordt nu door de ambtenaren gebruikt. De mensen vinden het vreselijk, maar het is nu eenmaal zo.
Frank, wil je nog een laatste woord zeggen aan de mensen van Betondorp?
De mensen moeten een beetje lief zijn voor elkaar. Laten we elkaar heel veel ondersteunen en samenwerken. Het is beter een langere tafel te maken dan een muur te bouwen. Armoede is vaak buiten de schuld van mensen. Help elkaar als je kan.
Frank, heel hartelijk dank je goede woorden en voor dit interview!