In 1930 wordt volkstuincomplex Rust en Vreugde opgericht. Het langgerekte complex is gelegen langs het Onderlangs en bevat plaats voor maar liefst 122 volkstuintjes. Het complex is eigendom van de Amsterdamse Bond van Volkstuinders. Voor de oorlog worden volkstuintjes bij Betondorp vooral gebruikt als nood: om extra voedsel te genereren. Het complex heeft sterk te lijden onder de laatste jaren van de oorlog – alles wat eetbaar of brandbaar is verdwijnt in de oorlogsjaren.
Na de oorlog komt steeds meer het idee van de siertuin op. De gebruikers van de volkstuinen zijn een homogene groep bewoners van Betondorp. Ons kent ons, en de grote meerderheid is na de oorlog bejaard. Het complex is afgesloten met een hek en vreemdelingen worden niet verondersteld op het park rond te hangen, alhoewel de tuin strikt bezien niet afgesloten is en iedereen het hek door zou kunnen.
Na de oorlog wordt hard gewerkt om het geruïneerde park – alle huisjes zijn gesloopt en alle bomen gekapt – weer op orde te krijgen. Er wordt ook een kantine gebouwd, die beheerd wordt door het damescomité, terwijl de heren ploeteren in de tuin. Vooral het kweken van bloemen heeft nu de aandacht en de tuin is een bont spectakel. Alle inzet heeft als gevolg dat Rust en Vreugde in 1951 ruim onder de prijswinnaars is bij de tentoonstelling IJ-Flora die gehouden wordt in de Tolhuistuin in Noord.
In 1965 bestaat de tuin inmiddels 35 jaar en wordt er de jaarlijkse Amsterdamse Volkstuinweek georganiseerd. Er bestaan bij Rust en Vreugde de tuin meer open te stellen voor niet-leden. Daarom is een aantal bankjes op het complex geplaatst. Nadrukkelijk worden wandelaars in een artikel in De Waarheid uitgenodigd het complex eens te komen bezoeken.
In de jaren zeventig moet Rust en Vreugde wijken voor de nieuwe snelweg, de ring A10. Wel wordt een nieuwe locatie gevonden, in Amsterdam Noord, bij Schellingwoude, waar het complex vandaag de dag nog steeds floreert. Voor de Betondorpers is het echter een bittere pil. Ze zijn hun eigen tuin kwijt en Schellingwoude is voor de meeste bejaarden nu eenmaal te ver weg om op dagelijkse basis van hun tuintje te genieten. De stemming in Betondorp, dat zich verwaarloosd en benadeeld voelt, wordt er niet beter op.