In 1980 wordt er hard onderhandeld door Jan Schaeffer, de Amsterdamse wethouder, en Minister Blokland van Huisvesting en Ruimtelijke Ordening. De renovatie van Betondorp kost geld, erg veel geld, en het Rijk draagt bij. Voorwaarde is wel dat de huren in Betondorp omhoog gaan, gebaseerd op een redelijke marktwaarde. Jan Schaeffer op zijn beurt probeert er zoveel mogelijk voor de Amsterdamse huurders uit te halen.
Men wordt het uiteindelijk eens op een richtlijn per 1 juli 1983 voor de gerenoveerde Betondorpse woningen van fl. 271-314 voor woningen met gemiddeld 2,2 verblijfseenheden, en fl. 423 voor woningen met gemiddeld 4,5 verblijfseenheden. Daarbij komt nog de 6 % huurverhoging die in 1980 zal worden geheven. Daarmee stijgen de huren aanmerkelijk en moet de gemiddelde Betondorper de broekriem gaan aantrekken. Het is crisis, ook in Betondorp.