Op Brinkstraat 25-1 woont in de jaren vijftig A.L. Ootjers. Ootjers, die afkomstig is uit Broek op Langendijk, is befaamd in Amsterdam vanwege zijn vaardigheid sloten open te maken. Vaak wordt hij ’s nachts gebeld, door de politie of door Amsterdamse burgers die zijn telefoonnummer hebben doorgekregen als enige Amsterdammer die in staat is hun slot zonder de verloren sleutel weer open te krijgen.
De voorzitter van de woningbouwvereniging stuurt ze door naar de timmerman van de woningbouwvereniging en die komt niet met een blij gezicht. Ik heb een geval gehad in West met een slot waar ze wel de sleutel bij hadden, maar die bleef alsmaar ronddraaien zonder dat het slot openging. Niets is eenvoudiger op te lossen, maar zo’n timmerman weet dat niet. Hij staat een halfuur te prutsen. Die vrouw komt op het idee van de vijf maal acht. Daar geven ze mijn nummer. Ik pak me brommer, met een kistje achterop waar mijn gereedschap ik kan, en met mijn naam en telefoonnummer op de zijkanten geschilderd. Ik zeg tegen mijn vrouw: “Wedden dat ik binnen een uur terug ben?” Dat zeg ik altijd, want het is vervelend voor haar, dat ik ’s nachts er op uit moet. Ik rij naar West, en ik heb dat slot in minder dan een minuut open.
Er is één ding waar Ootjers niet tegen kan. Dat zijn pottenkijkers, die hem de kunst van het sloten openen af willen kijken. Daarom weigert hij aan een slot te werken wanneer mensen niet voldoende afstand houden. Soms moeten ze zelfs beneden aan de trap blijven staan,