Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930 Geschiedenis 1931-1940 Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1951-1960

De school van juffrouw Boots viert 25-jarig bestaan

De Watergraafsmeer op Huismanshoff 11 was in december 1926 de laatste school die in Betondorp de deuren opende. Eerste hoofd van de school was Jan Feenstra, die in 1928 door Sam Bannet werd opgevolgd. Er waren toen zes scholen. Dit aantal was in het leerjaar 1936-1937 alweer gedaald naar twee, waarvan de Watergraafsmeerschool er één van was. De andere school was trouwens de Pieter Nieuwlandschool.

Na de oorlog groeit de school snel, vooral omdat inmiddels in 1946 de Pieter Nieuwlandschool gesloten is. In feite is de vergrijzing van Betondorp al hard aan het toeslaan. In 1951 viert de Watergraafsmeerschool haar 25-jarig bestaan. De Ouder-Commissie heeft een tentoonstelling in de school georganiseerd met allerlei producten die door de kinderen zelf gemaakt zijn, stands van diverse organisaties als de Dierenbescherming en zelfs een lokaal met allerlei soorten kleinvee, zoals kippen, konijnen en duiven. Drijvende kracht achter dit alles is juffrouw Boots, hiernaast op de foto. De Watergraafsmeerschool wordt in die tijd ook wel de school van juffrouw Boots genoemd.

De tentoonstelling wordt geopend door PvdA-wethouder Albertus de Roos, onder andere belast met onderwijs.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

Rust en Vreugde

In 1930 wordt volkstuincomplex Rust en Vreugde opgericht. Het langgerekte complex is gelegen langs het Onderlangs en bevat plaats voor maar liefst 122 volkstuintjes. Het complex is eigendom van de Amsterdamse Bond van Volkstuinders. Voor de oorlog worden volkstuintjes bij Betondorp vooral gebruikt als nood: om extra voedsel te genereren. Het complex heeft sterk te lijden onder de laatste jaren van de oorlog – alles wat eetbaar of brandbaar is verdwijnt in de oorlogsjaren.

Na de oorlog komt steeds meer het idee van de siertuin op. De gebruikers van de volkstuinen zijn een homogene groep bewoners van Betondorp. Ons kent ons, en de grote meerderheid is na de oorlog bejaard. Het complex is afgesloten met een hek en vreemdelingen worden niet verondersteld op het park rond te hangen, alhoewel de tuin strikt bezien niet afgesloten is en iedereen het hek door zou kunnen.

Na de oorlog wordt hard gewerkt om het geruïneerde park – alle huisjes zijn gesloopt en alle bomen gekapt – weer op orde te krijgen. Er wordt ook een kantine gebouwd, die beheerd wordt door het damescomité, terwijl de heren ploeteren in de tuin. Vooral het kweken van bloemen heeft nu de aandacht en de tuin is een bont spectakel. Alle inzet heeft als gevolg dat Rust en Vreugde in 1951 ruim onder de prijswinnaars is bij de tentoonstelling IJ-Flora die gehouden wordt in de Tolhuistuin in Noord.

In 1965 bestaat de tuin inmiddels 35 jaar en wordt er de jaarlijkse Amsterdamse Volkstuinweek georganiseerd. Er bestaan bij Rust en Vreugde de tuin meer open te stellen voor niet-leden. Daarom is een aantal bankjes op het complex geplaatst. Nadrukkelijk worden wandelaars in een artikel in De Waarheid uitgenodigd het complex eens te komen bezoeken.

In de jaren zeventig moet Rust en Vreugde wijken voor de nieuwe snelweg, de ring A10. Wel wordt een nieuwe locatie gevonden, in Amsterdam Noord, bij Schellingwoude, waar het complex vandaag de dag nog steeds floreert. Voor de Betondorpers is het echter een bittere pil. Ze zijn hun eigen tuin kwijt en Schellingwoude is voor de meeste bejaarden nu eenmaal te ver weg om op dagelijkse basis van hun tuintje te genieten. De stemming in Betondorp, dat zich verwaarloosd en benadeeld voelt, wordt er niet beter op.

Categorieën
Geen categorie Geschiedenis 1924-1930 Geschiedenis 1931-1940 Geschiedenis 1941-1950 Geschiedenis 1951-1960

Muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer bestaat 25 jaar

In september 1951 wordt het 25-jarig bestaan van muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer gevierd. De vereniging is in 1926 opgericht en heeft zich van fanfare tot harmonie ontwikkeld. Na de oorlog moest de vereniging opnieuw beginnen, met jong bloed, en dat is onder leiding van dirigent W.G. de Buyzer Jr. goed gelukt. De muziekvereniging trekt regelmatig door het land en wint prijzen op concoursen en is in ieder geval begin jaren zestig nog actief. Daarna wordt het moeilijk het spoor te volgen. Wie weet meer?

Het jubileum wordt gevierd door een mars door Betondorp en optredens in het Brinkhuis. Behalve muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer treden op Jong Excelsior, de Tramharmonie, T.A.V.E.N.U., Crescendo Sloterdijk, boerenkapel de Dorsvlegels en de Amsterdamse Politiekapel.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

De Brink in 1928

Deze fraaie foto van Bernard F. Eilers uit 1928 vonden wij in de Beeldbank van de Gemeente Amsterdam.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

Geen luchtbanden voor Betondorp

Het is Buurtvereeniging Amsterdam-Oost die in het voorjaar van 1925 een adres indient bij de Gemeenteraad van Amsterdam waarin gepleit wordt voor een autobusverbinding met het nieuwe stadsgedeelte Betondorp. Op de vergadering van 24 juni 1925 wordt het adres behandeld. Door Doornbusch en Wijnkoop (CPH) wordt gepleit lijn A te doen doortrekken naar het Betondorp. Wethouder Wibaut (SDAP) heeft hier moeite mee, omdat al eerder geconstateerd was dat het doortrekken van deze lijn op ernstige bezwaren stuitte. De beslissing wordt op voorstel van Wijnkoop uitgesteld naar een volgende vergadering.

Deze vergadering vindt op woensdag 8 juli 1925 plaats. We citeren uit De Standaard van die dag.

Het Betondorp

Hierna komt aan de orde het adres van de Buurtver. Amsterdam-Oost inzake de verbinding van het landbouwkwartier met het overige gedeelte der stad met het voorstel van B. en W. om dit adres te stellen in hun handen ter afdoening en het voorstel-Doornbusch c.s. om autobuslijn A door te trekken tot het Betondorp en autobuslijn D tot het Thorbeckeplein.

De heer Dornbusch licht zijn voorstel nader toe en wijst er nogmaals – evenals in een vorige zitting – op, dat passagiers van lijn D, die thans tot het Amstelhotel leidt, gedwongen zijn ook nog een tram te nemen. En ook de trams zijn te duur. Niet voor een Raadslid; want deze heeft een vrijkaart. (Gelach). Spr. dring voorts aan op een 5-minutendienst voor de autobuslijn, inplaats van een 10-minutendienst.

De heer Van Meurs wijst er op, dat bewoners van de Pretorius- en Transvaalbuurt nu reeds klagen geen plaats in de autobus te kunnen krijgen. Wanneer de lijn nu nog naar het Betondorp wordt doorgetrokken, zal het nog erger worden. Wanneer voorts lijn D doorgetrokken wordt naar het Thorbeckeplein, zullen bewoners van de binnenstad de autobus gebruiken in plaats van de tram om zich in de stad te verplaatsen. Derhalve zullen de bewoners van het Betondorp geen plaats in de autobus krijgen. Wel zou Spr. gaarne een verbinding van het Betondorp met de binnenstad zien langs den Middenweg, in welke richting hij een vraag tot B. en W. richt met het verzoek deze mogelijkheid te overwegen. Ook dringt Spr. er op aan op lijn A tijdens de spitsuren meer wagens te laten rijden en de auto’s van luchtbanden te voorzien, voor zoover dit nog niet het geval is.

De heer Wijnkoop wijst er op, dat de lijnen in Amsterdam zeer kort zijn en in verschillende andere plaatsen zeer lang. Waarom dit verschil? Men mag althans de menschen niet dwingen ook nog van een tram gebruik te maken. En als men de lijnen wil verlengen, dan mag men toch zeker wel extra bussen inleggen.

Ook Spr. dringt aan op tariefsverlaging. De heer Baas sluit zich aan bij het door den heer Wijnkoop gesprokene. Spr. stemt toe, dat het verkeer wel eens moeilijkheden opleveren zou; zoo zou de doortrekking van lijn D groote bezwaren met zich brengen. Docht het vraagstuk moet nu toch eens opgelost worden. Dat een bewoner van de binnenstad van een autobus gebruik zou maken, ook indien hij niet in het Betondorp zijn moet, gelooft Spr. niet, omdat hij niet gaarne onnoodzakelijk “half ziek” zou willen zijn, zooals de heer Van Meurs zeide. Wel zou Spr. willen vragen of lijn D in het Betondorp niet een andere standplaats zou kunnen krijgen. […]

De heer Baas zet zijn rede voort. Hij zou gaarne de eindhalte van lijn D naar den Brink in het Betondorp verplaatst zien. Nu is deze geheel aan het eind. En lijn A zou Spr. gaarne op den anderen wagen naar het Betondorp geleid zien.

De heer Wibaut verklaart, dat de praktijk geleerd heeft, dat de exploitatie met luchtbanden ongeveer het dubbele kost. Toch zal de dienst luchtbanden geheel invoeren, daar de passagiers hierdoor meer gediend worden. B. en W. namen echter het standpunt in en zullen dat blijven doen, dat het autobusverkeer dienen moet tot aanvulling van het tramverkeer. Wanneer lijn A doorgetrokken wordt naar het Betondrop, zal de Transvaalbuurt nooit plaats kunnen krijgen.

De heer Doornbusch: Dan kunnen er toch later bussen ingelascht worden.

De heer Wibaut: Als u even wacht, mijnheer Doornbusch, dan komen wij er zoo straks aan. Aan deze tafel bezitten wij niet het talent alles tegelijk te zeggen. Wij kunnen slechts één voor één de zaken afhandelen. (Vrolijkheid).

Spr. wijst er vervolgens op, dat het voornemen aanwezig is een algemeene bussenreserve in te stellen, die op de spitsuren alle lijnen zal kunnen aanvullen.

Spr. is het met den heer Baas eens, dat de toegangen tot het Thorbeckeplein bezwaren opleveren voor het stationeeren van lijn D. Daarbij komt tevens het bezwaar van een veel moeilijker exploitatie. De Commissie van Bijstand zal eens gehoord moeten worden over het plan van den heer Van Meurs. Nu lijn D eenmaal is ingesteld, zal nader overwogen moeten worden of een andere lijn ook nog noodig is.

De heer Doornbusch, repliceerend, wijst er op, dat de bwoners van de Transvaalbuurt er ongetwijfeld mee geholpen zullen zijn indien op de spitsuren extra-bussen worden ingelascht. Doch hiermede is de adressante nog niet bevredigd.

Als het meerendeel der Raadsleden inmiddels in de koffiekamer verdwenen is en de voorzitter schelt, opdat zoo aanstonds tot stemming zal kunnen worden gegaan, zegt de heer Doornbusch: Ja, ik begrijp, dat de heeren het druk hebben over den uitslag der Verkiezingen. (Vroolijkheid).

De heer Abrahams: Daar zou ik m’n mond maar over houden als ik u was.

Stemmen: Dat is al heel ongelukkig gezegd.

De heer Doornbosch zet hierna zijn verdediging voort.

In stemming gebracht wordt het voorstel-Doornbusch c.s. om lijn A en lijn D door te trekken tot het Betondorp en het Thorbeckeplein verworpen met 32 tegen 5 stemmen. Het voorstel van B. en W. om het adres in hun handen ter afdoening te stellen wordt hierna z.h.st. aangenomen.

Het besluit van de raad stuit op misnoegen van de communisten, die geuit wordt in de Tribune van 13 juli 1925.

DE VERBINDING MET HET BETONDORP

De behandeling van het adres van de Buurtvereeniging “Amsterdam-Oost” in de jongste zittingen van den gemeenteraad heeft niet veel succes opgeleverd, wat weer te danken is aan de slappe houding van de sociaal-democraten. Dat de vertegenwoordigers der kapitalistische klasse er niets voor voelen om deze nieuwe arbeiderswijk een behoorlijke verbinding met de stad te geven, behoeft geen betoog. Maar de soc. democraten? Ware het adres voor de verkiezingen behandeld, dan hadden zij zeer waarschijnlijk er toe medegewerkt een betere verbinding tot stand te brengen.

Nu lieten zij deze taak over aan de communisten, die deze zaal niet alleen op practische doch op pincipieepe gronden hebben besproken.

Wat is het voor een zotte gedachte, dat de bussen de tram geen concurrentie mogen aandoen?

Maak de bussen eenige kilometers langer en de heele kwestie is opgelost. Dat was de redeneering van onze partijgenooten Doornbusch en Wijnkoop, die voorstelden lijn D naar het Thorbeckeplein te lijn A naar het Betondorp door te trekken.

Wibaut, de man van de centen, zei: “het kan niet” en de heele Raad zei ’t hem na! Wibaut maakte de Raad lekker met de toezegging, dat hij in overweging zal nemen het denkbeeld van v. Meurs, om een nieuwe lijn vanaf het Betondorp langs den Middenweg naar de Plantage te laten rijden, in de Commissie van Bijstand te bespreken. Zooveel woorden, zooveel slagen om de arm. Daargelaten nog of zoo’n nieuwe lijn eenige verbetering zal brengen, beteekent de toezegging van Wibaut niets anders dan dat de zaak voor langen tijd van de baan is en de betondorpers het eerste jaat nog van een goede verbinding verstoken blijven.

Onze stadsbestuurders vinden de verbinding vooralsnog voldoende. Voor deurwaarders, die de belastingcenten bij de betondorpers komen weghalen, is de verbinding immers goed genoeg?

En welke kopzorg heeft Wibaut anders?

Geen luchtbanden voor Betondorp dus, voorlopig.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

Het Landbouwkwartier

In 1925 wordt Betondorp het Landbouwkwartier genoemd. Dit is bijvoorbeeld het geval in 1925, wanneer de Bond van Ambtenaren in dienst van de Nederlandsche Spoorwegen het heeft over het opnemen van het Landbouwkwartier in de loonkring van Amsterdam. Ook een lokaal advertentiekrantje uit 1925 spreekt over het Landbouwkwartier. Zelfs in vergaderingen van de Gemeenteraad van dat jaar komt de term voor. Wonderlijk is dat de term na 1925 volledig verdwenen is uit de media en niet meer voor Betondorp gebruikt wordt.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

De Volksuniversiteit te Betondorp

In 1929 opent de Volksuniversiteit Amsterdam een dependance in Betondorp, in het Vereenigingsgebouw op de Brink. De eerste drie lessen vinden plaats op resp. woensdag 9, 16 en 23 oktober 1929. De prijs voor deelname aan de lessen is 60 cent en spreker is Mr. M.J.A. Moltzer. Thema van de cursus is Socialisme, Religie en Religieus Socialisme.

Moltzer behoort net zoals Willem Banning en mevrouw Henriëtte Roland-Holst tot de Religieus Socialisten. Deze behoren op hun beurt meestal tot de S.D.A.P.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

Vegetariërs aller landen, verenigt u

Yge Foppema op latere leeftijd
C.J. van Borrendam

Op 13 maart 1929 vindt in het Vereenigingsgebouw op de Brink een propaganda-avond plaats van de Nederlandsche Vegetariërsbond. Sprekers zijn bondsvrienden en bekende vegetariërs Yge Foppema (De ethische Vegetariër en het vivisectievraagstuk) en C.J. van Borrendam (Waarom vegetarisme?).

De opkomst op de avond valt echter erg tegen, zo wordt betreurd in de Vegetarische bode. Er is weinig belangstelling, hoewel enige leden hun best hebben gedaan in de wijk te werven.

In 1935 vinden we in de Vegetarische bode het bericht dat men voor twee weken op zoek is naar een propaganda-etalage in Betondorp. Of die zoektocht geslaagd is vertelt de geschiedenis verder niet.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

Betondorp toch bij Diemen?

Zoals bekend hoort de Nederlands Hervormde kerk in de Watergraafsmeer nog steeds bij Diemen, wanneer annexatie van de polder door de Gemeente Amsterdam plaatsvindt. Op 1 november 1925 maakt de Nederlands Hervormde Watergraafsmeer zich los van Diemen en wordt een zelfstandige gemeente, met name met het oog op de inwoners van het nieuwe Betondorp.

De Nederlandsche Christen Vrouwen Bond heeft dat in 1928 nog niet meegekregen. Zij blijven Betondorp als een stukje Diemen zien. Op een vergadering van de Centrale Raad van deze bond op 20 november 1928 komt het onderwerp weer aan de orde. Uit het vergaderverslag uit de Christenvrouw van 1 december 1928:

Bij de rondvraag vertelt mevr. Ringeling van een onaangename ontmoeting in een electrischen trein, waar een vrouwencompartiment ontbreekt. De presidente heeft ook te klagen en zegt toe, dat de Bond zich tot de bevoegde autoriteiten zal wenden met de klacht.

Verder deelt Mevr. Ringeling mee, dat Diemen zelfstandig wordt. De afdeeling Amsterdam zou de beslissing omtrent het Betondorp nog een jaar wenschen uit te stellen. Mevr. Diepenhorst handhaaft haar meening in het rapport over Diemen, dat het Betondorp bij Diemen moet worden gevoegd.

Mevr.. Ringeling zegt toe deze kwestie nogmaals in haar bestuur te zullen brengen.

In januari 1929 wordt de discussie voortgezet aan de hand van een ingezonden brief van mevrouw Heukels van Amsterdam, waarvan we de inhoud helaas niet kennen.

Ook de katholieken in deze periode beschouwen Betondorp vanwege de kerkelijke achtergrond van de Watergraafsmeer als bij Diemen te behoren.

Categorieën
Geschiedenis Geschiedenis 1924-1930

Mevrouw v.d. Berg

Uit De Proletarische Vrouw, 14-11-1928

Amsterdam. (Groep VI). Zaterdagmorgen, 27 October j.l., stierf één onzer leden, mevr. v.d. Berg. Woensdag 31 October werd zij begraven. Van de leden uit het Betondorp was een mooie krans met roode chrysanten op haar graf. Ongeveer 20 vrouwen kwamen ’s morgens getuigen van hun deelneming. Ze was één der velen, die het Socialisme vurig dienden, maar nooit op den voorgrond treden.

Rust zacht, Zuster!