Op 8 november 1973 geeft staatssecretaris Jan Schaeffer door het onthullen van een toelichtend bord het startschot voor een renovatieronde van 863 Amsterdamse woningen, waarvan 230 in Betondorp.
In totaal kost de opknapbeurt 30 miljoen gulden. Het betreft uitsluitend woningen die in handen zijn van de gemeente over woningbouwverenigingen. In Betondorp betreft het deze keer uitsluitend woningen van de Algemene Woningbouwvereniging. Twee jaar eerder is Eigen Haard op haar beurt al begonnen met het renoveren van haar woningenbezit in Betondorp van 500 woningen. Ook de gemeente bezit daarnaast nog eens 500 woningen in het dorp.
Het is de bedoeling dat de bewoners van te renoveren woningen tijdelijk in wisselwoningen in de buurt terechtkomen. De woningen krijgen – de renovatie is bovendien een werkverschaffingsproject – nieuw sanitair, centrale verwarming, nieuwe dakbedekking en ook een schuurtje in de tuin. Toch blijft de huur na huurverhoging nog steeds maar 162,30 gulden, inclusief centrale verwarming. Een ander neemt niet weg dat het protest tegen de renovatie van de woningen in Betondorp groot is.