Nieuwbouw in de Watergraafsmeer

Na de annexaties in 1896, waarbij de Gemeente Amsterdam onder andere de volledige polder Over Amstel inpikt – voormalig grondgebied van de Gemeentes Nieuwer Amstel en Diemen, begint de Gemeente Watergraafsmeer het knap benauwd te krijgen. Na in de Napoleontische tijd vijf jaar met Diemen samengevoegd te zijn geweest, is de Watergraafsmeer sinds 1817 weer een zelfstandige gemeente (met een gestaag afnemende bevolking van nog geen duizend inwoners), in eerste instantie onder een schout en sinds 1851 onder een burgemeester. De landhuizen zijn in staat van verval en dreigen als leegstaande ruïnes achter te blijven. Daarom wordt in 1825 een verordening aangenomen dat de grond waarop een buitenplaats heeft gestaan, in principe geegaliseerd moet worden en de funderingen verwijderd. De gronden worden door groentekwekers en tuinders ingenomen.

In 1886 wonen er nog maar 500 mensen in de Watergraafsmeer. Een eigen kerk is er niet. De bewoners kerken in Diemen of Amsterdam. Toch streeft Watergraafsmeer er naar zelfstandig te blijven. Zo wordt in 1880 een eigen postkantoor opgericht. Maar het tij lijkt niet te keren. Een laatste stuiptrekking is het Uitbreidingsplan Watergraafsmeer, zoals eerder beschreven. Zal het nog lukken de Watergraafsmeer van een aanmerkelijk groter aantal inwoners te voorzien, zodat de Gemeente kan overleven? Het hangt onder andere van de snelheid van de uitwerking van de bouwplannen af. De bedoeling is in ieder geval bijna de gehele Watergraafsmeer te bebouwen. Er wordt maar liefst aan 200.000 inwoners gedacht. In het kader van het bebouwen wordt gestimuleerd dat verenigingen worden opgericht.

Op 26 februari 1912 melden diverse kranten dat de dag daarvoor is opgericht de Bouwvereniging Tuindorp, die zich ten doel stelt woningen voor arbeiders te bouwen met Rijksvoorschot. In het bestuur worden gekozen de heren A.H. Jansen, voorzitter; H. Groenendijk, secretaris; J.C. Sieliakus, penningmeester; J. Papavoine en J. Wijdicks, terwijl de heren J.F. van Amstel, J.F. Ankersmit en Alb. Hahn als raad van commissarissen optreden. De statuten van de woningbouwvereniging worden in juni 2012 in de Nederlandsche Staatscourant gepubliceerd en door koningin Wilhelmina de maand daarop officieel geaccepteerd. De indruk is overigens dat met Tuindorp Watergraafsmeer in eerste instantie de hele Watergraafsmeer bedoeld wordt en niet alleen het huidige Betondorp

Wanneer in september 1913 in Den Haag een nationale tentoonstelling wordt georganiseerd over volkshuisvesting, worden door architect Ph. J. Hamers ook de plannen voor Tuindorp Watergraafsmeer gepresenteerd. Er zijn nogal wat presentaties van tuindorpen op de expositie. Het idee, dat in de tweede helft van de negentiende eeuw in Engeland geboren werd, is zeer populair in die dagen, als verbeterde en vebeterende arbeidersbouw. Ook op de tentoostelling vaan arbeiderswoningen, die in december 1913 in het gymnastieklokaal van de gemeentelijke MULO in de M.A. de Ruyterstraat (later, na de annexatie door de Gemeente Amsterdam, werd dit de Willem Beukelszstraat) te Watergraafsmeer wordt gehouden, wordt het Tuindorp gepresenteerd, ditmaal in presentaties van de heer Gulden en Geldmaker. De tentoonstelling, die georganiseerd wordt door de afdeling Watergraafsmeer van de Noordhollandsche Vereeniging Het Witte Kruis, trekt veel belangstellenden.

Begin 1914 beginnen de zaken een serieuzer karakter te krijgen. Woningbouwvereniging Tuindorp doet een officieel verzoek aan de gemeenteraad van Watergraafsmeer om voor de bouw van 56 arbeiderswoningen een voorschot van fl. 175.000 te mogen ontvangen. Nu begint de zaak politiek te worden. De Woningbouwvereniging heeft in haar statuten staan dat voor arbeiders gebouwd gaat worden. Dat is echter niet naar de zin van de gemeenteraad van de Watergraafsmeer. Die eist dat Tuindorp haar statuten wijzigt en opneemt dat de vereniging de verbetering van huisvesting van uitsluitend Watergraafmeersche arbeiders nastreeft. Dit wil de vereniging echter niet accepteren en stelt als tegenvoorstel ook te willen bouwen voor arbeiders die minstens één jaar in de gemeente wonen. De eis van de gemeenteraad heeft ongetwijfeld ook te maken met de dreigende annexatie van de Watergraafsmeer door de Gemeente Amsterdam.

Wanneer een andere woningbouwvereniging, Ons Belang, wel overstag gaat en een statuutwijziging aanvraagt, stuit dit op tegenstand bij het Ministerie van Justitie, juist omdat volgens dit Ministerie niet gevraagd kan worden dat de leden van Ons Belang verplicht werkzaam zijn in de Watergraafsmeer. Dat gaat te ver, volgens het Ministerie. Geen buitenstaanders welkom kan niet op deze manier georganiseerd worden en is grondwettelijk niet toegestaan. Goede raad is duur voor de Watergraafse gemeenteraad, die in een vergadering Ons Belang nog maar eens maant voet bij stuk te houden bij het Ministerie van Justitie. Woningbouwvereniging Watergraafsmeer, die haar statuten weigert aan te passen, staat belangstellend aan de zijlijn. De media spreekt schande van de reactionaire eisen van het Watergraafsmeers gemeentebestuur,

In april 1914 wordt bekend dat er een advies bij de Watergraafmeerse gemeenteraad ligt waarin definitief geweigerd wordt een voorschot te geven aan Woningbouwvereniging Watergraafsmeer, omdat deze vereniging niet bereid is uitsluitend voor Watergraafmeerse arbeiders te bouwen. Overleg mislukt en op 30 april 1914 is de gemeenteraadsvergadering, waarop ook bestuurslid van Woningbouwvereniging Tuindorp, J.F. Ankersmit, spreekt. Volgens hem wordt op deze manier de bedoelde werking van de Woningwet door de Watergraafmeerse gemeenteraad buiten werking gesteld. Het betoog mag niet baten en na een uitgebreid weerwoord van wethouder Mensing de Charante wordt de motie aangenomen waarin het voorschot wordt afgewezen.

Woningbouwvereniging Ons Belang op haar beurt gaat door met de statutenwijziging en weet eind juli 1914 de minister zo ver te krijgen te verklaren de vereniging met de gewijzigde statuten nog steeds te zien als ‘uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting’. Tot grote teleurstelling van deze vereniging wordt nu door de Watergraafse gemeenteraad ook Ons Belang een voorschot om te bouwen geweigerd; ditmaal vanwege de gevreesde stijging van grondstoffen vanwege het begin van de oorlog. Kortom, de bouw in de Watergraafsmeer dreigt nu geheel en al stil te vallen. Ons Belang wendt zich nu tot de minister, om te wijzen op deze dramatische ontwikkeling en vraagt specifiek om bijfinanciëring.

Het is niet helemaal duidelijk of die bijfinanciëring er gekomen is of niet, maar in juni 1918 wordt door Ons Belang de aanbesteding gehouden van een blok van 9 woningen aan de De Wetstraat. Gegund wordt aan de heren J. Drukker en W.J. Karsen te Alkmaar. Ook Woningbouwvereniging Tuindorp houdt in die maand een aanbesteding. Het betreft 24 woningen aan de De Wetstraat en de Wolmaranstraat (Amsteldorp, tegenwoordig Von Guerickestraat). Hier is de laagste inschrijver B.J.H van Bergheim te Amersfoort. De bouw in de Watergraafsmeer is begonnen!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *