In 1944 voelt de pastoor van Betondorp, pater Adrianus J. Vriens, zich opgesloten in Betondorp. Vriens is sinds 1936, samen met zijn assistent pater Fr. A. Kampenhout in het dorp benoemd met als vooruitzicht dat hij na de opstartperiode uitgezonden zal worden naar de missie. Maar vanwege de oorlog is dat al geruime tijd onmogelijk. Vriens klaagt zijn nood bij de bisschop van Haarlem, Johannes Petrus Huibers, die hem suggereert om als alternatief, missionair in Amsterdam te gaan optreden. Het idee laat Vriens niet los en leidt tot oprichting van een pastorie voor niet-katholieken, “Open Deur”, die zich in eerste instantie vestigt op de Heiligeweg en later ook op de Hoofdweg en op Linnaeushof 44.
Open Deur is een succes en de operatie wordt geleidt door zeven paters van de Congregatie van de Heilige Familie, waar het witte kerkje in Betondorp ook bij hoort. Er vinden conferenties met dominees plaats, er zijn allerlei cursussen, honderden mensen worden voorbereid voor het Heilig Doopsel en het spraakmakende boek van de gereformeerd theoloog Berkouwer wordt besproken, Conflict met Rome.
Het succes van Open Deur, dat ook in andere steden in Nederland wordt nagevolgd, maakt het verblijf in Nederland voor pater Vriens blijkbaar dragelijker, want hij blijft in totaal maar liefst 25 jaar aan de parochie in Betondorp verbonden en zal ook later Nederland niet meer verlaten. Vriens overlijdt uiteindelijk in 1979 op 83-jarige leeftijd. Pater Kampenhout wordt minder oud. Hij verwisselt al in 1957 op slechts 56-jarige leeftijd het tijdelijke met het eeuwige.