Begin 1940 is de oorlog nabij, maar nog niet begonnen. Het Joodsch Socialistisch Verbond Poale Zion is druk bezig met propaganda voeren in Amsterdam voor het Joods Nationale Huis in Palestina. Lopende actie is het bij elkaar sparen van gelden voor kolonie 150, een Joodse kolonie in Palestina die onder primitieve omstandigheden van de grond probeert te komen. Daartoe wordt een grote huisbezoekactie voorbereid bij alle Joodse gezinnen in de Transvaalbuurt, Betondorp en de Smaragdpleinomgeving, tegenwoordig Diamantbuurt.
Blijkbaar zijn dit de buurten waar het meest enthousiasme voor de doelstellingen van Poale Zion bestaat: Joods én socialistisch, en meestal niet meer religieus. In de meer religieuze Joodse kringen is in deze periode veel minder belangstelling voor het vertrekken naar wat nu Israël heet. Hun doelstelling is vooral om integratie en assimilatie van het Joodse bevolkingsdeel van Amsterdam tegen te gaan – een proces dat bij de Joodse socialisten al een aardig eind halfwege is – en vanuit soevereiniteit in eigen kring de kudde bij elkaar te houden. We schrijven maart 1940 en de schaduwen van de oorlog hangen al enige tijd boven het land.