Het hoofdkwartier van het Amsterdams Speeltuin Verbond is sinds jaar en dag gevestigd op de Zaaiersweg in Betondorp, wanneer in 1984 het al jaren durende ongenoegen uitbreekt in een stortvloed aan publiciteit in de Amsterdamse media. De Amsterdamse CPN-wethouder van Jeugdzaken Roel Walraven weet de clubs niet meer in de hand te houden. De wereld van de speeltuinenverenigingen, die gekenmerkt worden door familiebanden en vriendjespolitiek, kan zich op geen enkele manier meer verenigen met de manier waarop het ASV de ruim binnenkomende gelden onder de leden verdeelt. Ook de ABVA-KABO is zich inmiddels in de strijd gaan mengen en eist maatregelen tegen de familie Neysssel, die de leiding van de ASV grotendeels in de hand hebben en volgens de aantijgingen op een onvoorstelbaar eigenwijze en ook partijdige wijze de zaken leidt. Vader en zoon Neyssel spannen op hun beurt inmiddels een kort geding aan tegen de ambtenarenbond aan en wensen dat die hun in hun ogen onjuiste aantijgingen publiekelijk intrekken.
De totale chaos die aan het ontstaan is in de Amsterdamse speeltuinwereld dwingt Walraven in te grijpen. B&W besluiten op korte termijn een interim-manager met grote bevoegdheden aan te stellen. Deze moet orde scheppen in de chaos van de Amsterdamse speeltuinverenigingenwereld. Daarbij is het bestuur van de ASV dringend aangeraden en bloc af te treden. Weliswaar is de ASV een onafhankelijke vereniging, maar bijna voor 100% van Amsterdamse subsidie afhankelijk. Het bestuur van het Centraal Bureau van de ASV treedt inderdaad collectief af. Al spoedig fuseert het verbond met de Federatie van Kinderverenigingen en het R.K. Amsterdams Speeltuinen Verbond tot OSKA, de Organisatie van Speeltuin- en Kindervereniging Amsterdam.