Uit het Algemeen Handelsblad van 21 juni 1956
N.O.T.I.T.I.E.S. onder de Keizerskroon
Herfsttij van het Betondorp
In de juni-avond, met nog wat vriendelijk zonlicht aan de hemel, gingen wij door Betondorp. Tuindorp Watergraafsmeer, om het officieel te zeggen. Er was een man met een grote heggeschaar in de tuin, maar er was niet veel om bij te knippen… zelfs zijn eigen haren niet, die schaars waren en grijs. De ligusterheg stond nog even doods, als de winter haar had achtergelaten, met hier en daar een eenzame levende spruit erin opschietend.
Later, toen de laatste kleur uit de hemelkoepel wegtrok, gingen wij terug, langs de Middenweg. Er reden langs de begraafplaats paartjes op de fiets, de armen innig om elkaar geslagen. Het was de laatste avond van het voorjaar. De tijd vliegt sneller dan u denkt…
Het is niet waar, dat Betondorp nu enkel maar een dorp is met kubisvormige huisjes, van gestorte betonnen muren, met des zomers de wingerd liefelijk omrankend het huis des landmans. Er is een aanzienlijk aantal woningen, aan de Zaaiersweg, aan de Middenweg en zo in een tuit op de Brink toelopend, dat in gewone baksteenbouw is uitgevoerd. Maar de naam Betondorp is niet meer los te wrikken; hij blijft aan het tuindorp Watergraafsmeer klitten.
Demografisch is het tuindorp een merkwaardigheid. Zoals bijvoorbeeld ook Wenen en Enkhuizen dat zijn in een wereld met een snel toenemende bevolking. Enkhuizen, om dicht bij huis te blijven, telde in 1952 méér stemgerechtigden dan bij de jongste verkiezingen. Wenen is nagenoeg uniek onder de miljoenensteden van de wereld omdat zijn bevolking niet toeneemt. Onze oude Grieben Reisefüher van Wenen geeft aan, dat de stad bij de volkstelling in 1912 2.098.225 zielen telde. Men haalt nu amper de 1.800.000.
De Wienerstadt is ver van het Betondorp, maar een feit is, dat er zo omtrent 1924 acht scholen waren. Drie op het Zuivelplein, twee op de Huismanshof; twee houten hulpscholen stonden op de Duivendrechtselaan (aan de westkant, waar nu de nieuwe Gooiseweg wordt aangelegd) en werd nog een christelijke school in het dorp gebouwd. Dat waren er acht in het geheel.
En nu? Een bewoner van Betondorp heeft het ons voorgerekend: er zijn er nog twee in gebruik: een openbare en een christelijke school en de bezetting van de klassen is er geringer dan elders in de stad. Betondorp is oud geworden. De jonge gezinnen, die er zich in de jaren twintig verstigden, zijn er blijven wonen. De kinderen verlieten Betondorp, de ouders bleven de woningen – waaronder zeer veel eensgezinswoningen – trouw. Een der voormalige scholen is ingericht tot het hervormde wijklokaal de Meerboei, in twee andere scholen is “De Vluchthaven” gevestigd.
Ongeveer de helft van het tuindorp bestaat uit gemeentewoningen, de andere helft bestaat uit complexen van Eigen Haard en de Algemene Woningbouwvereniging, ongeveer gelijk verdeeld. Onze zegsman had achttien jaar op toewijzing van een woning door zijn vereniging (volgens rangnummer) moeten wachten. Hij heeft schoolgaande kinderen…
Verenigingen in het tuindorp klagen over het feit, dat ze geen jonge bestuursleden meer hebben. Ook het dorp zelf wordt oud. Althans de betonnen woningen, waarvan er sommige nu duchtig onderhanden moeten worden genomen. Wanneer het daarvoor nodig is, dat de bewoners tijdelijk elders moeten gaan wonen, hebben zij toch het recht na afloop van het herstel terug te keren. Zij doen dat dan ook, strijk en zet. Eenmaal Betondorper, altijd Betondorper. Maar de tijd vliegt sneller dan u denkt.