Uit het Weekblad voor Israëlietische huisgezinnen; uitgegeven vanwege de Vereeniging van Joodsche Wetenschappen te Rotterdam, 18 maart 1932
Mozes Gans z.g.
- – Men schrijft ons:
Hier ter stede is Zondag j.l. in den ouderdom van 75 jaar overleden de heer Mozes Gans. De bescheiden, eenvoudige Jehoedie van den ouden stempel, die nog slechts enkele maanden geleden, onder buitengewone belangstelling in het Betondorp Watergraafsmeer, waar hij woonachtig was en hij krachtig het Joodsche leven bevorderde, zijn gouden huwelijksfeest mocht vieren, is heengegaan stil en rustig.
De Joodsche gemeenschap schonk hij in zijn zoon, den heer I. Gans een voortreffelijk directeur van De Joodsche Invalide en sociaal werker. Bij velen zal zijn nagedachtenis in hooge eer worden gehouden.
In het lijkenhuisje van de Joodsche Invalide heeft voor het uitdragen de voorzitter, mr. Jul. Keizer, enkele gevoelvolle afscheidswoorden gesproken de deelneming van het bestuur betuigend met dit verscheiden.
Op de begraafplaats te Diemen was de eerste spreker Rabbijn dr. M. de Hond, die namens de vereeniging Touroh Our, welker voorzitter hij geweest is en het Ned. Isr. Jongensweeshuis het woord voerde.
Als de groote Mozes, aldus spr., heeft Mozes Gans zijn tent van samenkomst gemaakt, zooals God Mozes geboden heeft. Van zijn dageraad tot de late schemering is hij een trouw zoon van het Joodsche volk gebleven.
Na het eindigen van dit tweede boek van Mozes riep dr. de Hond den zoons en nabestaanden toe: Gazzak, Wenisgazzak.
Voor de verpleegden van de J.O. sprak de heer Akiba Frank een afscheidswoord, den overledenen kenschetsend als een Mordechai geëerd bij zijn broeders. Steeds heeft hij door zijn opbeurend en godsdienstig woord bij zijn bezoek aan de Joodsche Invalide den verpleegden moed ingesproken.
De heer Louis Snapper, secretaris der J.I. gaf de verzekering dat de nagedachtenis aan dezen overledene bij het bestuur de J.I. in aangename herinnering zal blijven.
Tenslotte sprak de heer I. Gans een woord van weemoedige herdenking, voor hetgeen zijn vader voor zijn kinderen en kleinkinderen beteekend heeft.
Aan de groeve heeft de oudste zoon, de heer Jacob Gans den aanwezigen dank gebracht voor de belangstelling in het bijzonder het bestuur van de Joodsche Invalide.
Moge Mozes Gans in betere gewesten het loon der braven deelachtig worden.