De overval

Politie vervoert jongste dader van Linnaeusstraat naar J.D. Meijerplein

In de ochtend van zaterdag 9 mei 1959 opent eigenaar van sigarenwinkel “’t Postkantoortje” en houder van het postagentschap Betondorp-Watergraafsmeer, Hendrik Nukoop, niets vermoedend de deur van zijn winkel aan Landbouwstraat 53 voor het publiek. Nukoop beheert al vijf jaar het postagentschapje. Eerder zat hij op de grote vaart, op de Willem Barentsz. Over het verloop van de verkoop die ochtend is verder niets overgeleverd, maar aan het eind van de ochtend, even voor twaalf uur – sluitingstijd van de winkel die zaterdag – stormen vier jongemannen, waarvan drie gewapend met een automatisch pistool, het pand van Nukoop binnen, onder het roepen van “je geld of je leven”. Zij moeten er van op de hoogte zijn dat de kas die ochtend een groot bedrag bevat vanwege de uitbetaling van de AOW-gelden.

De 52-jarige Nukoop is echter niet van plan zijn kassa aan het viertal af te leveren. Integendeel, hij komt direct achter zijn loket vandaan, stormt op de jongelingen af en deelt daarbij ferme klappen uit. De tegenstanders laten het hier echter ook niet bij zitten en maar liefst twee van hen aarzelen niet het vuurwapen ook daadwerkelijk te gebruiken om in totaal drie schoten af te vuren. Nukoop wordt door in zijn lies geschoten; een andere kogel blijft in zijn bovenarm steken. Hij valt neer op de grond. De winkeljuffrouw en een aanwezige kijken geschokt toe bij het gebeuren. Hond Astrid kruipt ergens weg.

De jongens schrikken zelf van hun daden en slaan direct op de vlucht. Ze blijken daarbij gebruik te maken een van met draaiende motor klaar staande grijsgroene Ford-Mercury, bemand door een vijfde bendelid: de wachtende chauffeur. De auto werd de eerdere donderdagavond, op Hemelvaartsdag, gestolen bij garage Tabak aan de Reguliersdwarsstraat. Mevrouw A. Muller van de tegenoverliggende slagerswinkel hoort de schoten en belt direct de politie. Een voorbijgangster weet daarbij een deel van het nummer van de vluchtende wagen aan de politie door te geven. Alle radiowagens van de Radio Wagen Dienst krijgen de opdracht uit te kijken naar de grijsgroene wagen.

Agenten G. van Hoogen en G.M. Vossevelde rijden met hun radiowagen door Amsterdam Oost en zien op het kruispunt Molukkenstraat-Valentijnkade de bewust auto over de Ringdijk aanstuiven. In een ultieme ontsnappingspoging slaat de wagen de Valentijnkade op, achtervolgd door de agenten, die de sirene laten loeien en door openstaande raampjes hun revolvers op de vluchtelingen richten. Weinig bekend zijn de daders met Amsterdam Oost: de Valentijnkade loopt daar dood op het Shell-sportpark en de jongens worden klemgereden. De jongens, die hun schietwapens nog in de hand hebben, wordt een keuze gegeven. In eerste instantie weigert een van hen. Typograaf C.N.R. gooit pas na drie sommaties het wapen op de grond. Nu geven de vijf overvallers zich aan de twee koelbloedige politieagenten over en worden gearresteerd. Later zullen de agenten zowel van de Officier van Justitie als van de Hoofdcommissaris een compliment krijgen voor hun moedig optreden. Bovendien krijgen zij een bijzondere tevredenheidsbetuiging van de minister van Justitie inclusief een geldbedrag.

In totaal worden in de auto vier vuurwapens in beslag genomen, die uit twee Amsterdamse depots van het leger aan resp. de Papaverweg in Amsterdam-Noord (opslag in voormalige Fokkerfabriek) en de Oranje-Nassaukazerne aan de Sarphatistraat gestolen blijken te zijn. De heren worden aanvankelijk opgesloten op bureau Linnaeusstraat, waar zich buiten een grote mensenmenigte ontstaat. De overvallers blijken afkomstig te zijn uit Amsterdam-Noord, maar ontmoeten elkaar vaak op het Mercatorplein in Amsterdam-West: typograaf C.N.R. (Cor, 20), verfmaker J.K. de G. (22), bankwerker A.F. de G. (18, broer van J.K. de G.), schoenmaker R.M. (16) en gereedschapsmaker C.V. (18). De bende had tijdens hun voorbereidingen vrijdagavond de Westertoren als verzamelpunt voor de overval gekozen en de aanrijdroute vastgesteld. Na wat rondtoeren door de buurt, kopen twee van de jongens verkennenderwijs eerst een pakje sigaretten bij Numan, waarna na nog een rondritje het moment daar is en vier van de vijf jongens het pand binnenvallen. Saillant detail: de jongens hadden thuis de lopen van de wapens afgezaagd om ze zo in hun broek te kunnen stoppen. Verder hadden de heren afgesproken eventuele politieagenten koud te maken; een voornemen dat gezien bovenstaand verslag niet werd uitgevoerd.

Wapenarsenaal

De jongelieden waren de sigarenwinkelier op het spoor gekomen via de 16-jarige R.M. Hij had in Betondorp gewerkt en had zijn vrienden verteld dat de zaken bij Nukoop prima liepen. Bovendien was hij er op de een of andere manier van op de hoogte dat die zaterdag vanwege de AOW-betaling ruim 35.000 gulden in kas zou zitten. De onverlaten, die vanwege hun wapendiefstallen thuis een enorm arsenaal hadden opgebouwd en regelmatig schietoefeningen hielden in het Vliegenbos, hadden daarop besloten daarop in actie te komen.

Nukoop wordt met spoed in het OLVG opgenomen en ligt in het Maria-paviljoen. Zijn verwondingen zijn gelukkig niet ernstig. Wel is zijn arm gebroken, vanwege een schot afgevuurd door de 16-jarige schoenmaker. Het schot van de typograaf echter schampte het been van de sigarenhandelaar en richtte nauwelijks verwondingen aan. “Ik heb er een hekel aan geld af te geven. Je gaat het als je eigendom beschouwen,” zo licht de agentschapshouder in de pers zijn opmerkelijke dadendrang toe, in aanwezigheid van een trotse echtgenote.

Nukoop in het ziekenhuis

De vijf overvallers kennen elkaar vanuit gevangenissen en Rijksopvoedings-gestichten. Met name bankwerker A.F. de G. is op jeugdige leeftijd al een ervaren crimineel en is al meer dan dertig keer opgepakt wegens autodiefstal. Ook wist hij vele malen uit inrichtingen te ontsnappen en pleegde hij diefstallen van wapens uit het wapendepot van de Koninklijke Landmacht in Amsterdam Noord. Ook typograaf C.N.R. is geen onbekende van de politie. Al eerder pleegde hij een gewapende overval op een winkel, waarbij bedrijfsleider Van der Broek ernstig gewond raakt en een bedrag van 6.000 gulden wordt ontvreemd. De jongste verdachte, tipgever en schietende schoenmaker R.M., is zo ervaren nog niet. Zijn ouders zijn diep getroffen door de daden van hun zoon en de vader staat zaterdagavond al als gebroken man aan het bed van Nukoop in het OLVG om zijn excuses aan te bieden. Nukoop is in zijn ziekenhuisbed een gevierde held en krijgt onder andere bezoek van hoge PTT-autoriteiten, die hem bedanken voor zijn moedig optreden.

Drie weken na de schietpartij verlaat Nukoop het ziekenhuis. Zijn arm zit weliswaar nog in het gips maar verder voelt hij zich naar eigen verklaren zo gezond als een vis. Nukoop wordt door de muziekvereniging Tuindorp Watergraafsmeer op zaterdag 30 mei 1959 als een held de feestelijk versierde Landbouwstraat binnengehaald en krijgt namens het huldigingscomité van buurtbewoners een spiksplinternieuw televisietoestel aangeboden, en bovendien een fles jenever en een doos bonbons voor winkeljuffrouw Dake.

Huldiging

Wanneer de jeugdige overvallers in december 1959 voor de rechter verschijnen, komen nog enige bijzondere details vrij. Drie van de vijf jongens blijken excuusbrieven te hebben geschreven. Ook wordt bekend dat vier van de vijf verdachten al op 2 mei 1959 tevergeefs gepoogd hadden met een stengun de kassier van de Vroom en Dreesmann te overvallen. Ook zouden de heren de avond voor de overval elkaar bezworen hebben een zeef van de sigarenhandelaar te maken mocht hij zich verzetten.

De Officier van Justitie heeft het er moeilijk mee. Moeten de jonge overvallers beschouwd worden als verromantiseerde fantasten, die teveel films gezien hebben, of juist door en door slechte criminelen, voorgoed verloren voor de maatschappij? Mr. L. van den Berge vordert hoe dan ook zeven jaar gevangenisstraf met T.B.R. tegen de 21-jarige Cor de R. en de 19-jarige Tonny de G., zes jaar tegen Cornelis V., vier jaar tegen de 23-jarige Karel de G. en twee jaar voor de 16-jarige Rudy N. We hebben hier te maken met het tegenwoordige jeugdprobleem, zegt van den Berge. Er zou een delta-plan moeten komen voor ontspoorde jongeren. Maar als Officier van Justitie kan ik zulke gevaarlijke jongens niet op de maatschappij loslaten. Uiteindelijk beslist de rechter beide hoofddaders vijf jaar met aftrek en TBR te geven, waarbij ze een therapeutische behandeling zullen ondergaan. Karel de G. krijgt drie jaar jeugdgevangenis en Cornelis V. vier jaar met aftrek. De 16-jarige Rudy tenslotte wordt ter beschikking gesteld om van Rijkswege opgevoed te worden.

Eén van de daders, Cor R., gaat echter in hoger beroep, vanwege zijn bezwaren tegen T.B.R., die hij als uitzichtloos ziet. Hij wordt in zekere zin beloond. De uitspraak van de rechter is nu zeven jaar met aftrek, maar zonder T.B.R., niet ingaand op het verzoek van de Officier van Justitie de straf te herbevestigen.

Broers Karel de G. en Anton de G. raken ondanks de goede bedoelingen van de rechtstaat niet op het goede pad. In april 1966 worden ze aangehouden na een spectaculaire poging tot inbraak wederom in Amsterdam-Oost. Ook in 1968 staat Tonny de G. weer voor de Amsterdamse rechter, wegens inbraak in een broodfabriek en andere delicten.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *