Categorieën
Interviews Nieuws en interviews

Interview met Rogier Schravendeel

Door Margrietha Reinders

“PPfff. He, he. Ik ben er! “ Hijgend en buiten adem valt Rogier neer op de stoel tegenover mij in café de Avonden. Zo ken ik hem: altijd onderweg naar een nieuw doel, steeds weer in gevecht met de klok. Rogier is een activist in hart en nieren, vechtend voor mensen in achterstandssituaties: kinderen en hun moeders in opvangkampen, vluchtelingen in uitzichtloze omstandigheden, mensen zonder papieren die geen kant op kunnen . Met verbeten moed der wanhoop zet Rogier zich voor hen in en probeert steun te verwerven om hen te helpen . Tegelijkertijd werkt hij als projectleider voor het Amsterdamse ingenieursbureau op de Amsterdamse Zuidas en begeeft zich in werelden die ver afstaan van de mensen aan de onderkant van de wereldsamenleving. Hoe is dit zo gekomen en waarom zitten wij nu op dit terrasje in Betondorp, bij het volk van Amsterdam? Waar iedereen je kent en niemand wordt overgeslagen ?

Rogier vertelt : ”Mijn vader, leraar Nederlands, kwam uit gereformeerd gezin in Delft dat meeging met de Vrijmaking in de Gereformeerde Kerk, maar maar hij had als jongetje van zeven veel moeite met die kerksplitsing. Hij mocht plotseling niet meer met zijn vriendjes spelen en zondags zaten ze in voortaan twee keer per dag in een gymzaaltje in plaats van in de grote kerk. Deze kerkscheuring veroorzaakte veel leed en trok hele families uit elkaar. Mijn vader keerde het geloof de rug toe en kreeg er een afkeer van: hij werd Spinoza-aanhanger, pacifist en lid van de PSP; zijn leven ging in het teken staan van het gevecht tegen onrecht en onderdrukking en het helpen van de zwakkeren. Dat maakte hem ook eenzaam, omdat hij zich op zijn beurt ook afgescheiden had van zijn ouderlijk milieu, dat hem lange tijd tot terugkeer bleef manen.

Op de lerarenopleiding in Den Haag ontmoette mijn vader mijn moeder, een meisje uit Rotterdam, van wie de hele familie net als die van mijn vader oorspronkelijk uit de Hoeksche Waard kwam. Zij trouwden in 1962, met name onder aandringen van mijn moeder, toch in de kerk – mijn vader werd er zelfs Nederlands Hervormd voor – en gingen wonen in Moordrecht, bij Gouda. Het eerste kindje van het gezin, Jeroen, werd dood geboren. Dat kwam in die tijd veel vaker voor dan nu en er was weinig aandacht voor, het werd door de medische instanties weggemoffeld, dat leed. Men dacht toen dat dat het beste was. Daarna kwam ikzelf, Rogier, een geliefd, aanbeden kind, mooi met lieve krullen. De oudste kleinzoon, maar toch niet de oudste zoon van het gezin. Merkwaardig feit is dat ik nog steeds regelmatig door mensen Jeroen genoemd wordt. Nooit een andere naam.”

Na Rogier werden nog twee broertjes geboren, allebei slechtziend vanwege een erfelijke aandoening. De aandacht verschoof van het kleine jongetje dat Rogier was naar de broertjes met hun handicap. Zo kreeg Rogier ongewild een missie om “de wereld te redden“ en voor kwetsbare mensen op te komen. Zijn ouders waren idealisten , die hun kinderen daarin meenamen, en hun wereldbeeld overdroegen op het kind dat Rogier was: een intelligent, talig jochie met een eigen gedachtenwereld. Maar ook een eenzaam kind dat zichzelf moest redden. Hij nam het vaak op voor de zwaksten en stond dan alleen, al kon hij zichzelf ten opzichte van de groep wel goed handhaven met zijn slimheid en vermogen om overeind te blijven in sociale situaties. In die tijd las hij het jeugdboek van Jaap ter Haar: “Parcival”, over een ridder van de ronde tafel, die het opnam tegen het kwaad. Dat werd zijn voorbeeld. Als Rogier vertelt over een bezoek aan de familie van een vriendje in een arm gezin barst hij in tranen uit. Hij voelt zich daar nog steeds machteloos over.

Langzaam vervreemdt Rogier van de rest van het gezin, dat in de jaren 70, een tijd van polarisatie, meegaat met de sociaal-radicale koers van de PvdA van Joop den Uijl. Ze verhuizenin 1974 naar Woudrichem, in het land van Heusden en Altena. Rogier is tien jaar en vindt het daar niet fijn , voelt zich ontworteld en in isolement, zeker als hij als enige leerling van het dorp naar het gymnasium in Gorkum moet. Er is bij hem een structureel gevoel ontstaan van vreemdelingschap, van nergens bij horen. De relatie met zijn ouders en broers wordt ook op de proef gesteld; er zijn veel ruzies thuis. Het is een ongelukkige tijd. Bij gebrek aan enig idee gaat hij aan de hand van een beroepskeuzetest in Wageningen Agrarische Sociologie van Niet-Westerse Gebieden studeren. Daar explodeert hij, experimenterend met drank en drugs. Op een gegeven moment stort hij in: hij krijgt angstaanvallen en draait door. Een switch naar een studie Nederlands in Amsterdam lost in eerste instantie weinig op. Hij ligt op bed en geeft de hele wereld de schuld van zijn ondergang, tot hij mede dankzij zijn goede vriend Gijs weer verantwoordelijkheid voor zijn leven neemt en een schoonmaakbaantje aandurft dat hem uiteindelijk redt.

Uiteindelijk zal hij met uitstekende cijfers afstuderen als Neerlandicus en krijgt zelfs een aanstelling als onderzoeker in opleiding, promotieonderzoek. Samen met vrienden heeft hij inmiddels het tijdschrift “De Groene Bijeneter” opgericht. Via dat tijdschrift leert hij Gertruud kennen, die gedichten en toneelstukken vertaalt uit het Russsisch, een zeer begaafde literator en prachtige vrouw. Hij raakt gebiologeerd door haar en volgt haar naar Rusland, dwars door het ijzeren gordijn. Ze komen samen terug en trouwen direct – in eerste instantie niet tot het genoegen van van zijn ouders. Rogier en Gertruud willen heel graag kinderen , maar dat mislukt: ze blijven ongewenst kinderloos, tot hun grote verdriet.

In die periode begint Rogier weer te bidden en toenadering tot God te zoeken. Hij herontdekt oude zeventiende-eeuwse christelijke schrijvers zoals Voetius en à Brakel, en ook bevindelijke schrijvers als Pleun Klein, die veel indruk op hem maakt. Dan wordt er bij Rogier kanker ontdekt: hij heeft nog 30 procent kans op overleven, zegt de dokter op een bepaald moment. Maar: hij geneest! Het daarop volgend proces leidt bij hem tot een diepe bekeringservaring. Hij ervaart een verzoening met God in Christus, waarbij God hem ook werkelijk aan zichzelf ontdekt. “Ik voelde mij opgetild als een hondje aan zijn nekvel”. Als hij erover vertelt, springen de tranen hem in de ogen. Hij zal daarna nooit meer dezelfde zijn. Voor zijn vrouw is dat niet altijd gemakkelijk.

”God bestaat echt” zegt hij. “God is niet de God van de woorden, van de ratio, maar een werkelijke God, groter dan de mens, hooguit te noemen als het overrompelende mysterie; een God Die in laatste instantie in geen taal te vangen is, maar de mens wel nabij wil zijn.” Overdonderd door zijn Godservaring vindt Rogier met vallen en opstaan zijn weg. “Ik ben toen iemand anders geworden” zegt hij. ”Ik moest vooral ontzettend veel afleren, en ik ben daar nog steeds mee bezig. Oordelen vooral, meningen hebben, je wapenen met slimme visies om je zin te krijgen. Het geloof is niet moeilijk. Jezus volgen. God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Maar dat kon bij mij alleen omdat ik door God zelf overwonnen werd. God is er, en Hij weet wat goed voor de wereld is. Dat is mijn basis vertrouwen. Ook als er veel slecht gaat. Als er mensen in een heel moeilijke situaties verkeren, wil ik me om hen bekommeren. Zoals om de kinderen in de IS kampen in Syrie. Je kunt ervoor kiezen om met hen begaan te zijn. Niet dat het gemakkelijk is.”

Rogier is sterk en gedreven, altijd bezig mensen uit de modder te trekken. Zijn ouders zijn nu trots op hem. Zo kwam hij ook in Betondorp als stagiair bij buurtdominee Margrietha. Hij overwoog een loopbaan als voorganger. Hoewel daar vanwege omstandigheden niets van terecht kwam, bleef hij Betondorp toch trouw. Onder andere door het opzetten van de website 100 jaar Betondorp. Hij wil mensen verbinden, tot hun recht laten komen. Soms loopt hij daarmee wel eens te hard! En raakt buiten adem. Dan moet hij een stap terug doen en weer naar Gods stem luisteren. Die trekt hem dan weer aan zijn oren.

Rogier bestelt nog een biertje bij SEM van de Avonden. Hij lust nog steeds graag een drankje en een lekker hapje. Niets menselijks is hem vreemd, en dat is maar goed ook!

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Knijpinga: voorstanden van horeca op de Brink

Zojuist kregen wij van Andy Knijpinga, oprichter van de Partij van de Dialoog en Stichting Maatwerk, het bericht dat hij zich achter het plan stelt om nieuwe horeca op de Brink te vestigen, is het in het Brinkhuis of is het elders. Bedankt Andy! we zijn benieuwd hoe dit verder gaat…!

Tevens meldde Andy dat er weer een nieuwe draaiwagentocht door de buurt op het programma staat. De datum wordt als het goed is op deze website nog bekend gemaakt.

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Wat doen we met het Brinkhuis? – 2

Op ons eerdere voorstel het Brinkhuis tot zijn volledig recht te laten komen door er een restaurant in te vestigen, kwamen diverse reacties binnen. Sommigen maakten zich zorgen over de huidige gebruikers van het Brinkhuis. Het is uiteraard niet de bedoeling om Dynamo en de gebruikers van het pand op straat te zetten. Hiervoor dient een andere ruimte gevonden te worden. Maar de gedachte om het Brinkhuis een andere bestemming te geven waardoor de Brink beter tot zijn recht gaat komen is prikkelend.

Een van de reacties die ik met jullie wil delen, is dat niet het Brinkhuis, maar juist de gevel waarin nu Serton Records, de kledingwinkel etc. in gevestigd zijn, het meest geschikt zijn voor horeca. Het Brinkhuis zelf zou zeer geschikt zijn voor een museum over Betondorp, gecombineerd met een VVV-achtige ambiance waarin zelfs een bibliotheek nieuwe stijl gevestigd zou kunnen worden, met gratis boeken en misschien zelfs wel een weggeefwinkel.

Waarschijnlijk is het bestemmingsplantechnisch niet mogelijk een niet-culturele bestemming aan het Brinkhuis te geven. Maar met enige creativiteit zouden plannen als hierboven – een combinatie van horeca en een museale functie – binnen de regels van het bestemmingsplan uitgewerkt kunnen worden. Voor de aardigheid hebben wij dit bestemmingsplan hierbij gevoegd. In eerste instantie zien wij niets dat vestiging van horeca in het Brinkhuis tegenhoudt. Graag hopen wij de komende maanden wat dieper op dit bestemmingsplan in te gaan.

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Betondorpse componisten – 2

Tot mijn verbazing ontdekte ik in het driedelig schoolgebouw aan het Zuivelplein tijdens Open Monumentendag twee componisten. De eerste werd al in een vorig artikel beschreven. Ik zou graag ook even aandacht willen besteden aan de tweede componist: Robin de Raaff.

Robin de Raaff is een hele andere componist dan La Loye die we in een vorig artikel beschreven. De Raaff is een klassiek componist. In 2002 wist hij tot de productie van zijn Piano Concerto No. 1 te komen, een concert voor piano en kamerorkest. In 2008 schreef hij zijn Violon Concerto 2. Het duurde even voordat de volgende concerten van de Raaff af waren: een onlangs verschenen Violon Concerto 2 “North Atlantic Light” en een Piano Concerto No. 2 “Circulus”. In de tussentijd schreef hij met name opera’s.

Wat zijn dat nu voor stukken die onze Betondorpse klassieke componist heeft geschreven? Luister hieronder eens.

De lezer begrijpt wel dat de schrijver van dit korte stukje totaal gefascineerd is door deze geluiden. Voor de aardigheid ook nog even een link naar een opera, RAAF genaamd.

Voor meer van dit fraais verwijzen we u naar de website van de componist, https://www.robinderaaff.com/.

Wie had dit in Betondorp verwacht…?

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Kunst- en cultuurprijs 2022

Bij YouTube vonden wij een filmpje van Paul Klijn van de uitreiking van de Kunst-en Cultuurprijs van Betondorp 2022. Goed bezig Paul. Het is een gezellige boel, al zijn er niet zoveel mensen.

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Componiste in de bezemkast

Dit weekend was het Open Monumentendag en had ik een spannend bezoek aan het driescholencomplex aan het Zuivelplein, dat deze keer op het programma stond. Meest bijzondere onderdeel was wel dat van de Betondorpse componiste in de bezemkast. Dat zit als volgt. Op de eerste verdieping van het voormalig scholencomplex is een bezemkast, en deze bezemkast wordt gebruikt door songwriter en producer Lieke Heusinkveld, ook wel bekend onder haar artiestennaam La Loye. Het werd me niet helemaal duidelijk waarom La Loye in een bezemkast zat – ze was zelf niet aanwezig of anders gezegd de deur van de bezemkast leek ferm gesloten – maar aangezien zij, zo las ik ergens op het internet, niet de gebaande wegen van het menselijk bewustzijn verkent, maar langs de spannende olifantpaadjes dwaalt, langs donkere wildgroei en ook langs wonderschone open vlaktes, leek het me een goed idee eens een link op te zoeken naar muziek van dit voor mij eerder onbekend Betondorps talent (ik vind dat we als dusdanig voor het dorp mogen claimen) en wat ik vond was dit:

Ik hoop daarom van harte deze componiste in de bezemkast nog een keer ‘live’ te mogen tegenkomen, wanneer zij als het ware de kast uit komt. Nu voor mij mysterieus Betondorps talent.

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Het Geheugen van Betondorp

Neem ook eens een kijkje op de website Het Geheugen van Betondorp, van Jo Haen, die aangemaakt werd bij de gelegenheid van 90 jaar Betondorp in 2014. Er zijn hier bijzonder veel herinneringen te vinden en nog steeds is er bijna dagelijks nieuws op deze site te vinden, zoals bijvoorbeeld een kusje voor Johan Cruijff…!

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Maartje van Dijk wint de Betondorpse Kunst- en Cultuurtrofee 2022

Prijswinnaars

Afgelopen zaterdag 27 augustus 2022 was Maartje van Dijk degene die de Betondorpse Kunst- en Cultuurprijs won. Deze prijs wordt door een anonieme jury uitgereikt. Maartje, die cultuurhistorische wandelingen in de buurt organiseert, ontving de trofee uit handen van Eric Meursing, die vorig jaar de prijs won met zijn Stichting SKA, tegenwoordig *made-*in-*betondorp genoemd. De wisseltrofee, die dus door een onbekende jury wordt toegewezen, is ontworpen door Aniko Hekmat, pottenbakker en keramiste, en ook woonachtig in Betondorp.

Categorieën
Nieuws Nieuws en interviews

Bessenfeest

Geweldig dat de Zuiveltuin Community dit jaar weer het aloude Betondorpse Bessenfeest viert. Het Bessenfeest wordt op het Zuivelplein gehouden.

Categorieën
Interviews Nieuws en interviews

Interview met Margrietha Reinders

Door Rogier Schravendeel

Het is vrijdagmiddag 3 september 2022 en ik zit voor de Avonden in Betondorp op Margrietha Reinders te wachten. Margrietha is nog even in gesprek en het duurt even voor de zich kan losmaken voor het interview dat haar te wachten staat aan de overkant van de straat.

De Avonden

Als Margrietha enkele minuten later aan het tafeltje arriveert, kan het interview beginnen. Wie is Margrietha en wat beweegt haar om als buurtdominee zonder kerk in Betondorp actief te zijn. Er volgt een bijzonder boeiend verhaal.

Ds. Willem Reinders sr.

Margrietha is op 28 juni 1959 geboren in Assen, als oudste dochter van een domineesgezin. Haar jeugd werd getekend door het omkomen in concentratiekamp Bergen Belsen van haar opa, Willem Reinders, de vader van haar vader, die ook predikant was. Reinders, die in de Tweede Wereldoorlog een jaar of vijftig is, heeft als gereformeerde dominee van Sellingen een groot netwerk en ondersteunt het verzet, door onderduikers onder te brengen op diverse boerderijen op het Groningse platteland. Ook geeft hij les in de Engelse taal aan kinderen van het ondergedoken gezin Sachs. Zijn tweede vrouw, Lammechiena Henderika Vroom, helpt mee. De eerste vrouw van dominee Willem Reinders, Margrietha Gesina Melles, is overleden in 1931, enige dagen na de geboorte van haar zoon Wim, de vader van Margrietha. De dominee van Sellingen is zelf boerenzoon, die als enige mocht studeren en na een carrière als schoolmeester op een ‘boefjesschool’ in een moeilijke buurt in Rotterdam, op latere leeftijd in zijn vrije tijd in Kampen theologie studeert en dominee wordt.

Wanneer in april 1944 op station Bedum door het verzet een dodelijke aanslag op SS-er en jager op onderduikers Jannes Luitje Keijer gepleegd wordt, zijn de onvoorziene gevolgen daarvan desastreus. Met medewerking van de Sicherheitsdienst wordt door S.S.-ers een aantal mensen te Bedum geliquideerd. Vervolgens vindt een enorme hoeveelheid razzia’s in de wijde omgeving plaats, waarbij ook opgepakte burgers worden omgebracht.

Begrafenis Jannes Luitje Keijer

Bij een razzia in Vlagtwedde op het onderduikadres bij boer Lammert Huizing op 17 juni 1944 wordt de naam van Reinders op de schriftjes van de kinderen aangetroffen. De dominee wordt gearresteerd en start een lange reis door diverse kampen: via Delfzijl, Vught en Sachsenhausen komt hij uiteindelijk in Bergen Belsen terecht, waar hij in het voorjaar van 1945 zoals zovelen aan vlektyfus overlijdt en in een massagraf verdwijnt.

Het gezin wacht tevergeefs op terugkeer van Willem Reinders, die in 1999 postuum de Yad Vashem-medaille van de staat Israël zal krijgen als ‘rechtvaardige onder de volkeren’.  Wel druppelen geschreven briefjes binnen die Willem her en der uit treinen heeft geworpen, een bijbeltje, de rode driehoek die hij in het kamp had gedragen… Maar vader zelf niet. Opa Willem krijgt postuum een bijna bovenmenselijk formaat in familieverhalen. Het leven van de vader van Margrietha, Willem (Wim) Herman Melle Reinders, die aan het eind van de oorlog een jaar of 14 is, zal volledig door het offer van zijn vader bepaald worden. Er ontstaan in familiekring zelfs rituelen ter herdenking van Willem Reinders tijdens familiedagen. Zo wordt bijvoorbeeld door het hele gezelschap standaard altijd de psalm gezongen die opa zong in Vught. Margrietha realiseert zich later in haar leven dat het gekoesterde voorbeeld van opa Reinders, het doorgaan tot het bittere einde, haar meer getekend heeft dan ze eerder besefte.

De vader en moeder van Margrietha, Elisabeth van Goor (dochter van een gereformeerde aannemer in Hijken), ontmoeten elkaar wanneer Wim naar de zendingsopleiding in Baarn gaat, waar Elisabeth secretaresse is. Wim heeft theologie aan de Amsterdamse VU gestudeerd en wil graag voor de Gereformeerde Kerken naar Indonesië gezonden worden. Maar de situatie voor Nederlandse zendelingen is daar eind jaren vijftig uiterst ongunstig. Indonesië is bezig niet alleen Nederlanders, maar ook Indonesiërs met een Nederlandse affiliatie massaal het land uit te zetten. Het is onder die omstandigheden onmogelijk die kant op te gaan. Daarom wordt vader, die in zijn opleiding het Javaans onder de knie gekregen heeft, na enige jaren predikant te zijn geweest in Hijken en Assen, in 1961 naar Nieuw Nickerie in noordwest Suriname gezonden om voor de Evangelische Broedergemeente (EBG, ooit gesticht door de Moravische Broederschap) te werken onder de Javaanse plantagearbeiders, die daar op vaak eigen sawah’s werken. Margrietha gaat mee, net als jonger zusje Elsje Jane. In Nickerie zal zusje Elisabeth Anne geboren worden.

In Suriname leert Magrietha hoe het is om tot een minderheid te behoren. De schooltijd is niet gemakkelijk voor de enige twee uit Nederland afkomstige meisjes op de Spangenbergschool, die onder leiding van de EBG staat en waar verder alleen creoolse en hindoestaanse kinderen op zitten. De kinderen van een zendeling hebben een zware last op hun schouders; zij dragen mee in de missie van hun ouders. En de missie van de ouders van Margrietha is behoorlijk zwaar. In de geest van grootvader willen zij alles geven en nooit opgeven. Ook al komen zaken soms niet van de grond. De broer van de vader van Margrietha ziet dat trouwens anders. Die kiest bewust een levensweg die afwijkt van de hoge idealen van de grote sterke vader Reinders. Dat leidt dan ook tot een scheiding der wegen in het omgangsleven, die later overigens wel weer enigszins verzoend is. Margrietha heeft trouwens ook heel kostbare herinneringen aan Suriname. Thuis bij vader en moeder was alles goed, en ze herinnert zich nog hoe het was om een middag alleen maar om zich heen te kijken en de kolibri’s om zich heen rond te zien vliegen . In 1966 keert de familie naar Nederland terug. Margrietha is dan zeven.

In 1968 is het eindelijk zover dat Indonesië weer voldoende open gaat om daarheen te trekken. Dat was tenslotte altijd de droom van vader. Hij gaat werken in een wat men dan noemt een ‘minus-gebied’: een gebied met veel armoede, hitte, economische problemen, corruptie, ziektes en ook wel honger. Het hele gezin – er zijn inmiddels vier kinderen – komt mee. Vader ondersteunt allerlei piepkleine kerken in opkomst op Oost Java, soms diep in de rimboe. Het is wel een soort ploegen op de rotsen. Dat is Margrietha, die op onbewuste wijze de missie van haar vader en grootvader heeft overgenomen, ook niet vreemd. Het is een soort radicaal gereformeerd-zijn, een evangelie dat je moet doen tot de laatste consequentie, en niet alleen moet spreken. Niet zeggen maar doen en de weg van Jezus volgen. Met de armen als bondgenoten de moeilijkste plekken opzoeken. Maar haar vader is in zijn gedrevenheid  ook een eenzaam mens. Vanwege het oorlogstrauma is hij een van de eerste patiënten van professor Bastiaans, die het heeft over een ‘zelfbeheersingspantser’ dat doorbroken moet worden. Het is de vraag of dat ooit gelukt is. Vader is bezeten door een soort schuldgevoel ten opzichte van zijn vader en het verhaal van diens opoffering blijft op bijna dwangmatige en onontkoombare manier terugkomen in alles wat hij doet.

De tijd in Indonesië is een moeilijke maar prachtige tijd, waar Margrietha veel herinneringen aan heeft. Natuurlijk krijgt het gezin allerlei ziektes, bloedarmoede en malaria. Het gezin gaat er bijna onderdoor. Maar er is een sfeer van hoop en toekomst. Vader rijdt met de Landrover naar allerlei dorpjes in het achterland, waar kleine kerkjes zijn ontstaan die hij bemoedigt. “Ik heb de armoede in de ogen gezien.” Er is vaak niets te eten, maar de onderlinge solidariteit zorgt dat de mensen samen overleven. Het is de sfeer van het boek The Poisonwood Bible, een bestseller uit 1999 van Barbara Kingsolver, over een Amerikaanse familie met een Southern Baptist-achtergrond die naar Congo gaat en daar zowel de culturele verschillen als overeenkomsten tussen mensen grondig leert kennen. Er hoort voor Margrietha een soort basisvreugde bij deze periode: God is er voor iedereen! Het is de bedoeling dat vader de kleine gemeentes tot zelfstandigheid gaat opleiden, maar vooral is hij ook bezig met de sociaal-economische omstandigheden in de arme gebieden van Oost Java. Vader gaat helpen gewassen te kweken, waterputten slaan, vissers helpen eigen boten te krijgen tegen het oprukkend kapitalisme van Japanse trailers… Maar veel wat met goede hoop en gezamenlijk wordt opgestart, breekt weer bij de handen af.

De opdrachtgever van vader zijn de Gereformeerde Kerken in Nederland, en die kunnen zich moeilijk verplaatsen in het pionierswerk in Indonesië, dat vooral te maken heeft met veel corruptie, waardoor de armen zich uiteindelijk steeds niet uit de krabbenmand weten te werken. Margrietha krijgt oog voor de internationale misstanden, waarbij het grootkapitaal samen met de plaatselijke elite de armen er onder houdt en exploiteert. De kerken inmiddels denken er het hunne van en eisen resultaat. Maar ondanks al dat harde werken worden er nauwelijks planmatige resultaten geboekt. Als er eens iets lukt is dat meer een kwestie van een gelukkig moment, ‘uno momento dado’ zou Johan Cruijff gezegd hebben. Planmatig valt er echter weinig te bereiken op Oost Java en op een gegeven moment is vader Reinders er moe van en komt weer terug naar Nederland. Hij trekt zich als dominee terug in Ten Boer en wil niets meer met de Gereformeerde missionaire wereld te maken hebben, die hem in zijn beleving gesloopt heeft. Margrietha herkent hier veel in. Zijn carrière sluit vader af in Amsterdam, onder andere bij de Pniëlkerk, waar hij tot religieuze oecumene met moslims in de buurt probeert te komen. Maar hij is zijn tijd vooruit en de kerkelijke élite is hier nog niet aan toe. Vader eindigt zijn loopbaan bij de Gereja Kristen Indonesia Nederland, een tweetalige kerk en een van de eerste migrantenkerken in Nederland.

Als Margrietha een jaar of 15 is, realiseert ze zich dat ze ook in de voetsporen van vader en grootvader wil treden. Op dat moment zit ze niet meer in Indonesië, maar bij pleegouders in Olst. De meisjes zijn voor hun middelbare schoolopleiding naar Nederland gestuurd. Het gevoel is van grote verlatenheid en eenzaamheid. Ze missen hun ouders en alle totaalzingeving daaromheen enorm, maar ze zien de gedwongen scheiding ook als een offer dat ze kunnen brengen voor hun ouders, voor de missie. Margrietha besluit theologie te gaan studeren in Groningen. Het is een gelukkige tijd. Margrietha komt hier tot ontplooiing en leert zich een geliefd mens te voelen. Het is een kleine faculteit en het voelt veilig. En ze weet ook al vrij spoedig wat ze wil: werken bij de Nassaukerk in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. De Gereformeerde Nassaukerk is een kerk die bekend staat als kerk voor de buurt, en nog wel in de Staatsliedenbuurt, een van de moeilijkste buurten van Nederland, met veel armoede, heroïneverslaving en een sterke en militante kraakbeweging, waar schrijver van dit interview in deze periode nog kortstondig mee geaffilieerd was. In 1987 wordt Margrietha aangenomen uit vele sollicitanten als jeugdwerker, en in 1989 wordt ze er dominee. Ze werkt daar veel samen met Ricus Dullaert, de kapelaan van de Rooms Katholieke kerk. Het gebouw van de Nassuakerk wordt door de Werkgroep Kerk en Buurt als het ware binnenste buiten gekeerd: volledig op de buurt gericht. Eerst kan de buurt koffie komen drinken, dan ontstaat het inloophuis, een kringloopwinkel, worden ontbijten aangeboden, kortom de Nassaukerk wordt volledig kerk voor de buurt.

In 1997 vindt Margrietha dat ze zich nu lang genoeg ingezet heeft voor de Nassaukerk en gaat even twee jaar in retraite om uit te rusten. Ze is uitgeput van het harde werken, met een grenzeloze drive om de wereld te veranderen zoals haar vader, en tot het al dan niet bittere eind, zoals haar opa. Het is haar man, die inmiddels van basisarts arts is geworden, die nu voor de inkomsten zorgt. Dan wordt ze in 1999 gevraagd om pastor te worden voor de kinderkliniek van de VU. Het is een totaal andere omgeving dan ze gewend is. De kinderen die langere tijd in de kliniek verblijven zijn vaak doodziek en ook wel stervende. De ouders zitten er vaak machteloos bij. Margrietha leert hier iets heel belangrijks: het gaat uiteindelijk niet om resultaat. Heel veel doen is niet zaligmakend, maar er zijn voor mensen, ook in de dodelijkste nood. Intussen doopt en zegent ze kindjes en heeft samen met ouders en kinderen te maken met allerlei verdrietigheden. Het is een bijzondere tijd die tien jaar duurt. Dan wordt het weer tijd iets anders te gaan doen. Er ontstaat een arbeidsconflict over de te volgen koers met de leidinggevende en Margrietha vertrekt, met opgeheven hoofd. Er wordt vrij spoedig weer een beroep op haar gedaan. Dit keer gaat het om het stichten van een pioniersgemeente in een buurt waar de kerk praktisch verdwenen is: in Amsterdam Oud  West. De naam van de kerkplanting wordt Heilig Vuur West. We schrijven 2009: in die tijd is de Protestantse Kerk Nederland, die met een ernstige vergrijzing te maken heeft, aan het onderzoeken op welke wijze ze zich zou kunnen vernieuwen.

Heilig Vuur West is een enorm succes. Margrietha komt in allerlei landelijke media aan het woord, waaronder in veel grote kranten en ook op televisie. De pionier heeft als doelstelling op termijn een christelijke gemeenschap te stichten, maar zit niet vast aan de verouderde kerkelijke structuren, is het idee. Margrietha voert de opdracht met vuur uit en de pioniersgemeente, die uitgaat van de Nassaukerk, is een voorbeeld voor heel kerkelijk Nederland. In de praktijk begint Margrietha zonder ruimte en schuift aan bij Stichting Burenhulp aan de Kanaalstraat. Van daaruit begint ze een Bijbelcafé, in eerste instantie in Café Alverna aan de Bilderdijkstraat. Een volgende stap is het betrekken van een ruimte in een gebouw op het voormalig Wilhelmina Gasthuisterrein, de Arie Biemondstraat 103.

Margrietha vindt nu dat de pioniersplaats voldoende vorm heeft gekregen en besluit de pioniersplek aan een opvolger door te geven en weer de pioniersfase in te stappen op een andere plek in Amsterdam. Dat wordt Betondorp, waar Margrietha in 2016 voor de PKN-kerk De Bron de pioniersplek Betondorp Bloeit start. Kan je een gemeenschap, een christelijke gemeenschap vestigen in een buurt waar geen kerk is? Baseer je dan op saamhorigheid. Margrietha komt wel gewoon als dominee, want dat is ze. Maar het doel is dat mensen het gevoel krijgen dat er er mogen zijn. Betondorp Bloeit wil een veilige plaats in Betondorp zijn, waar mensen zoals ze zijn onvoorwaardelijk waardering en liefde krijgen. Het maakt niet uit of ze gelovig zijn of niet. Margrietha hoopt daarbij wel dat de mensen enige relevantie ervaren bij de weg die Jezus gegaan is en wil de mensen ook uitnodigen die weg te gaan, zich gevend aan anderen. Maar er zijn heel veel manieren om die weg te lopen.

“Ik vind dat het heel goed gaat. Een groeiende groep voelt zich thuis bij de activiteiten van Betondorp Bloeit.” Margrietha streeft vurig maatschappelijke gerechtigheid na. Ze wil naast mensen zitten die het moeilijk hebben en in de pinarie zitten. Werken van barmhardigheid. Wat Margrietha ook graag wil is werken aan de gemeenschapsvorming in de buurt. Dat hoort 100% bij haar missie. “Het is niet te doen om iedereen hier op te noemen die een belangrijke rol in de buurt speelt. Als ik toch wat namen moet noemen van mensen met wie ik heel graag samenwerk, dan noem ik in ieder geval Eric Meursing van SKA, Eugene Weusten van Betondorp Live!, Liesbeth Stoffer met wie ik coronatijd zoveel mensen eten heb kunnen geven, natuurlijk Carleen de Lange van Stichting Veerkrachtig Betondorp, Rody Hofkamp van de Partij van de Dialoog, Andy Knijpinga van Stichting Maatwerk, Antoinette en Jo-Ann van Dynamo, politieagent Monique, Hinke, de mensen van Participatie Betondorp en iedereen die ik nu vergeet te noemen. Ik verheug me trouwens ook erg op het Bessenfeest dat binnenkort weer in Betondorp georganiseerd wordt.”

We willen Margrietha hartelijk danken voor dit uiterst boeiende gesprek. Wie meer wil weten, kan even een kijkje nemen op de website http://betondorpbloeit.nl. En kom een keertje langs in het Brinkhuis, waar Margrietha inmiddels een plekje veroverd heeft!