Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Niet plunderen!

Uit Vrij Nederland, 8 september 1944

Te Amsterdam is in Betondorp op 7 dezer een door N.S.B.-ers verlaten huis door de bevolking leeggehaald. Dertig menschen werden door de Landwacht gearresteerd en wat zal er met hen gebeuren?

Onze Regeering heeft iederen vorm van eigenberechting verboden. Plundering en Bijltjesdagen, hoe verleidelijk ook, zijn een schande voor ons volk. Houdt het hoofd koel en denkt er om, zoolang er nog één N.S.B.-er of Duitscher in ons land vrij rondloopt, is het bovendien levensgevaarlijk!

Categorieën
Geschiedenis 1941-1950

Idyllisch Betondorp

Uit het Parool, 27 juli 1950

Amsterdam, die grote stad… Ja, en dan denken we aan al die huizenblokken en eindeloze straten, de herrie van de Munt en het lawaai van de Leidsestraat. Maar er is ook nog een ander Amsterdam. Gisterenavond is Dagboekenier verdwaald in zo’n stukje van de hoofdstad, dat je, zelf als Amsterdammer, soms weer moet her-ontdekken, omdat het telkens wéér een openbaring is. Dat stukje was in dit geval de buurt, die helaas zo zakelijk als het maar kan Betondorp is gedoopt. Niet ten onrechte overigens, want het grootste deel van dit overigens alleraardigste dorp is inderdaad van beton. Van lelijk beton ook nog. Misschien waren de muren vroeger nog keurig effen van kleur, maar nu is het een grauwe massa, soms vreemd uitgeslagen en bar lelijk. Maar de natuur heeft zich er meestal over ontfermd en de lelijkheid gaat voor het merendeel schuil onder klimop en planten. En voor de rest wordt véél vergoed door de landelijke rust, de stilte, de afzondering. Ja, dit is een dorp, waarvan de gehaaste stedeling de sfeer als een weldaad ondergaat. Bijna overal stonden gisteren de ramen open. En in hemdsmouwen zaten van hun werkdag uitblazende Amsterdammers hun krantje te lezen en een pijpje te roken. Ergens was een verjaardagsfuif met taartjes en geurende koffie. En een straat verder stond een juffrouw luidkeels een aria te zingen. Haar buurman stond in de tuin te schaven aan een meubelstukje van eigen makelij en twee jonge katten vochten op het trottoir een robbertje. Uit vele huizen klonk (gelukkig zachte) radiomuziek en door de sloot, die Betondorp scheidt van de Nieuwe Ooster roeiden drie eendjes met trage, bedachtzame pootbeweginkjes. Ach, de wandeling duurde niet lang en na het zoveelste hoekje-om hoorde Dagboekanier al weer lijn 9 voorttrommelen over de Middenweg en tien minuten later stond hij weer te midden van het lawaai der grote stad: ijsventers, trams, taxi’s, joelende kinderen. Ver achter het geboomte van de Watergraafsmeer lag het Betondorp. Ook een stukje Amsterdam. Ja, maar een stukje, dat altijd nog te klein blijft.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930 Geschiedenis 1931-1940 Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1951-1960

De school van juffrouw Boots viert 25-jarig bestaan

De Watergraafsmeer op Huismanshoff 11 was in december 1926 de laatste school die in Betondorp de deuren opende. Eerste hoofd van de school was Jan Feenstra, die in 1928 door Sam Bannet werd opgevolgd. Er waren toen zes scholen. Dit aantal was in het leerjaar 1936-1937 alweer gedaald naar twee, waarvan de Watergraafsmeerschool er één van was. De andere school was trouwens de Pieter Nieuwlandschool.

Na de oorlog groeit de school snel, vooral omdat inmiddels in 1946 de Pieter Nieuwlandschool gesloten is. In feite is de vergrijzing van Betondorp al hard aan het toeslaan. In 1951 viert de Watergraafsmeerschool haar 25-jarig bestaan. De Ouder-Commissie heeft een tentoonstelling in de school georganiseerd met allerlei producten die door de kinderen zelf gemaakt zijn, stands van diverse organisaties als de Dierenbescherming en zelfs een lokaal met allerlei soorten kleinvee, zoals kippen, konijnen en duiven. Drijvende kracht achter dit alles is juffrouw Boots, hiernaast op de foto. De Watergraafsmeerschool wordt in die tijd ook wel de school van juffrouw Boots genoemd.

De tentoonstelling wordt geopend door PvdA-wethouder Albertus de Roos, onder andere belast met onderwijs.

Categorieën
Geen categorie Geschiedenis 1924-1930 Geschiedenis 1931-1940 Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1951-1960

Muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer bestaat 25 jaar

In september 1951 wordt het 25-jarig bestaan van muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer gevierd. De vereniging is in 1926 opgericht en heeft zich van fanfare tot harmonie ontwikkeld. Na de oorlog moest de vereniging opnieuw beginnen, met jong bloed, en dat is onder leiding van dirigent W.G. de Buyzer Jr. goed gelukt. De muziekvereniging trekt regelmatig door het land en wint prijzen op concoursen en is in ieder geval begin jaren zestig nog actief. Daarna wordt het moeilijk het spoor te volgen. Wie weet meer?

Het jubileum wordt gevierd door een mars door Betondorp en optredens in het Brinkhuis. Behalve muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer treden op Jong Excelsior, de Tramharmonie, T.A.V.E.N.U., Crescendo Sloterdijk, boerenkapel de Dorsvlegels en de Amsterdamse Politiekapel.

Categorieën
Geen categorie Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Bevrijdingsfeesten

In mei en juni 1945 werden overal in Nederland bevrijdingsfeesten gevierd, waaronder in Betondorp. Het eerder illegale blaadje Frontnieuws, na de oorlog Betondorp Nieuws, uit de Oogststraat doet hier uitgebreid verslag van.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Nieuwe velden

Uit: Sport in beeld/De revue der sporten, 21 juli 1941

Nieuwe velden in Oud-Watergraafsmeer

Tusschen Oosterbegraafplaats, Betondorp en Weesperzijde is een prachtig sportpark in wording. De opzet is schitterend, met beplantingen, fiets- en wandelpaden om de elf voetbalvelden geen, met waterpartijtjes en wat dies meer zij, precies zooals de aanleg van de roeibaan en omgeving, ’t hockey-stadion, de velden van de Twentsche Bank te Amstelveen enz. Het ligt zeer gunstig langs de oude Kruislaan en ’t feit, dat men nu toch een dien kant van Oud-Watergraafsmeer, bij de groote entree van Amsterdam uit de richting Gooi, sportvelden in platsoenen gelegen aantreft, valt zeer toe te juichen.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Kapelaan Menken versus de Nieuwe Orde

Kapelaan Mensen van de kerk van de Heilige Familie op het Zuivelplein neemt geen blad voor de mond, aldus een verontwaardigd artikel in de N.S.B.-krant Volk en Vaderland van 18 september 1942, dat we hieronder overnemen.

Zedenverwildering als gevolg van de “nieuwe orde”

Een “kruismol-preektijger” aan het woord

Aan “Storm” danken wij de rake typeering “kruismol” en “preektijger”. Een uitermate geslaagde combinatie van beide zagen wij Zondag op den preekstoel staan in de kerk van de H. Familie, op het Zuivelplein, in het z.g. Betondorp in Amsterdam-Oost.

Met een stem, die ieder oogenblik of een uitbarsting van ziedende woede of een ontelpbare huilbui deed verwachten, beurtelings heesch krijsend en hysterisch gillend, en met klauwend handgebaar – zóó deed deze man de dauw van Gods woord over de dorstige zielen in de Mis van half twaalf neerdalen.

Ware het tijger-achtige van den kanselredenaar bij stemgeluid en handgebaar gebleven, dan ware er meer reden tot verbazing dan tot ergernis geweest. De valschheid van den tijger paarde zich echter bij dezen clericus aan de neiging tot wroeten en ondermijnen des mols.

“Er is zelden een tijd geweest,” zoo stelde de preeker vast, “waarin de Kerk van Christus zóó venijnig, zóó satanisch, zoo geniepig ontrecht, geknecht en geringeloord werd als thans.” Deze woordenreeks werd er gewoonweg uitgebriescht. De spreker kookt kennelijk van woede.

Waarom? Wel, dat zit zoo. Nere en Stalin en zoo, dat zijn altijd beste jongens geweest, die pakten den godsdienst zelf aan en zorgden zoo voor echte nartelaren. Maar het nationaal-socialisme hoedt zich er angstvallig voor zich met zaken van zuiver-godsdienstigen aard te bemoeien. Het maakt alleen een einde aan de materiële rechtspositie van de Kerk. En het weet donders goed tusschen het één en het ander te onderscheiden! Dat weten de geestelijke heeren wel en zij krijgen daardoor het onbehagelijke gevoel dat men ze “door” heeft. Dat er dus met misdaden tegen het volk geen martelaarskroon meer is te verdienen. Dat er steeds minder goedkoop aardsch succes voor hen te behalen valt tengevolge van het nationaal-socialisme, dat doet hen dit nationaal-socialisme haten.

En of ze haten? Luistert weer naar den geestelijken leider uit het Betondorp.

“Er komen soms katholieken bij mij en die vragen: Waarvoor? Waarom laat Christus dit alles toe? Waarom verdelgt hij deze belagers van Zijn Kerk niet van den aardbodem? En ik begrijp deze vraag. Zelf zijn wij ook soms geneigd deze vraag te stellen. Doch laten wij dan nimmer vergeten, dat de Kerk moet lijden en vervolging ondergaan om te kunnen overwinnen.”

Dus, beminde geloovigen, jullie moeten niet zoo vragen. “Waarom?”, dat staat niet netjes. Troost u bovendien met de gedachte, dat wij toch aan het langste eind trekken, wat wij vandaag “lijden” is slechts voorschot op onze zegepraal. Intusschen kan ik er best in komen, in jullie gedachten tegen de “belagers der Lerl”, d.w.z. de nationaal-socialisten.

In een passage als deze slaat de haat niet meer in vlammen uit, maar ze ligt des te witter te gloeien.

Tenslotte gaat de gewijde redenaar uit een ander vaatje tappen. Met overslaande stem en op snikkenden toon haalt hij herinneringen op aan de warme dagen die achter ons liggen:

“In onze parochie zag ik ook katholieke meisjes op straat loopen… in een badpakje! En als ik van hier naar Diemen ging, heb ik me diep geschaamde, omdat ik ook katholieke jongens en meisjes gemengd zag zwemmen”.

Dan komt echter de moraal uit deze heidensche tafereelen, tevens conclusie, verklaring, aap-uit-de-mouw en wat ge maar wilt:

“Ja, zoover is het gekomen, dat ook katholieken zich laten meeslepen door den stroom van verpestende zedenverwildering, die de nieuwe orde over ons Vaderland heeft gebracht.”

Is het te veel gezegd, dat hier de valschheid des tijgers en de wroetzucht des mols hand in hand gaan? De gemeenheid is toch ongehoord: het op straat loopen in badpakjes en het gemengd baden is in Nederland in zwang gekomen, dank zij de nieuwe orde! Vóór den 10den Mei hielden alle katholieken zich trouw aan de bisschoppelijke voorschriften over de kleeding en over het strandvermaak; doch na den 10den Mei lieten de geloovigen zich meesleuren door de “nieuwe orde”!

En dat terwijl ieder weet, dat juist de democratie met haar ongebreidelde persoonlijke-vrijheidsexcessen en het – door de kerk nu zoo teer beminde – jodendom, dat door middel van film, tooneel, literatuur en amusement de laagste instincten van de massa ten eigen bare exploiteerde – terwijl ieder weet, dat deze factoren den zedelijken teugel steeds losser hebben gemaakt, en heel wat erger dingen dan badpakjes en gemengde baden hebben veroorzaakt!

En dat terwijl ieder kon weten, hoe juist de Leider van de Nationaal-Socialistische Beweging der Nederlanden over deze aangelegenheden denkt, die nog onlangs in een rede over de volksgezondheid bepaalde excessen in de vrouwenkleeding laakte en streng toezich op de gemengde baden eischte.

Het ware voorts te wenschen dat dit soort priesters zich ook eens andere geboden (met bijbehoorende zonder) herinnerde dan “het 6de en het 9de”. “Zedenverwildering” is een rijkelijk dik woord, maar het is volkomen toepasselijk op het verschijnsel dat er menschen zijn, die zich de ware volgelingen van Christus noemen, doch die zich met oud-Testamentische wraakgedachten, gedachten aan de verdelging hunner “belagers”, en met leugen, verdachtmaking en laster tegen een geheele “nieuwe orde” en allen die daarbij betrokken zijn, te weer stellen. Kijk, dat is: zedenverwildering.

Kapelaan Menken heet deze gewijde redenaar. Wat moet er nu met zoo’n man? Het zijn deze lieden die de éénwording van het Nederlandsche volk en een opbouw van Nederlands toekomst op de meest verraderlijke en laaghartige manier ondermijnen.

Zij jammeren over “vervolging”, doch het feit zelf, dat zij nog levend op den preekstoel staan en ongestoord hun gang kunnen gaan, bewijst dat zij niet alleen niet “vervolgd”, doch zelfs met fluweelen handschoenen aangepakt worden.

Maar sommige van de heeren hebben zich nog niet weten aan te passen aan den nieuwen toestand, die van hen een zuiver priesterlijke werkzaamheid eischt. Zij “zitten” met een surplus aan energie, die zij tot dusver aan de R.K. Staatspartij, Volksbond, Hanze, Voetbalbond en Landstorm besteedden. Zij zitten als ongezonder jongetjes, te peuteren en te pieteren en vervallen daardoor in ziekelijke fantasieën.

Zij zouden strenge straffen verdienen, menschen als deze kapelaan Menken, maar beter is het hen te genezen. Want zij zijn geestelijk ziek.

En hoe hen te genezen? Slechts één middel: arbeidstherapie. Harde, eerlijke arbeid onder strenge en reachtvaardige leiding, in soberder omstandigheden nen een gezonder omgeving dan die waardoor de meeste pastorieën gekenmerkt worden! Als zij na een jaar of wat bij hun parochianen terugkeeren zijn zij gezond en man geworden!

Ook het illegale Vrij Nederland van 24 oktober 1942 is de zaak Menken niet ontgaan:

Felle geeseling der Nieuwe Orde

Kapelaan Menken heeft in de kerk van de Heilige Familie op het Zuivelplein in het z.g. Betondorp rake dingen durven zeggen.

“Er is zelden een tijd geweest”, aldus kapelaan Menken, “waarin de kerk van Christus zoo venijnig, zoo satanisch, zoo geniepig ontrecht, geknecht en geringeloord werd als thans. Er komen soms Katholieken bij mij, die vragen: ‘Waarvoor? Waarom laat Christus dit alle toe? Waarom verdelgt hij deze belagers van Zijn Kerk niet van den aardbodem?’ En ik begrijp deze vraag. Zelf zijn wij soms ook geneigd deze vraag te stellen. Doch laten wij dan nimmer vergeten, dat de kerk moet lijden en vervolging ondergaan om te kunnen overwinnen.”

Over de zedenverwildering sprekend zeide kapelaan Menken: “Ja, zoover is het gekomen, dat ook Katholieken zich laten meeslepen door den stroom van zedenverwildering, de de ‘Nieuwe Orde’ over ons Vaderland heeft gebracht.”

Volk en Vaderland van 18 september, dat van deze preek melding maakt, zegt, dat menschen als deze kapelaan strenge straffen verdienen. Maar, zoo zegt het blad. “beter is arbeidstherapie: harde eerlijke gezonde arbeid onder strenge en rechtvaardige leiding”.

Gelukkig overleeft kapelaan Menken ondanks zijn moedige en uitdagende houding de oorlog. Dat brengt ons bij een anecdote uit het Directeurenblad van de Heilige Familie, het derde nummer van 1947.

Ik verhaal u eerst het voorbeeld van een pastoor. Het is niet lang geleden gebeurd in Betondorp te A’dam. Daar was een arme gestorven. De pastoor ging praten over een H. Mis en een kerkelijke begrafenis. Men antwoordde hem, dat men dat niet betalen kon. Toen zei de pastoor: “daar hoeft ook niet voor betaald te worden. Dat kost u niets. U kunt het niet bekostigen, ik zal voor alles zorgen zonder dat U onkosten hebt.” De arme kreeg een keurige begrafenis. Dit trof andersdenkenden en communisten zo, dat ze geld bij elkaar brachten, opdat voor den overledene maandelijks nog een H. Mis zou worden opgedragen.

Het lijkt me lang niet uitgesloten dat tussen het moedig spreken van kapelaan Menken en deze goede daad der communisten een duidelijk verband bestaat…

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Gereformeerde padvinderij

We konden niet zo snel iets meer terugvinden over de Gereformeerde padvinderij in Betondorp, maar in 1947 is het clubhuis van de Gereformeerde Padvindersgroep “Frankendael” in ieder geval gevestigd in de school op Zuivelplein 11, waar op 16,17 en 18 oktober een bazar gehouden wordt. Nieuwe leden kunnen zich overigens aanmelden bij de heer Fris, die ver buiten Betondorp op de Pythagorasstraat woont.

Het programma van de padvinders is als volgt:

Kabouters (meisjes 8-12 jaar), zaterdagmiddag 14.30-16 uur

Padvindsters (meisjes 12-17 jaar), woensdagavond 19.30-21 uur

Welpen (jongens 8-12 jaar), zaterdagmiddag 15.30-17 uur

Verkenners A (jongens 12-17 jaar), maandagavond 20.00-21.30 uur

Verkenners B (jongens 12-17 jaar), zaterdagmiddag 14.30-16.30 uur

Wanneer we meer informatie over dit belangwekkend onderwerp achterhalen, hopen we u daarvan op de hoogte te kunnen stellen.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Gastvrijheid bij de familie Bonnet

In 1948 worden de Olympische Spelen in Londen gehouden. De Nederlandse turnploeg is hard aan het trainen en doet dat onder andere in het Ajaxstadion. Veel deelnemers komen niet uit Amsterdam. Daarom heeft de Amsterdamse vereniging D.O.C. dat de Nederlandse turnsters onderdak krijgen bij leden in Betondorp.

Het Turnblad is onder de indruk van deze geste van de Betondorpers. Met name de inzet van een zekere mevrouw Bonnet wordt geroemd.

De turnsters overnachtten bij leden van die vereniging [D.O.C., red.] in net Betondorp, dat gelegen is vlak bij het Ajax-stadion, waar de training heeft plaatsgevonden. De D.O.C.-families verdienen daarvoor de Bondsdank! En van haar vooral mevr. en dhr. Bonnet, bij wie door de gehele ploeg de warme maaltijd werd gebruikt en na afloop van de middagtraining een broodmaaltijd. De kookkunst van mevr. Bonnet werd door allen hoog gewaardeerd.

Er is ook een deelneemster uit Betondorp aan de Olympische Spelen van 1948 in Londen. Dat is Truida Bonnet. Zij staat op bovenstaande foto 2e van links. Het is niet moeilijk te bedenken dat de heer en mevrouw Bonnet familie van Truida, sterker nog, wel de ouders van Truida geweest zullen zijn. Een mooi gebaar naar de Nederlandse turnploeg!

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1941-1950

Internationale Vereniging Bellamy

De Amerikaanse utopist Edward Bellamy (1850-1898) schreef een aantal boeken die ook in Nederland diepe indruk maakten en waarvan Looking backward (Terugblik uit het jaar 2000) wel de belangrijkste is. In het boek wordt een utopistische samenleving beschreven, waarin de armoede is opgelost, de economische ongelijkheid is verdwenen en ook de vrouw een gelijke positie als de man heeft.

De Nederlandse afdeling van de Internationale Vereniging Bellamy wordt in 1932 opgericht en stelt zich ten doel de ideeën van Bellamy te verspreiden en bij te dragen aan de verwezenlijking daarvan. Alhoewel de vereniging ver blijft van de politiek, wordt ze in de oorlog toch door de nationaalsocialistische bezetters verboden.

Na de oorlog vindt een korte opleving van het Bellamyisme plaats. Er wordt naast de Internationale Vereniging Bellamy zelfs een Nederlandse Bellamy Partij opgericht, met de bedoeling ook op politieke wijze aan de verwezenlijking van Bellamy’s ideeën te gaan bijdragen. Deze partij doet in 1946 aan de verkiezingen mee, behaalt geen zetel en is dan ook weer verdwenen. Het grootste deel van de leden sluit zich in 1947 aan bij de Vooruitstrevende Partij voor de Wereldregering.

De Internationale Vereniging Bellamy blijft echter voortbestaan. Op vrijdag 26 november 1948 wordt in het Meerhuis op de Brink een avond georganiseerd. Spreker is de voorzitter van de Vereniging, de heer v.d. Stijl. Onderwerp is ‘Zoals het nu is en hoe het moet.’ De avond wordt aangekondigd in het trotskistische tijdschrift De vlam; weekblad voor vrijheid en cultuur, dat op haar beurt ook internationalisme nastreeft, net als schrijver dezes.