Het is in Amsterdam sinds lange tijd gebruikelijk het rioolwater direct op de grachten te lozen. Het grachtenwater wordt via het Lozingskanaal bij de Zeeburgerdijk op dagelijkse basis afgevoerd naar de Zuiderzee en later het IJ, en op die manier ververst. Tot aan de aanleg van Betondorp lozen ook de nieuwere wijken buiten de Singel via een rioleringsstelstel direct op IJ op Zuiderzee.
Met de aanleg van Betondorp komt er verandering in dat systeem van directe lozing, door de aanleg van een reinigingsinrichting. Deze rioolwaterzuivering wordt aangelegd juist aan de andere kant van de Middenweg, tegenover Betondorp. Het rioolstelsel onder de grond wordt dusdanig aangelegd, dat het onder natuurlijk verval langzaam maar zeker naar de reinigingsinrichting loopt. Daar wordt het water naar boven opgepompt en gereinigd. Die reiniging vindt biologisch plaats op zogenaamde oxidatiebedden: een twintig centimeter dikke laag cokes, slakken en ander poreus materiaal, waar het water doorheen geleid wordt. Na deze ‘reiniging’ wordt het overgebleven water geloosd op de poldersloten.
Dit nieuwe systeem wordt Emscher Brunnen genoemd, vandaag de dag ook wel Imhoff-tank, naar de uitvinder Karl Imhoff, die het principe in 1906 ontwikkelde. Zie voor het principe het plaatje hierboven. De naam Emscher Brunnen is afkomstig uit het Duitse Essen, waar het Emschergenossenschaft als een soort waterschap functioneert.
De gesalarieerden der syndicalistische bouwvakorganisaties hebben hunne actie ook uitgestrekt tot den gemeentelijken woningbouw. Zij bezoeken dagelijks de werken voor het in voormalig Watergraafsmeer te stichten Betondorp, spreken, in de arbeidsuren, met het werkvolk, “kankeren” en zetten dag aan dag dien verheven arbeid voort.
Zij hebben al gepoogd, op een in de middagschaft bij het werk gehouden vergadering, dien betonbouw te doen stopzetten onder den eisch van een “gelijkheidsloon” van f 57 1/2 per week. Tot nu toe lukte het niet, doch als de gemeentelijke overheid kalm toelaat, dat die bezoldigde agitatoren ieder uur van den dag het werk bezoeken, wordt het hun al te gemakkelijk gemaakt. Wanneer ons gemeentebestuur wil verhinderen dat wederom groote stagnatie in den woningbouw ontstaat en de regeering het verleenen van voorschotten opschort tot de normale toestand is weergekeerd, zal zij zulk bedrijf op de werken dienen te voorkomen.
Dit geldt niet alleen voor de gemeentelijken, doch ook voor den particulieren woningbouw. Er is vrijheid om te staken, doch ook om te werken. En die werken wil, dient door het openbaar gezag te worden beschermd!
Op een groot terrein aan het einde van de Watergraafsmeer nabij Diemen, ter linkerzijde van de Ringvaart, is een dorp van betonwoningen in aanbouw. Dit geldt een proefneming op uitgebreiden schaal.
Door verschillende firma’s zullen daar ter plaatse 900 woningen van beton worden opgetrokken. De proef wordt met drie systemen genomen, n.l. a. het betonbloksysteem, b. elementenbouw en c. manoelietbouw. Het betonbloksysteem vereischt nog de medewerking van metselaars of steenhouwers. Bij toepassing van de beide andere systemeen zijn deze arbeiders overbodig. Van het eerste systeem zijn reeds een aantal woningen voor de helft gereed. Van het tweede systeem worden door twee firma’s plm. 300 woningen gebouwd. Halve woningwanden, of zeer groote elementen worden, door middel van krachtige kranen, op de juiste plaats gesteld. En volgens het derde systeem wordt door twee firma’s ook reeds de bovenbouw van een woningcomplex verzorgd. Men ziet daar, dat tusschen vooraf gestelde wanden van hout of ijzer de beton gegoten wordt.
In het begin van dit jaar, was op het toen nog zeer drassig terrein de directiekeet geplaatst. Thans, begin Juni, zijn voor 3/4 alle fundeeringen gelegd en zijn in een aantal woningen de trappen en kozijnen reeds gesteld. De deskundige gidsen wisten te verzekeren, dat nog dit jaar stellig 5 a 600 dezer betonwoningen gereed zullen komen. In de onmiddelijke nabijheid van dit betondorp zal bovendien een tuindorp van 2000 woningen verrijzen van “Rochdale” en de “Alg. Woningbouw Vereeniging”.
De Maasbode voegt daar een dag later, op 10 juni 1923, nog het volgende aan toe.
Alle huizen hebben een paalfundering, welke bestaat uit houten palen met betonopzetters ook wel genaamd “heierskinderen” [Deze worden vandaag de dag vrij algemeen “hoerenjongen” genoemd in de heierswereld. Red.]. Drie systemen zijn toegepast n.l. dat van Slim, Bronwasser en Händel. Begin Januari werd de directiekeet voor deze bouw geplaatst op het zeer drassige terrein. Ondanks een heiersstaking, aldus maakte men ons opmerkzaam, zijn thans in Juni voor drie kwart alle fundeeringen gelegd en zijn in een aantal woningen trappen en kozijnen gesteld.
Onzerzijds wagen we de veronderstelling, dat bij uitvoering in baksteenbouw het geheel zeker zoo ver zou zijn gevorderd als nu de betonbouw. Het gaat echter bij betonbouw niet alleen om snelheid, en waar deze geheele bouw als een groot proefveld is te beschouwen zullen we gaarne de verdere resultaten afwachten.
Iedereen kent het verhaal dat het huidige Betondorp ooit Tuindorp Watergraafsmeer heette en dat de naam Betondorp pas een latere uitvinding is, van Amsterdammers die er kwamen wonen. Maar hoe zit het nu werkelijk?
De term ´betondorp´ is uit Duitsland afkomstig. In Hamburg en Bremen ontstaan aan de rand van de stad dorpen die geheel uit beton worden opgetrokken. Het begrip krijgt ook in Nederland bekendheid wanneer de Rotterdamse Heykoop, die ter oriëntatie in Duitsland is wezen kijken, de term gebruikt voor woningen die in de Hillepolder in Rotterdam Zuid worden gebouwd: Bloemhof.
Al in april 1921 wordt in Het Vaderland aangekondigd dat in de Watergraafsmeer ook een betondorp zal verschijnen. De term ‘betondorp’ wordt dus al vanaf het begin gebruikt, naast Tuindorp Watergraafsmeer. Het duurt ook maar een paar jaar voordat de term dermate ingeburgerd is dat het woord met een hoofdletter geschreven wordt: Betondorp als eigen naam en niet langer ‘een betondorp’ als soortnaam met lidwoord.
Dat gaat via de semi-naam ‘het Amsterdamsch betondorp’, ca. 1923, en Betondorp Watergraafsmeer, de officiële gemeentelijke term vanaf 1924, tot uiteindelijk Betondorp, vanaf mei 1924. Vanwege het feit dat er echter nu twee namen tegelijkertijd functioneren, besluiten B&W in 1926 de wijk voortaan toch Tuindorp Watergraafsmeer te gaan noemen.
De term Tuindorp Watergraafsmeer, geliefd bij een deel van de bevolking, houdt het naast Betondorp nog zeer lang uit. Dat komt ook door de voetbalvereniging Tuindorp Watergraafsmeer (TWM). Deze club fuseert in 1971 met S.M.C. tot de Tuindorp Watergraafsmeer Combinatie (TWMC) en in 1974 deze naam kwijtraakte bij de fusie met A.S.V.K. tot Voorland. Daarnaast is er zelfs vandaag de dag ook nog altijd sprake van een huurdersvereniging Tuindorp Watergraafsmeer. Vandaag de dag wordt door de Amsterdamse overheid voor zover bekend echter alleen nog de term Betondorp gebruikt.
Op 31 december 1920 verschijnt er een publikatie in de Staatscourant, waarin Koningin Wilhelmina gronden gelegen in Diemen onteigent, om in verband met de woningnood ter beschikking te stellen aan de gemeente Amsterdam. Het betreft een terrein tussen het spoor naar Hilversum, de kerkstraat, de Hartveldseweg en de Ringvaart, en de intentie is hier een zogenaamd Tuindorp te vestigen. De bouw moet ongeveer 1.800 woningen gaan bevatten.
Diemen op haar beurt ziet de plannen niet zitten en biedt krachtig tegenspel. Het bouwen van een dergelijk Tuindorp zou desastreus zijn voor de gemeente Diemen. De gemeente stuurt in mei 1921 dan ook een adres naar de Minister van Arbeid, waarin zij haar ernstige bezwaren uit. De overlast van de meer armlastige bewoners van de 1.800 te Diemen te bouwen huizen zou veel te groot zijn voor de relatief kleine gemeente. Bovendien zou de melkproductie voor Amsterdam, die grotendeels op de weilanden van Diemen tot stand komt, dramatisch dalen. Bovendien heeft de gemeente Amsterdam Diemen niet nodig om te bouwen, omdat ze zelf voldoende gronden ter beschikking heeft nu ze de gemeente Watergraafsmeer per 1 januari 1921 geännexeerd heeft.
Het duurt tot augustus 1922 voordat de regering haar definitieve standpunt heeft bepaald. Maar dat standpunt is dan ook duidelijk. Er komt, in tegenstelling tot eerdere berichten, geen Tuindorp in de gemeente Diemen. Doorslaggevend was de stem van de Commissaris van de Koningin, Jonkheer Antonie Roëll (zie foto hieronder) die aangegeven had voor deze annexatie buitengewoon weinig te voelen.
En zo is Diemen tot vandaag de dag een zelfstandige gemeente gebleven en kwam dankzij de invloed van Roëll Betondorp te liggen waar het nu ligt.
In een Telegraafartikel van 28 januari 1919 meldt de verslaggever dat Woningbouwvereniging Tuindorp een voorschot bij de gemeente Watergraafsmeer te hebben aangevraagd voor het bouwen van maar liefst 67 woningen en 2 winkelhuizen. Alhoewel de mogelijkheid genoemd wordt dat deze woningen in de De Wetbuurt gebouwd zullen worden, wordt ook heel nadrukkelijk de mogelijkheid genoemd grond aan te kopen en de woningen dus elders te realiseren. De gemeenteraad neemt het voorstel in praeadvies, waarbij bestuurslid van Tuindorp, Johan Frederik Ankersmit (foto hieronder), die inmiddels gemeenteraadslid van de Watergraafsmeer is geworden, dringt aan op een spoedige goedkeuring, zich baseren op het onderzoek naar woonomstandigheden in de Watergraafsmeer zoals onlangs doorTuindorp uitgevoerd.
Alhoewel de commissie ter onderzoek van het voorstel een gunstig oordeel velt en aanraadt het voorschot ter beschikking te stellen, duurt het nog even voordat het voorstel definitief door de raad is aangenomen. In de jaarlijkse vergadering van maart 1920 spreekt Woningbouwvereniging Tuindorp dan ook haar teleurstelling uit en tevens de wens om zo spoedig mogelijk terreinen te kunnen aankopen voor laagbouw.
Terwijl de zomer aanbreekt en er niets gebeurt, verschijnen er berichten over de vorderingen van de bouw van een ander Tuindorp in de omgeving, namelijk Tuindorp Oostzaan. Bijzonder is dat in dit Tuindorp met een nieuw materiaal wordt geëxperimenteerd, namelijk beton. We durven daarmee te stellen dat het maar op een haartje scheelde of niet Tuindorp Watergraafsmeer was niet Betondorp gaan heten, maar Tuindorp Oostzaan. Het artikel hieronder komt uit de Delftsche courant van 23 september 1920.
De geluiden van annexatie van de Watergraafsmeer door Amsterdam worden in 1920 steeds luider en zekerder. Contouren worden zichtbaar van een groot plan om in de Watergraafsmeer, na annexatie, een groot aantal middenstandshuizen te gaan bouwen in zogenaamde ‘platbouw’. De gemeente Amsterdam is van plan hier een gerenommeerd architect voor aan te trekken, aldus een artikel in Het Volk van 26 november 1919. Amsterdam kan het lijden. De gemeente heeft zojuist een rijksvoorschot gekregen om 8.100 woningen te kunnen bouwen. De woningen in het huidige Betondorp zullen daar onderdeel van vormen.
Nu de eerste subsidies ter beschikking zijn gesteld en Woningbouwvereniging Tuindorp vanaf 1918 gaat bouwen in de De Wetbuurt, hoopt de vereniging spoedig de productie van de bouw van arbeiderswoningen te kunnen opvoeren en ondersteunt dat verlangen met het doen uitgaan van een alarmerend bericht over de schrikbarende woningnood in de Watergraafsmeer, dat onder andere geplaatst wordt in De Tijd van 14 december 1918.
Woningnood. – De Bond van Arbeiderswoningbouw-Vereenigingen schrijft ons:
Een onzer leden, de vereeniging “Tuindorp” te Watergraafsmeer, heeft een onderzoek ingesteld naar de dubbele bewoning in een deel dier gemeente met het volgende resultaat: In de De Wetbuurt, een uitsluitend arbeiderswijk, bevonden zich in totaal 319 woningen, waarvan 47 of 15 pCt. dubbel bewoond waren. Er huisden in deze dubbel bewoonde woningen 93 gezinnen met totaal 342 personen, waaronder 72 kinderen beneden de 7 jaar. De gezinnen bestonden soms uit 19-14-10 en 7 personen. In één woning woonden gedurende eenigen tijd drie gezinnen, in een ander hokten 19 personen samen, waaronder 7 kinderen van minder dan 7 jaar, zoodat behalve deze de ouders en nog 8 jeugdige personen boven de 7 jaar ’s avonds en ’s nachts in deze woning een rustplaats moesten zoeken. Een gezin vond een legerstede op een gedeelte van een zolder, waar tevens niet minder dan 23 konijnen huisden. Aan dezen misstand werd na het bekend worden door de politie spoedig een eind gemaakt, door de verwijdering van de lieve knaagdieren te gelasten.
Om in dezen dringenden woningnood te voorzien, zal de woningbouwvereeniging “Tuindorp” spoedig een voorschot van het bouwen van 67 woningen en 2 winkelhuizen bij den raad aanvragen.
Na de annexaties in 1896, waarbij de Gemeente Amsterdam onder andere de volledige polder Over Amstel inpikt – voormalig grondgebied van de Gemeentes Nieuwer Amstel en Diemen, begint de Gemeente Watergraafsmeer het knap benauwd te krijgen. Na in de Napoleontische tijd vijf jaar met Diemen samengevoegd te zijn geweest, is de Watergraafsmeer sinds 1817 weer een zelfstandige gemeente (met een gestaag afnemende bevolking van nog geen duizend inwoners), in eerste instantie onder een schout en sinds 1851 onder een burgemeester. De landhuizen zijn in staat van verval en dreigen als leegstaande ruïnes achter te blijven. Daarom wordt in 1825 een verordening aangenomen dat de grond waarop een buitenplaats heeft gestaan, in principe geegaliseerd moet worden en de funderingen verwijderd. De gronden worden door groentekwekers en tuinders ingenomen.
In 1886 wonen er nog maar 500 mensen in de Watergraafsmeer. Een eigen kerk is er niet. De bewoners kerken in Diemen of Amsterdam. Toch streeft Watergraafsmeer er naar zelfstandig te blijven. Zo wordt in 1880 een eigen postkantoor opgericht. Maar het tij lijkt niet te keren. Een laatste stuiptrekking is het Uitbreidingsplan Watergraafsmeer, zoals eerder beschreven. Zal het nog lukken de Watergraafsmeer van een aanmerkelijk groter aantal inwoners te voorzien, zodat de Gemeente kan overleven? Het hangt onder andere van de snelheid van de uitwerking van de bouwplannen af. De bedoeling is in ieder geval bijna de gehele Watergraafsmeer te bebouwen. Er wordt maar liefst aan 200.000 inwoners gedacht. In het kader van het bebouwen wordt gestimuleerd dat verenigingen worden opgericht.
Op 26 februari 1912 melden diverse kranten dat de dag daarvoor is opgericht de Bouwvereniging Tuindorp, die zich ten doel stelt woningen voor arbeiders te bouwen met Rijksvoorschot. In het bestuur worden gekozen de heren A.H. Jansen, voorzitter; H. Groenendijk, secretaris; J.C. Sieliakus, penningmeester; J. Papavoine en J. Wijdicks, terwijl de heren J.F. van Amstel, J.F. Ankersmit en Alb. Hahn als raad van commissarissen optreden. De statuten van de woningbouwvereniging worden in juni 2012 in de Nederlandsche Staatscourant gepubliceerd en door koningin Wilhelmina de maand daarop officieel geaccepteerd. De indruk is overigens dat met Tuindorp Watergraafsmeer in eerste instantie de hele Watergraafsmeer bedoeld wordt en niet alleen het huidige Betondorp
Wanneer in september 1913 in Den Haag een nationale tentoonstelling wordt georganiseerd over volkshuisvesting, worden door architect Ph. J. Hamers ook de plannen voor Tuindorp Watergraafsmeer gepresenteerd. Er zijn nogal wat presentaties van tuindorpen op de expositie. Het idee, dat in de tweede helft van de negentiende eeuw in Engeland geboren werd, is zeer populair in die dagen, als verbeterde en vebeterende arbeidersbouw. Ook op de tentoostelling vaan arbeiderswoningen, die in december 1913 in het gymnastieklokaal van de gemeentelijke MULO in de M.A. de Ruyterstraat (later, na de annexatie door de Gemeente Amsterdam, werd dit de Willem Beukelszstraat) te Watergraafsmeer wordt gehouden, wordt het Tuindorp gepresenteerd, ditmaal in presentaties van de heer Gulden en Geldmaker. De tentoonstelling, die georganiseerd wordt door de afdeling Watergraafsmeer van de Noordhollandsche Vereeniging Het Witte Kruis, trekt veel belangstellenden.
Begin 1914 beginnen de zaken een serieuzer karakter te krijgen. Woningbouwvereniging Tuindorp doet een officieel verzoek aan de gemeenteraad van Watergraafsmeer om voor de bouw van 56 arbeiderswoningen een voorschot van fl. 175.000 te mogen ontvangen. Nu begint de zaak politiek te worden. De Woningbouwvereniging heeft in haar statuten staan dat voor arbeiders gebouwd gaat worden. Dat is echter niet naar de zin van de gemeenteraad van de Watergraafsmeer. Die eist dat Tuindorp haar statuten wijzigt en opneemt dat de vereniging de verbetering van huisvesting van uitsluitend Watergraafmeersche arbeiders nastreeft. Dit wil de vereniging echter niet accepteren en stelt als tegenvoorstel ook te willen bouwen voor arbeiders die minstens één jaar in de gemeente wonen. De eis van de gemeenteraad heeft ongetwijfeld ook te maken met de dreigende annexatie van de Watergraafsmeer door de Gemeente Amsterdam.
Wanneer een andere woningbouwvereniging, Ons Belang, wel overstag gaat en een statuutwijziging aanvraagt, stuit dit op tegenstand bij het Ministerie van Justitie, juist omdat volgens dit Ministerie niet gevraagd kan worden dat de leden van Ons Belang verplicht werkzaam zijn in de Watergraafsmeer. Dat gaat te ver, volgens het Ministerie. Geen buitenstaanders welkom kan niet op deze manier georganiseerd worden en is grondwettelijk niet toegestaan. Goede raad is duur voor de Watergraafse gemeenteraad, die in een vergadering Ons Belang nog maar eens maant voet bij stuk te houden bij het Ministerie van Justitie. Woningbouwvereniging Watergraafsmeer, die haar statuten weigert aan te passen, staat belangstellend aan de zijlijn. De media spreekt schande van de reactionaire eisen van het Watergraafsmeers gemeentebestuur,
In april 1914 wordt bekend dat er een advies bij de Watergraafmeerse gemeenteraad ligt waarin definitief geweigerd wordt een voorschot te geven aan Woningbouwvereniging Watergraafsmeer, omdat deze vereniging niet bereid is uitsluitend voor Watergraafmeerse arbeiders te bouwen. Overleg mislukt en op 30 april 1914 is de gemeenteraadsvergadering, waarop ook bestuurslid van Woningbouwvereniging Tuindorp, J.F. Ankersmit, spreekt. Volgens hem wordt op deze manier de bedoelde werking van de Woningwet door de Watergraafmeerse gemeenteraad buiten werking gesteld. Het betoog mag niet baten en na een uitgebreid weerwoord van wethouder Mensing de Charante wordt de motie aangenomen waarin het voorschot wordt afgewezen.
Woningbouwvereniging Ons Belang op haar beurt gaat door met de statutenwijziging en weet eind juli 1914 de minister zo ver te krijgen te verklaren de vereniging met de gewijzigde statuten nog steeds te zien als ‘uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting’. Tot grote teleurstelling van deze vereniging wordt nu door de Watergraafse gemeenteraad ook Ons Belang een voorschot om te bouwen geweigerd; ditmaal vanwege de gevreesde stijging van grondstoffen vanwege het begin van de oorlog. Kortom, de bouw in de Watergraafsmeer dreigt nu geheel en al stil te vallen. Ons Belang wendt zich nu tot de minister, om te wijzen op deze dramatische ontwikkeling en vraagt specifiek om bijfinanciëring.
Het is niet helemaal duidelijk of die bijfinanciëring er gekomen is of niet, maar in juni 1918 wordt door Ons Belang de aanbesteding gehouden van een blok van 9 woningen aan de De Wetstraat. Gegund wordt aan de heren J. Drukker en W.J. Karsen te Alkmaar. Ook Woningbouwvereniging Tuindorp houdt in die maand een aanbesteding. Het betreft 24 woningen aan de De Wetstraat en de Wolmaranstraat (Amsteldorp, tegenwoordig Von Guerickestraat). Hier is de laagste inschrijver B.J.H van Bergheim te Amersfoort. De bouw in de Watergraafsmeer is begonnen!
Onderstaande foto is uit 1921 en toont een arbeider met een mengmachine voor vloeren. Op de achtergrond de eerste straten in aanbouw. Foto afkomstig van de Beeldbank van de Gemeente Amsterdam.
Onder de dreiging van annexatie door de Gemeente Amsterdam, brengt de Gemeente Watergraafsmeer onder leiding van burgemeester de Wit in 1906 onderstaand uitbreidingsplan uit. De bedoeling is om op termijn maar liefst 200.000 inwoners in het voormalige Diemermeer te gaan huisvesten.
Zoals te zien zijn begraafplaats en renbaan opgenomen en ook Roosenburgh staat op deze kaart vermeld. Omgeving Betondorp ziet het volstrekt anders uit dan vandaag de dag.
In 1907 wordt het plan door de Watergraafmeerse gemeenteraad aangenomen en wordt gestart met voorbereidende werkzaamheden van wat Tuindorp Watergraafsmeer zal gaan heten. Er komt vanwege het invallen van de Eerste Wereldoorlog weinig van terecht. En op 31 december 1920 zijn alle plannen van de Gemeente Watergraafsmeer ten einde. De gemeente wordt opgeheven en geannexeerd door de Gemeente Amsterdam.